abcdefgh
Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
11 december 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
RWS/SDG/NW2008/1328/71442 2008Z03926/2080902080
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die de leden Polderman en Roemer hebben gesteld
over de nieuwe jachthaven in het Plan Perkpolder in de gemeente Hulst.
1. Bent u bekend met de verregaande plannen van de gemeente Hulst en de
provincie Zeeland om bij de veerhaven Perkpolder onder meer een grote
jachthaven voor maar liefst 500 jachten te laten ontwikkelen?
1. Ja, in 2004 is bestuurlijk overeengekomen een jachthaven van maximaal 350
ligplaatsen te ontwikkelen, als onderdeel van een integrale ontwikkelingsvisie van
het gebied rond de voormalige veerhaven Perkpolder. Met dit project, waarin
natuur- en recreatieontwikkeling samengaan, wordt deels invulling gegeven aan
de behoefte aan natuurontwikkeling in het Westerscheldegebied. In december
2007 zijn deze afspraken bevestigd in een bestuursovereenkomst inzake de
ontwikkeling en realisatie van het project Perkpolder. Met het oog op een
sluitende exploitatie is nadien, de wens geuit om het aantal ligplaatsen te
verhogen tot 500. Ik heb daarmee nog niet ingestemd. Teneinde hierover een
besluit te kunnen nemen, is via het milieu effect rapport inzicht gegeven in de
nautische effecten van de recreatievaart op de beroepsvaart, voor zowel 350 als
500 ligplaatsen.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1, Den Haag Fax 070 351 78 95
Internet www.minvenw.nl
Bereikbaar met tramlijn 9 vanaf station Den Haag Centraal en Den Haag HS
RWS/SDG/NW2008/1328/71442
2. Acht u de toename van recreatievaart wenselijk aan de hoofdvaargeul van één
van de drukst bevaren scheepsroutes van Europa, die tevens bijzonder complex is
vanwege de zeer sterke eb- en vloedstromingen? Kunt u uw antwoord toelichten?
2. Ik acht de toename van de recreatievaart als gevolg van de aanleg van de
jachthaven Perkpolder toelaatbaar, onder voorwaarde dat maatregelen worden
getroffen om de in de nautische analyse beschreven negatieve effecten tegen te
gaan. Met inachtneming van deze mitigerende maatregelen verwacht ik dat zich
geen conflicten zullen voordoen met de beroepsscheepvaart in de hoofdvaargeul.
Het spreekt voor zich dat ik erop zal toezien dat de te treffen beheersmaatregelen
daadwerkelijk worden uitgevoerd en nageleefd.
3. Klopt het dat er in 2006 een nautisch veiligheidsrapport is gemaakt voor dit
gebied waarbij een overwegend negatief oordeel is geveld over de haalbaarheid
van de realisatie van een jachthaven in dit gebied? Klopt de informatie dat er de
afgelopen twee jaar sprake is geweest van toegenomen bevaringsintensiteit van
de Westerschelde en er door steeds grotere schepen wordt gevaren? Klopt de
informatie dat de vaargeul verder is verdiept, met als gevolg dat er nog sterkere
stromingen in deze vaargeul voorkomen? Klopt het dat er in het oude
veiligheidsrapport uit werd gegaan van een te bouwen haven die niet aan 500
maar slechts aan 350 jachten plaats zou kunnen bieden?
3. In 2006 is voor het initiatief Perkpolder de nautische veiligheid getoetst. Het is
juist dat in het milieu effect rapport is geconcludeerd dat negatieve effecten te
verwachten zijn maar, dat met de nodige mitigerende maatregelen deze negatieve
effecten kunnen worden weggenomen. In opdracht van de Permanente
Commissie van Toezicht op de Scheldevaart is het `Monitorrapportage Veiligheid
Scheldegebied 2007' opgesteld. Hieruit blijkt, dat met betrekking tot de
verkeersintensiteiten voor zowel de zee- als de binnenvaart in 2007 ten opzichte
van 2006 een lichte toename is geconstateerd. Ook is er sprake geweest van een
zich voortzettende schaalvergroting in de beroepsvaart.
De vaargeul in de Westerschelde wordt door middel van onderhoudsbaggerwerk
op diepte gehouden. Deze diepte is vastgelegd in het Verruimingsverdrag uit
1995. Tijdens springtijen blijkt een significante dwarsstroom over de Platen van
Ossenisse te kunnen optreden. De scheepvaart is hierop geattendeerd middels
een `Bekendmaking aan de Scheepvaart'. Met betrekking tot toekomstige
ontwikkelingen worden plaatselijk stromingen gemonitord en geëvalueerd.
In het milieu effect rapport uit 2006 zijn de nautische effecten onderzocht van
zowel 350 als 500 ligplaatsen. Eventuele uitbreiding tot 500 ligplaatsen zal pas na
een gedegen evaluatie van de veiligheidstoestand van 350 ligplaatsen in
overweging worden genomen.
---
RWS/SDG/NW2008/1328/71442
4. Acht u het daarmee aannemelijk dat een vergelijkbare nautische
veiligheidsrapportage op dit moment een nog negatiever oordeel zou vellen dan
in 2006 het geval was? Kunt u uw antwoord toelichten voor een ieder van de in
vraag drie genoemde ontwikkelingen of feiten?
4. De toename van de scheepvaart (intensiteit en schaalgrootte) is niet zodanig dat
de conclusies uit het rapport van 2006 al zouden moeten worden herzien. Sinds
2006 is de vaargeul niet verder verdiept; de stromingen zijn derhalve niet
toegenomen. Wel is er door monitoring meer informatie beschikbaar gekomen
over de stromingen. Zie verder mijn antwoord op vraag 3.
5. Zou u na het voltooien van de jachthaven in de Perkpolder de nautische veiligheid
kunnen garanderen zoals vastgelegd in de Scheldeverdragen?
5. Ingevolge het verdrag Gemeenschappelijk Nautisch Beheer wordt door de
Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart steeds uitdrukkelijk
aandacht besteed aan de veiligheid van de scheepvaart. Tevens wordt jaarlijks de
ontwikkeling van de nautische veiligheid gemonitord en wordt de Permanente
Commissie van Toezicht op de Scheldevaart geadviseerd door de Commissie
Nautische Veiligheid over ongevallen en bijna ongevallen. In afwachting van het
in antwoord 3 genoemde onderzoek ga ik er vooralsnog vanuit dat met de
continuering van het bestaande veiligheidsbeleid inzake de scheepvaart, met
inachtneming van de voorgeschreven specifieke veiligheidsmaatregelen voor
aanleg van de jachthaven, de nautische veiligheid in de Schelderegio op het
huidige hoge niveau kan worden gehandhaafd.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat