Gemeente Elburg
WWB-uitkering en inkomsten van inwonend kind
Op 9 december 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders
besloten om het beleid met betrekking tot de berekening van de
uitkering in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb) van
(alleenstaande) ouders in de situatie van inwonende verdienende
kinderen aan te passen. Het gaat daarbij de inkomsten van kinderen uit
vakantiewerk.
Wwb-uitkering en inkomsten van inwonend kind.
Op 9 december 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders
besloten om het beleid met betrekking tot de berekening van de
uitkering in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb) van
(alleenstaande) ouders in de situatie van inwonende verdienende
kinderen aan te passen. Het gaat daarbij de inkomsten van kinderen uit
vakantiewerk.
De regel is dat er rekening wordt gehouden met het inkomen van een
inwonend verdienend kind, zodra het inkomen meer bedraagt dan 35% van
het bedrag van de gehuwdennorm uit de Wwb. Daardoor kan een inwonend
kind een klein bedrag bijverdienen, eventueel naast het inkomen uit
studiefinanciering. Het komt echter regelmatig voor dat inwonende
kinderen in de vakantieperiode hogere inkomsten hebben dan in de rest
van het jaar. Het gaat vaak om studerende kinderen die in de
vakantiemaanden vakantiewerk verrichten. De inkomsten kunnen dan
oplopen tot meer dan 35% van die gehuwdennorm waardoor een korting op
de uitkering van de bijstandsgerechtigde ouder(s) dient plaats te
vinden. Omdat het vaak gaat om een tijdelijke situatie (in de overige
maanden van het jaar is er naast de eventuele studiefinanciering
slechts sprake van beperkte inkomsten) heeft het college besloten om
voor deze inkomsten een aparte regeling te treffen. Zij vond het
namelijk niet wenselijk dat de norm of toeslag van de
bijstandsontvangende ouder wordt gekort als gevolg van de
vakantie-inkomsten van het (de) kind(eren).
Het college heeft besloten om voor de toepassing van artikel 3 en 4
van de toeslagenverordenig WWB gemeente Elburg, aan te sluiten bij de
bepalingen inzake vakantiewerk in de Algemene Kinderbijslagwet. Dat
betekent dat voor de beoordeling of een inwonend verdienend kind kan
bijdragen in de noodzakelijke bestaanskosten van de
bijstandsontvangende ouder(s), de inkomsten uit vakantiewerk van het
kind in de maanden juni, juli en augustus niet worden meegenomen tot
het maximumbedrag genoemd in artikel 3 van de Regeling inkomen
kinderbijslag 1997. Voor 2008 werd dat bedrag vastgesteld op totaal
EUR 1.150,00 in drie maanden). Dat betekent weer dat voor de
beoordeling of de inkomsten van het kind meer bedragen dan 35% van de
gehuwdennorm, en daarmee samenhangend de beoordeling of de toeslag of
norm van de bijstandsontvangende ouder moet worden gekort, inkomen uit
vakantiewerk tot het gestelde maximumbedrag wordt vrijgelaten.
Als vakantieperiode worden de maanden juni, juli en augustus
aangehouden. Er geldt wel dat indien de arbeid ook buiten deze periode
voor langere tijd wordt verricht of de arbeid deel uitmaakt van de
studie of opleiding die het kind volgt, er geen sprake is van
vakantiewerk. Indien in de genoemde periode meer dan voordien en
nadien gebruikelijk is, wordt gewerkt, kan dit meerwerk wel als
vakantiewerk worden aangemerkt.
Het nieuwe beleid met betrekking tot de berekening van de uitkering in
het kader van de Wwb van (alleenstaande) ouders in de situatie van
inwonende verdienende kinderen gaat in per 1 januari 2009.
Wilt u meer weten omtrent deze door het college van burgemeester en
wethouders vastgestelde uitgangspunten van beleid, dan kunt u contact
opnemen met de afdeling Sociale en Burgerzaken, telefoon: 0525-688723.
U kunt ook elke werkdag van 8.30 uur tot 12.30 uur terecht bij de
balie van de afdeling Sociale en Burgerzaken.
laatst gewijzigd: 11-12-2008 | print deze pagina print deze pagina |
download document: WWB-uitkering en inkomsten van inwonend kind |