Ministerraad
Sneller besluiten: achteraf inspraak wordt vooraf meedenken
Persbericht | 12-12-2008
Betere en snellere besluitvorming vraagt om besluiten die
maatschappelijk breed gedragen worden. Daarom kan het publiek vanaf nu
in een vroeg stadium actief en constructief meedenken met
besluitvorming over infrastructuur en ruimtelijke inrichting. Dit
verbetert de kwaliteit van een besluit en voorkomt vertraging doordat
het draagvlak toeneemt. Sneller duidelijkheid over een besluit is niet
alleen een wens van het kabinet, maar juist ook van het publiek zelf.
Hiermee geeft het kabinet invulling aan een aantal acties uit het
advies Sneller en Beter van de commissie Elverding.
De ministerraad heeft op voorstel van minister Eurlings van Verkeer en
Waterstaat, minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer, minister Verburg van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit en staatssecretaris Bijleveld-Schouten van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met toezending aan
de Tweede Kamer van een voorstel om inspraak opnieuw vorm te geven.
Bij de huidige inspraakprocedures reageert het publiek op plannen of
voorlopige besluiten van de overheid. Daardoor heeft het publiek
weinig ruimte om actief te kunnen meedenken. Inspraak markeert dan
vaak het begin van lange juridische procedures. Burgers zijn
ontevreden over deze manier van inspraak en hebben er weinig
vertrouwen in.
Om het publiek beter en effectiever bij besluiten te betrekken heeft
het Rijk in de afgelopen twee jaar in zeven projecten geëxperimenteerd
met een nieuwe vorm van inspraak, de Inspraak Nieuwe Stijl. Uitgebreid
onderzoek toont aan dat die nieuwe aanpak werkt. Inspraak wordt
vervangen door publieksparticipatie. Dat betekent consultatie over nut
en noodzaak, mogelijke oplossingen en voor- en nadelen. Maatwerk is
het uitgangspunt: afhankelijk van de aard en impact van het plan wordt
een passende vorm van participatie gekozen. De input stelt de politiek
in staat om een goed afgewogen voorkeur te bepalen. Daarna volgt een
formele toets van het voorgenomen besluit, waarbij een ieder de
mogelijkheid heeft om te reageren.
Uit het onderzoek blijkt dat de nieuwe aanpak niet garandeert dat
iedereen het altijd eens zal zijn met alle besluiten. Wel zorgt het
voor meer bruikbare input, meer duidelijkheid en meer draagvlak bij
betrokkenen. Hierdoor zijn er minder beroepen tegen een besluit,
waardoor de kans op vertragingen afneemt. Omdat bij een spitsstrook
andere, veel minder intensieve participatie past dan bij de aanleg van
geheel nieuwe infrastructuur zal de participatie daarop worden
aangepast. Het net opgerichte Expertisecentrum Publieksparticipatie,
waarvan het Inspraakpunt Verkeer en Waterstaat de basis vormt,
adviseert bestuurders en projectorganisaties hoe zij invulling kunnen
geven aan deze publieksparticipatie.