Portretfoto Leden Raad
voor de rechtspraak
Gemeenten mogen keuze voor een persoonsgebonden budget niet zomaar
beperken
Utrecht, 12 december 2008 - De Centrale Raad van Beroep, de hoogste
bestuursrechter in sociale zekerheidszaken, heeft in zijn uitspraak
van 10 december 2008 (nr 08/3206 WMO; LJN: BG6612) beslist dat
gemeenten de vrijheid van gehandicapten om te kiezen voor een
persoonsgebonden budget niet zomaar mogen beperken. Gemeenten mogen in
hun Wmo-verordeningen niet zeggen dat gehandicapten uitsluitend recht
hebben op een voorziening in bruikleen. Als een gehandicapte liever
geld wil hebben om de voorziening zelf aan te schaffen moet de
gemeente dat in de meeste gevallen goed vinden.
De verzorgers van een ernstig meervoudig gehandicapt kind hadden op
grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007 een
elektrisch in hoogte verstelbare douchestoel aangevraagd, of een
persoonsgebonden budget om zoân stoel zelf te kunnen aanschaffen. De
gemeente had die aanvraag afgewezen. Zij wilde alleen een niet
elektrisch verstelbare douchestoel in bruikleen geven, die volgens de
verzorgers ongeschikt was. De gemeente baseerde zich op de
gemeentelijke Wmo-verordening, waarin staat dat roerende
woonvoorzieningen, zoals een douchestoel en andere niet aan de woning
zelf bevestigde hulpmiddelen, alleen in bruikleen kunnen worden
verstrekt. De gemeente wil hiermee het hergebruik van roerende
woonvoorzieningen, die niet meer nodig zijn, veilig stellen en zo
kosten besparen. De Centrale Raad van Beroep vindt dit geen
zwaarwegende reden, die volgens de Wmo is vereist om de keuzevrijheid
van de gehandicapte te mogen beperken. Hergebruik van roerende
woonvoorzieningen kan volgens de Centrale Raad van Beroep ook op een
andere manier bereikt worden zonder de keuzevrijheid van de
gehandicapte aan te tasten.
De Centrale Raad heeft in deze uitspraak ook beslist dat de gemeenten
wel vrijheid hebben bij de uitvoering van de Wmo, maar dat die
vrijheid wel zijn grenzen kent. De gemeenten moeten aan de
gehandicapten voorzieningen aanbieden die hun beperkingen op het
gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie
compenseren. Als er een geschil is tussen een gehandicapte en het
gemeentebestuur over de uitvoering van de Wmo zal de bestuursrechter
vol toetsen of met de door de gemeente aangeboden voorziening aan de
zogeheten compensatieplicht is voldaan.
Volgens de Wmo zijn de gemeenten verplicht om beperkingen die
gehandicapten ondervinden op het gebied van hun zelfredzaamheid en hun
maatschappelijke participatie te compenseren door voorzieningen in
natura of een persoonsgebonden budget aan te bieden. Dit kunnen
voorzieningen zijn die beperkingen compenseren bij het zich kunnen
vervoeren en verplaatsen, zoals bijvoorbeeld de rolstoeltaxi, een
rollator of een rolstoel. Ook voorzieningen die helpen bij het kunnen
voeren van een huishouding vallen hieronder, zoals het aanpassen van
een woning en huishoudelijke hulp.
Voor eventuele vragen over dit persbericht kunt u zich wenden tot B.C.
Rog, telefoon 030-8502112.
Aan dit persbericht kunnen geen rechten worden ontleend.
Utrecht, 12 december 2008.
LJ Nummer
BG6612
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 12 december 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie