4. Elektronisch patiëntendossier
Elektronisch patiëntendossier
Kamerstuk, 12 december 2008
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
12 december 2008
MEVA/ICT-2899251
Vooruitlopend op de behandeling van de wijziging van de Wet gebruik
burger-servicenummer in de zorg, in verband met de elektronische
informatieuitwisseling in de zorg, informeer ik u over een tweetal
onderwerpen. Op de eerste plaats heb ik u tijdens het Algemeen Overleg
op 11 september toegezegd om voor de wetsbehandeling te komen met de
stand van zaken met betrekking tot de identificatie en inzage door de
patiënt in zijn gegevens (27 529, nr. 41). Op de tweede plaats heb ik
u tijdens het spoed Algemeen Overleg op 6 november en tijdens het VAO
op 19 november toegezegd uitleg te geven over de compensatieregeling
voor de gemaakte kosten bij het maken van bezwaar voor kinderen.
Toegang patiënt tot het EPD
In Nederland hebben mensen volgens de Wet Geneeskundige
Behandelovereenkomst (WGBO) het recht op inzage in de eigen medische
gegevens. De inzage door de zorgconsument in de eigen medische
gegevens vindt nu alleen decentraal plaats via de individuele
zorgaanbieder. Met de komst van het landelijke EPD ontstaat nu ook de
mogelijkheid voor de zorgconsument om via de elektronische weg toegang
te krijgen tot het EPD-deel van de medische gegevens. Om deze
elektronische toegang voor de patiënt op een veilige en
gebruiksvriendelijke manier mogelijk te maken wordt momenteel een
aantal activiteiten ondernomen. Deze zijn hieronder beschreven.
* Onderzoek naar identificatie en authenticatie van de
zorgconsument.
Eén van de onderdelen rondom het realiseren van de toegang voor de
zorg-consument waaraan met prioriteit invulling moet worden
gegeven betreft de identificatie en authenticatie van de
zorgconsument. In eerdere stadia werd uitgegaan van de komst van
de elektronische Nederlandse identiteitskaart (eNIK) als
identificatie- en authenticatiemiddel voor de zorgconsument. Uit
gesprekken met het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties is duidelijk geworden dat de eNIK de komende
jaren niet gereed zal zijn. Gelet op de prioriteit om de
zorgconsument toegang te geven tot een deel van diens medische
gege-vens, is besloten om alternatieve toegangsmiddelen in kaart
te brengen.
Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) heeft in deze
aangegeven dat er rekening moet worden gehouden met een aantal
aspecten, waaronder de risico's die de verwerking en de aard van
de te beschermen gegevens met zich meebrengen. In ieder geval
dient bij een alternatief authenticatiemiddel een zorgvuldig
uitgifteproces te worden gegarandeerd om identiteitsfraude en
onrechtmatige toegang tot het EPD te voorkomen. Geadviseerd wordt
om in ieder geval een face-to-face controle in te bouwen.
Daarnaast heeft het CBP aangegeven dat het gebruik van een
zogenaamde `two-factor authentication', zoals bij DigiD met
sms-verificatie en face-to-face controle, voor de hand ligt. Op
advies van het CBP heb ik een onafhankelijk onderzoek laten
uitvoeren naar beschikbare alternatieven. De opdracht hiervoor heb
ik verleend aan PriceWater-house Coopers, in samenwerking met de
Universiteit van Tilburg en de Radboud Universiteit (EUR
55.216,-). Uit dit onderzoek komen twee mogelijke
authenticatiemiddelen naar voren, gelet op een inventarisatie van
technische en juridische eisen. Het rapport is als bijlage bij
deze brief toegevoegd.
Het eerste betreft het gebruik van DigiD, met sms-verificatie, en
een additionele face-to-face controle. Dit laatste houdt in dat de
zorgconsument zich persoonlijk moet melden bij een controle
instantie alwaar een baliemedewerker de identiteit van de
betreffende persoon kan vaststellen. Het rapport geeft vervolgens
inzicht in methodes om ook nog het opgegeven mobiele nummer te
kunnen verifiëren. Het tweede authenticatiemiddel is het gebruik
van Remote Travel Document Authentication (RTDA). Dit is eveneens
gebaseerd op DigiD, aangevuld met een authenticatie door middel
van een reisdocument. Alle reisdocumenten afgegeven na 26 augustus
2006 bevatten namelijk een chip.
