Babysterfte in Nederland bijna hoogste van Europa
Bouwprognoses 2008 - 2013: Bouw krijgt op termijn te lijden onder
vraaguitval
11 december 2008
Zesentwintig Europese landen vergeleken
Babysterfte in Nederland bijna hoogste van Europa
Nederland behoort tot de landen met de hoogste babysterfte in Europa.
Dit blijkt uit EURO-PERISTAT-II, een groot Europees vergelijkend
onderzoek van gezondheidsuitkomsten van moeders en baby's in 25
EU-landen en Noorwegen. In Nederland sterft één op de honderd baby's
tijdens de zwangerschap of direct na de geboorte, waarmee ons land op
de derde plaats staat na Frankrijk en Letland. De Europese resultaten
zijn vandaag gepresenteerd. De Nederlandse cijfers worden zaterdag 13
december gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
TNO heeft in samenwerking met het Franse INSERM, de sterftecijfers uit
het peiljaar 2004 van baby's voor, tijdens of direct na de geboorte
tussen 26 Europese landen vergeleken. Het vorige PERISTAT-onderzoek
had 1999 als peiljaar. Toen had Nederland het hoogste sterftecijfer
van 15 EU-landen. Ten opzichte van 1999 is het sterftecijfer in
Nederland gedaald, maar ook in andere Europese landen is de sterfte
van baby's rondom de geboorte afgenomen.
De Nederlandse cijfers zijn afkomstig van de Stichting Perinatale
Registratie Nederland. In de Stichting zijn de beroepsorganisaties van
verloskundigen (KNOV), gynaecologen (NVOG), kinderartsen (NVK) en
huisartsen (LHV) vertegenwoordigd.
Hoog sterftecijfer
In Nederland sterft één op de honderd baby's voor, tijdens of direct
na de geboorte. Alleen in Frankrijk en Letland is dit aantal hoger.
Daar sterven elf op de duizend kinderen. Met nog geen vijf
sterftegevallen per duizend geboortes scoren Luxemburg, Slowakije en
Spanje het beste van alle Europese landen. Nederland kent relatief
hoge sterftecijfers tijdens de zwangerschap en de geboorte en vlak na
de geboorte. De sterfte in de tweede tot de vierde week na de geboorte
is in Nederland relatief laag.
Oorzaken nog onduidelijk
Het is nog onvoldoende duidelijk waarom ons land het ten opzichte van
de rest van Europa niet goed doet. Nederland heeft relatief veel
oudere moeders en meerlingzwangerschappen. Ook kende Nederland
relatief weinig prenatale screening op aangeboren afwijkingen in 2004.
Nederlandse kinderartsen zijn terughoudend met behandelen van extreem
vroeggeboren baby's waardoor deze hier vaker vlak na de geboorte
overlijden dan het buitenland. Deze factoren kunnen echter niet het
totale verschil verklaren. Of in Nederland het percentage allochtone
zwangeren hoog is in vergelijking met de andere landen en of dat een
deel van het verschil verklaart is op basis van de PERISTAT-cijfers
niet te zeggen.
Volgens de Nederlandse PERISTAT-Stuurgroep is het hard nodig meer te
weten over de oorzaken van de relatief hoge sterfte in Nederland en
over de mogelijkheden om deze te verlagen. Nadere analyses van de
verschillen in babysterfte tussen de Europese landen kunnen een eerste
stap zijn in die richting. Alleen als we veel meer weten over de aard
van het probleem in Nederland kan de (preventieve) zorg aan zwangeren
en pasgeborenen effectief worden verbeterd.
Gezamenlijk Persbericht
TNO, Maastricht UMC, Koninklijke Nederlandse Organisatie Van
Verloskundigen (KNOV), Nederlandse Vereniging Voor Kindergeneeskunde
(NVK), Nederlandse Vereniging Voor Obstetrie En Gynaecologie (NVOG).
bericht 2008-62
Dit artikel afdrukken Stuur deze pagina door per e-mail Voeg deze
pagina toe aan uw favorieten
Contactpersoon
drs. M.J.M. (Maarten) Lörtzer
drs. M.J.M. (Maarten) Lörtzer
015 269 49 75
TNO