Partij van de Arbeid

Den Haag, 11 december 2008

Bijdrage lid Waalkens (PvdA) aan begroting LNV

Gesproken woord geldt!

Voorzitter,

In mijn inbreng zal ik de volgende onderwerpen langslopen: de concurrentiekracht van de Nederlandse landbouwsector, de toekomst van het Europees landbouwbeleid en de besteding van de Europese landbouwsubsidies, coherentie van beleid en boeren in ontwikkelingslanden, en tot slotte veredelingstechnieken.

Kracht van de Nederlandse landbouwsector
Voorzitter,
De Nederlandse landbouw is uniek te noemen. In een veranderende wereld, in een wereld waar schaalvergroting en massaproductie steeds belangrijker lijken te worden, lukt het de Nederlandse land- en tuinbouw toch om stevige concurrentiekracht te vinden. Dat doet ze door op zoek te gaan naar de hoogst mogelijke toegevoegde waarde, dat is de kracht van Nederlandse land- en tuinbouw. We kunnen genoeg voorbeelden noemen waaruit dat blijkt. De Nederlandse zuivelsector is in de hele keten 'top of the bill', net als het raffineren van zetmeelaardappelen. We hebben de bijzondere positie van Wageningen in de wereld en de Nederlandse kennis over waterbeheer. De Nederlandse tuinbouwsector is uniek wat betreft innovatie, kwaliteit en betrouwbaarheid. Geen land is zo goed in 'just in time delivery' als Nederland: altijd overal vers en van de hoogste kwaliteit. Kortom de Nederlandse landbouw is met al haar ketenpartners een laboratorium op praktijkschaal. De sector is belangrijk voor de Nederlandse economie. Een groot deel van de landbouw draait nu al zonder subsidies en dat kan zo blijven. Maar ze heeft wel een inpasbare vrijheid om zich te ontwikkelen nodig.

Ruimte voor schaalvergroting
In het volgende blokje ga ik in op ruimtelijke ontwikkelingen in de Nederlandse landbouw. Ik maak onderscheid tussen schaalvergroting van gezinsbedrijven en schaalsprongen die geïnitieerd worden door investeerdersgroepen. Er moeten scherpere scheidingen komen tussen de economisch georiënteerde landbouw en de verbrede landbouw. Hiervoor heb ik eerder een pleidooi gehouden voor een Agrarische Hoofd Structuur. Veel te veel en veel te vaak willen we functies integraal koppelen, terwijl er echt conflicterende belangen zijn. De ministers Cramer en Verburg moeten ruimte geven aan schaalsprongen: plaats maken voor bovenregionale agrarische vestigingsterreinen, waar de megastallen wel de ruimte zouden moeten krijgen.

Ik denk dan aan gebieden als bijvoorbeeld de Eemshaven en aan aansluiting aan bestaande industrieterreinen. Megastallen, tuinbouw en windmolens laten zich bijvoorbeeld uitstekend combineren. Wij willen eisen stellen bij deze schaalsprongen op het terrein van Volksgezondheid, diergezondheid, milieu en dierenwelzijn. Het is met name op deze punten dat de Nationale overheid aan zet is om zich hier tegen aan te bemoeien door regels te stellen. Ook de Rijksadviseur voor het landschap (Yte Feddes) heeft die stelling geponeerd. Graag een reactie van de minister. En welke mogelijkheden ziet de minister voor het bouwen onder architectuur?

Andere rol landbouw
Daarnaast is er een andere rol voor de landbouw in Nederland: In de verstedelijkte omgeving willen we boeren burgers en buitenlui een verantwoordelijke plek geven bij het beheren van kwetsbare landschappen. En bij het invullen van bovenwettelijke eisen op maatschappelijke thema's als dierenwelzijn, milieu en bij het verwezenlijken van onze ambities om de EHS wel degelijk in 2018 gerealiseerd te krijgen. Ik kom hier zo op terug.

Herziening Europees landbouwbeleid
Voorzitter, dan nu de landbouwsubsidies.
We staan voor een herziening van het Europees landbouwbeleid. Ten eerste biedt de Health Check mogelijkheden voor aanpassing van het huidige beleid. Ten tweede moeten we nú vooruit kijken naar wat er gebeurt na 2013. Dit is geen makkelijke discussie, en we hebben zeker geen makkelijke opdracht. We staan voor de enorme uitdaging om tot een herverdeling te komen van de nu nog geldende regeling van het GLB. De minister heeft de toezegging gedaan de Kamer voor 1 april te informeren over haar uitwerking van de Health Check. Wanneer kan de minister ons de contouren geven? Kan ze daarin ook onze ideeën hierover becommentariëren? We beseffen dat het gaat om een grote herverdeling, maar gemakkelijke boodschappen en oplossingen bestaan niet. Waarom is de minister zo aarzelend?

Er komt jaarlijks 800 miljoen uit Brussel. Dat geld gaat, zonder dat beleidsmakers daar ook maar iets mee kunnen, naar de Nederlandse landbouw. De huidige verdeling van die gelden doet geen recht aan de nieuwe uitdagingen op terreinen als klimaat, energie, dierenwelzijn en milieu. Nu wordt de 800 miljoen verdeeld via bedrijfstoeslagen, gebaseerd op wat de agrarische bedrijven in het verleden produceerden. Deze toeslag is niet gekoppeld aan enige tegenprestatie. Dat kunnen we niet vol blijven houden. De PvdA wil dat niet, maar de minister kán dat ook niet.

Wij hebben tegen de motie Atsma gestemd die zich verzet tegen flatrate. Wij zijn voor een flatter rate, waarbij per ha een basisfinanciering wordt gegeven en daarbovenop een kop. Afhankelijk van de handicaps en de inzet voor natuurbeheer, landschapsbeheer, dierwelzijn en milieu, voor zover dit bovenwettelijk gebeurt. Met deze functionele hectarepremie kunnen we ondernemers op het platteland, of dat nu boeren zijn of andere bedrijven, een eerlijke beloning geven voor de diensten die ze leveren. Waterberging, natuurbeheer, koeien in de wei, biologisch boeren en landschapsbescherming zijn van publiek belang. En er is publiek geld voor nodig, want deze taken komen niet vanzelfsprekend uit de markt. Een goed voorbeeld is het akkerrandenbeleid. Veel akkerbouwers hebben met enthousiasme meegewerkt aan het opzetten van natuurlijke akkerranden.

De bloemen en planten die daar op groeien zijn van groot belang voor het versterken van de biodiversiteit. Nu de vergoeding is afgeschaft zijn de meeste akkerranden weer omgeploegd, zeer tot verdriet van velen, ook van boeren. Hoe denkt de minster dit verlies aan biodiversiteit te compenseren en is de minister bereid uit de niet-besteedde modulatiegelden akkerranden te gaan financieren?

Er wordt vaak te makkelijk gedacht over het openhouden van landschappen. Schaalvergroting en industrialisatie in de landbouw leggen grote druk op het landschap, net als oprukkende bedrijventerreinen en woonwijken. Agrarische activiteiten kunnen een functie vervullen bij het openhouden en beheren van de groene ruimte. Maar dan moet daar wel een eerlijke vergoeding tegenover staan. Het Europees Landbouwbeleid biedt daar nu mogelijkheden voor, de Europese Commissie geeft lidstaten de ruimte hectarepremies in te voeren. Mensen houden van het Nederlandse landschap en de identiteit die dat geeft aan hun omgeving.

Coherentie LNV en OS
Voorzitter, nu een blokje over coherentie tussen LNV en ontwikkelingssamenwerking. De samenwerking met de minister voor ontwikkelingssamenwerking is zeer positief, waarvoor alle complimenten. Maar alles staat en valt met coherentie. Europa krijgt vaak terechte kritiek: op het terrein van de landbouwsubsidies en de importtarieven op bewerkte producten. Graag een reactie hierop van de minister. Dit gaat met name om de import van verwerkte producten. Ik ben bij Ethiopische koffiebranders geweest die uitstekend in staat zijn om bonen te branden, maar met alle heffingen maken ze geen schijn van kans op de Europese markt. En waarom importeren we geen chocoladerepen uit Ghana? Omdat daar enorme invoerheffingen op betaald moeten worden. Te gek voor woorden, dat kunnen en willen we niet blijven volhouden. We maken ons grote zorgen over de verdieping en de vergroting van de hunger gap in Sub-Sahara Afrika: we zijn bang dat het gat dat valt tussen de vorige oogst en de nieuwe oogst zal leiden tot een hele diepe voedselcrisis binnen een half jaar. De financiële crisis mag ons niet afleiden van onze dure plicht om bij te dragen aan de capaciteitsopbouw, het delen van kennis en het geven van financiële steun om mensen beter te wapenen tegen de schrijnende effecten van klimaatverandering. De Alliance for Green Revolution van Kofi Annan verdient daarom ook alle steun. Sluit de minister zich hierbij aan? Daar waar de politiek niet over gaat, de handel, moet ook de industrie haar verantwoordelijkheid nemen. Mijn collega-boeren in ontwikkelingslanden moeten ook een kans krijgen. Tevreden en te vreten, daar gaat het om. Eerlijke handel moet voorop staan. Voedselsoevereiniteit is belangrijk. Regionale productieverhoging vereist een gecoördineerde en consequente aanpak. Hoever is de minister met de uitwerking van de gezamenlijke notitie met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking?

Veredeling
Voorzitter.
De biologische aardappel is een van de belangrijkste producten in het schap van de supermarkten. Maar de teelt staat tegelijkertijd onder druk door het ontbreken van geschikte rassen die resistent zijn tegen de gevreesde ziekte phytophthora. Het project BIO-impuls ontwikkelt een heel nieuw rasconcept met de biologische telers als co-kwekers.

De biologische akkerbouwer heeft rassen nodig die resistent zijn tegen phytophthora, maar ook tegen andere ziektes waar de reguliere landbouw gewasbeschermingsmiddelen inzet.

De combinatie van veredeling in de praktijk, wetenschappelijke begeleiding, teeltoptimalisatie en marktintroductie vormen samen een unieke systeeminnovatie. We moeten bij veredeling op twee paarden wedden: enerzijds op gmo's en anderzijds klassieke veredeling. En overigens ben ik van mening dat de contaminatiegrens voor zaaizaad en pootgoed moet worden vastgesteld op de detectiegrens van 0,1%.

Voorzitter, tot slot. Samen met mijn collega Atsma heb ik een amendement ingediend voor een melkveeproefbedrijf, de kenniscampus van Ny Bosma Zathe. Met dit amendement beogen we een forse impuls te geven aan de kenniscampus.

Persvoorlichting Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid Plein 2
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T 070 318 2694
E s.boting@tweedekamer.nl