De in het rapport geschetste variant voor DigiD, met sms en
face-to-face controle heeft de voorkeur. Het is immers het minst
ingrijpend en omslachtig voor de gebruiker. Veel inwoners in
Nederland zijn al gewend om te werken met DigiD, zoals bij het
invullen van de belastingen. RTDA is ingrijpender omdat
zorgconsumenten (thuis) een kaartlezer nodig zullen hebben.
Hierbij is het niet ondenkbaar dat er distributie- en
installatieproblemen optreden. Zeker gezien het feit dat de
achter-liggende infrastructuur ontworpen is voor gebruik door
officiële instanties als de politie en marechaussee. Omdat de
geldigheidsduur van reisdocumenten 5 jaar bedraagt, zal het
bovendien nog tot 2011 duren voordat alle huidige reisdocu-menten
zijn vervangen door een reisdocument met chip.
Het rapport geeft ook inzicht in het inrichten van het
uitgifteproces bij een con-trole instantie. Hierbij zijn twee
varianten uitgewerkt: het gemeentehuis en de apotheker. Het ligt
het meest voor de hand om dit proces in te richten bij
ge-meentehuizen. Het personeel bij gemeenten heeft namelijk
aanzienlijk meer ervaring in het authenticeren van
identiteitsbewijzen dan personeel werkzaam in de zorg. Bovendien
is het verstandig om dit proces op generiek niveau te beleggen,
wanneer naast het EPD andere gebruikers zich melden voor een
dergelijk authenticatiemiddel. We zijn dan ook momenteel in
gesprek hierover met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
* Stappenplan toegang voor de zorgconsument.
In samenwerking met Nictiz wordt momenteel gewerkt aan de
uitvoering van een stappenplan om te komen tot toegang voor de
zorgconsument tot het EPD. Hierbij wordt rekening gehouden met de
wensen van de eindgebruiker, de zorgconsu-ment, en die van de
zorgverlener. Binnen de scope van dit plan behoren de volgende
stappen te worden genomen:
+ Het ontwerpen van de infrastructuur voor toegang van de
zorgconsument, inclusief een impactanalyse op het landelijk
schakelpunt.
+ Het ontwerpen van het noodzakelijke identificatie en
authenticatie service, inclusief de interfaces met DigiD,
inclusief sms, en de face-to-face controle.
+ Het ontwerpen van een webtoepassing voor toegang van de
zorgconsument. Met betrekking tot de functionaliteit moet
onderscheid worden gemaakt tussen twee prioriteiten. Het
eerste betreft toegang tot het autorisatieprofiel (totaal
bezwaar, uitsluiten zorgverleners op naam en op beroepsgroep)
en de tweede prioriteit is de inzage in logginggegevens, de
verwijsindex, de medicatiegegevens en de waarneemgegevens van
de huisarts.
+ Het bouwen en testen op het gebied van acceptatie en
integratie van alle reeds ontworpen componenten
(infrastructuur, identificatie en authenticatie service en de
webtoepassing).
+ Het uitvoeren van pilots. De eerste zal in januari 2009 van
start gaan in de regio Twente.
+ Hierna kan worden overgegaan op de daadwerkelijke
implementatie en in gebruik name door zorgconsumenten. Dit
zal eind 2009 gereed zijn.
Compensatieregeling
Ik heb u toegezegd in te gaan op de wijze waarop de kosten worden
vergoed voor de uittreksels geboorteregister en GBA die zijn ingediend
bij het maken van bezwaar voor kinderen jonger dan zestien jaar.
Na de verwerking van het bezwaar ontvangt de indiener ervan een brief
waarin wordt gewezen op de mogelijkheid tot vergoeding. Wanneer de
indiener voor vergoeding in aanmerking wil komen, wordt men verzocht
een eenvoudig antwoordformulier waarop het bank- of gironummer, naam
en woonplaats in te vullen. Dit formulier kan men terugsturen met een
bijgevoegde antwoordenveloppe. Zo snel mogelijk na ontvangst zal de
uitbetaling van de vergoeding plaatsvinden. Per ingediend origineel
uittreksel van het geboorteregister of GBA zal een vergoeding van EUR
15,- worden verstrekt.
Zoals ik in antwoord op Kamervragen van de heer Zijlstra heb
aangegeven (MEVA-K-U-2892563) is de bezwaarprocedure voor kinderen
inmiddels vereenvoudigd. Als alternatief voor het uittreksel uit het
geboorteregister is een kopie van de pagina in het paspoort waarop de
bijschrijving van het kind (of de kinderen) staat met een kopie van de
houderpagina (de pagina met de foto van de ouder) toegestaan.
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport