Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Depla, Besselink, Kranenveldt en Dijsselbloem (allen PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over hoe het komt dat het verschil tussen de schoolprestaties tussen allochtonen en autochtonen scholieren toeneemt in plaats van afneemt bij de tweede generatie. (Ingezonden 27 november 2008 met kenmerk OCW - 2008Z07872)


1
Heeft u kennis kunnen nemen van de nieuwe OECD/ Pisa-studie?

De laatste mij bekende PISA studie van de OECD is de PISA 2006 studie, die in rapport is verschenen in december 2007. Er is mij voorts een recente internetpublicatie bekend, geheten Nederland minder sterk in Pisa (Bron:www.scienceguide.nl d.d. 18/11/2008). Daarin wordt gesproken van een nieuwe OECD PISA studie die blijkens de aangehaalde resultaten de PISA 2006 studie behelst.


2
Klopt het dat in die nieuwe OECD/ Pisa-studie ons land daalt op het gebied van leesvaardigheid en rekenen?

Ja, zowel op het gebied van leesvaardigheid als van wiskunde was er een daling met 7 punten in vergelijking tussen PISA 2003 en PISA 2006.


3
Wat is hiervoor de verklaring?

De OECD geeft geen verklaring voor de daling in Nederland, maar signaleert wel een daling bij veel landen op het gebied van lezen. Op het gebied van wiskunde presteerde in Nederland vooral de betere groepen meisjes minder, terwijl er bij lezen een toename was van de groep zwakke en zeer zwakke lezers, vooral jongens.


4
Klopt het dat op gebied van natuurwetenschappelijke kennis het verschil tussen de `eerste generatie'- allochtone en autochtone scholieren kleiner is dan het verschil tussen de `tweede generatie'-allochtone en autochtone scholieren?
Deelt u de opvatting dat de verwachting gerechtvaardigd zou zijn dat de tweede generatie juist beter zou presteren dan de eerste generatie?
Kunt u verklaren waarom de achterstand in Nederland toeneemt van allochtone op autochtone scholieren bij natuurwetenschappelijke kennis?

DE OECD rapporteert in termen van immigranten versus de oorspronkelijke bevolking ( `natives`). Bij immigranten gaat het dus zowel om westerse als niet westerse allochtonen. Het verschil in natuurwetenschappelijke kennis tussen eerste generatie allochtonen en autochtonen is inderdaad kleiner dan tussen tweede generatie allochtonen en autochtonen.

Het is gerechtvaardigd te verwachten dat de tweede generatie allochtonen het beter doet dan de eerste generatie, wanneer deze generaties qua samenstelling zoals het opleidingsniveau van ouders vergelijkbaar zijn. De in Nederland geboren kinderen van ouders die tot de eerste generatie allochtonen behoren, zouden beter moeten presteren dan hun ouders. In deze PISA studie gaat het om de huidige eerste generatie allochtonen versus de huidige tweede generatie allochtonen.

Wanneer de huidige eerste generatie allochtonen bijvoorbeeld voor een groter deel bestaat uit kinderen van hoger opgeleide ouders, zoals bij vluchtelingen uit oorlogsgebieden nogal eens het geval is, terwijl het opleidingsniveau van de ouders van de tweede generatie allochtonen gemiddeld lager is, dan kan dit leiden een hogere gemiddelde score van die eerste generatie; dit is een mogelijke verklaring voor de hogere score van de eerste generatie allochtonen versus de tweede generatie. Overigens kende de PISA 2003 studie een vergelijkbare uitkomst voor eerste en tweede generatie allochtonen op het gebied van wiskunde.


5
Welke acties zijn in gang gezet om het niveau van de natuurwetenschappelijke kennis te verhogen?

De initiatieven op het gebied van exacte vakken zoals het deltaplan bèta en techniek en het onderwijsachterstandenbeleid hebben mede tot doel het niveau van de natuurwetenschappelijke kennis te verhogen daar waar dat nodig is.


6
Kunt u deze vragen vóór de begrotingsbehandeling beantwoorden?

Ja.