4. Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over onverantwoorde zorg
op Intensive Cares
Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over onverantwoorde zorg op
Intensive Cares
Kamerstuk, 12 december 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-2899809
12 december 2008
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Van
Gerven over onverantwoorde zorg op Intensive Cares (2080907080).
Voorafgaand aan de beantwoording van de kamervragen is het volgende
van belang. De IGZ heeft in vervolg op eerder onderzoek (ad 3) een
nieuw onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van intensive care
afdelingen van niveau 1 (ad 4). U ontvangt dit rapport gelijktijdig
met de beantwoording van de kamervragen. In de beantwoording van de
kamervragen zal ik voor specifieke onderdelen naar dit rapport
verwijzen (ad 4).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de televisie-uitzending over onverantwoorde zorg
op Intensive Cares (IC's)? 1)
Antwoord 1
De resultaten van de enquête van NOVA baren mij zorgen, waarbij ik
aanteken dat NOVA zich baseert op informatie uit 2007. Het rapport van
de IGZ geeft de meest recente situatie weer. Voorts wil ik de indruk
wegnemen dat het in het algemeen slecht gesteld is met de kwaliteit
van de intensive care in de ziekenhuizen. In de uitzending van NOVA
werd gemeld dat 1000 patiënten zes dagen of langer op de kleine
intensive care afdelingen liggen waarbij de indruk werd gewekt dat dit
onverantwoorde zorg was. Ziekenhuizen met een IC-afdeling van niveau 1
zijn verplicht om bij een te verwachten behandelduur van langer dan 72
uur, binnen 24 uur na opname van de betreffende patiënt contact op te
nemen met een ziekenhuis met een hoger niveau IC. Een individuele
afweging is nodig om de risico's van overplaatsing af te wegen tegen
de voordelen van verzorging op een IC-afdeling met een hoger niveau.
Vanuit het oogpunt van verantwoorde zorg kan bijvoorbeeld besloten
worden dat de patiënt in hetzelfde ziekenhuis zorg blijft ontvangen,
maar dat de verdere behandeling ondersteund wordt door een arts uit
het ziekenhuis met een hoger niveau IC.
Vraag 2
Wat zijn volgens u de redenen dat jaarlijks meer dan 1000 patiënten
langer dan 16 dagen op een intensive care van niveau 1 liggen? Wat is
uw oordeel hierover?
Antwoord 2
Voorop moet staan dat onder alle omstandigheden sprake moet zijn van
verantwoorde zorgverlening. In sommige gevallen zal het daarom nodig
zijn om patiënten over te plaatsen naar een IC-afdeling met een hoger
niveau. In andere gevallen maakt het ziektebeloop het noodzakelijk dat
patiënten langer dan zestien dagen moeten worden beademd. Zie antwoord
op vraag 1.
Vraag 3
Is het waar dat de capaciteit van de IC's van de hogere niveau's 2 en
3 onvoldoende is zodat streekziekenhuizen patiënten niet kunnen
overplaatsen naar bijvoorbeeld universitaire ziekenhuizen en
topklinische ziekenhuizen in bijvoorbeeld Groningen, Utrecht, Nijmegen
en Zwolle? Hoe groot zijn deze problemen in het hele land? Om hoeveel
IC-bedden gaat het dan? Zo ja, welke maatregelen denkt u te gaan nemen
om deze tekorten op te heffen?
Antwoord 3
De IGZ geeft op basis van de beschikbare informatie aan dat er
voldoende capaciteit van de IC's met niveaus 2 en 3 is. De IGZ start
in 2009 met een onderzoek naar de kwaliteit van de IC-afdelingen met
niveaus 2 en 3.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het bestaansrecht van de IC's van niveau 1 in de
streekziekenhuizen? Vervullen zij een belangrijke functie bij het
zorgaanbod van streekziekenhuizen? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat
streekziekenhuizen een kwalitatief goede IC overeind kunnen houden?
Antwoord 4
Verantwoorde zorgverlening moet altijd voorop staan, ook bij de kleine
intensive care afdelingen. Hiertoe hebben de veldpartijen in 2006 de
richtlijn "Organisatie en werkwijze op intensive care-afdelingen voor
volwassenen" opgesteld met de criteria waaraan de IC-afdelingen per
niveau moeten voldoen. Indien ziekenhuizen niet aan deze criteria
voldoen dan is het in bedrijf hebben van een IC-afdeling niet
vanzelfsprekend. De IGZ continueert de handhaving op basis van deze
criteria. Uit het onderzoek van de IGZ blijkt dat op dit moment
dertien ziekenhuizen niet voldoen aan de belangrijkste criteria. De
IGZ heeft betrokken ziekenhuizen inmiddels geïnformeerd over de
specifieke handhavingsmaatregelen. Voor het specifieke
handhavingsbeleid van de IGZ verwijs ik u naar het rapport van de IGZ.
Ziekenhuizen zijn overigens niet verplicht om een IC-afdeling te
hebben om verantwoorde zorg te kunnen verlenen. Ziekenhuizen zonder
IC-afdeling kunnen acute zorg voor patiënten garanderen met een
24-uurs recovery of een `acute-zorg-afdeling'. Dit betekent ook dat
het ziekenhuis zijn opname- en operatiebeleid op het ontbreken van een
IC moet afstemmen en voor de verdere opvang van patiënten afspraken
binnen de regio moet maken.
Vraag 5
Is het waar dat voor de streekziekenhuizen de IC bedden minder
kostendekkend zijn dan voor grotere ziekenhuizen?
Antwoord 5
Nee. De bekostiging van de IC is gebaseerd op de vorm van zorg die op
de betreffende IC wordt geleverd. Bij de bekostiging wordt derhalve
geen principieel onderscheid gemaakt tussen de soorten ziekenhuizen.
Zie antwoord op vraag 6.
Vraag 6
Wat is de reden dat ziekenhuizen met meer dan 1000 beademingsdagen per
jaar een `beademingstoeslag' krijgen van circa 1010 euro per dag voor
elke beademingsdag boven de 1000 terwijl streekziekenhuizen met minder
beademingsdagen deze toeslag niet krijgen?
Antwoord 6
Ziekenhuizen kunnen IC-afdelingen met niveau 1, 2 of 3 hebben. De
ziekenhuizen met een hoger niveau IC moeten aan meer én hogere eisen
voldoen. Zo moet een ziekenhuis met een IC-afdeling met niveau 3 meer
IC-artsen per bed beschikbaar hebben dan een ziekenhuis met een
IC-afdeling met niveau 1.
In 2003 is in de bekostigingssystematiek van ziekenhuizen een
additionele IC-budgetvergoeding, de beademingstoeslag, ingevoerd.
Daarbij vormt het aantal beademingsdagen per jaar het criterium voor
de bekostiging. Ziekenhuizen met meer dan 1000 beademingsdagen komen
in aanmerking voor deze additionele budgetvergoeding. De ondergrens is
op 1000 beademingsdagen per jaar gesteld, aangezien de problemen zich
met name voordeden op de IC-afdelingen met een groot aantal
beademingsdagen, in de regel IC-afdelingen van een hoger niveau. Met
deze additionele budgetvergoeding kunnen de ziekenhuizen de kwaliteit
van de IC-zorg op peil brengen en houden. Mijn inziens is hiermee
sprake van een adequate bekostiging.
Vraag 7
Onderkent u het probleem dat kleinere ziekenhuizen door de huidige
financieringsstructuur benadeeld worden ten opzichte van de grotere
ziekenhuizen? Zo ja, op welke wijze gaat u de financiering aanpassen,
zodat kwaliteit kan worden gegarandeerd? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 7
Zie antwoorden op vragen 5 en 6. Er zijn in het kader van het
onderhoud aan de huidige bekostigingssystematiek geen knelpunten met
betrekking tot de IC-bekostiging naar voren gebracht. Ik zie nu dan
ook geen noodzaak de huidige beleidsregels voor de IC aan te passen.
Vraag 8
Onderschrijft u het standpunt dat de kwaliteit van de IC's in
streekziekenhuizen verbetert wanneer wordt samengewerkt met een
topklinisch of academisch ziekenhuis? Zo ja, dient dan niet elk
streekziekenhuis te worden verplicht een dergelijk
samenwerkingsverband aan te gaan? Zo ja, welke maatregelen gaat u
treffen zodat een dergelijke samenwerking ook daadwerkelijk tot stand
komt?
Antwoord 8
Het belang van een goede samenwerking met betrekking tot het
zorgbeleid in ziekenhuizen met een IC afdeling kan niet genoeg
benadrukt worden. Ziekenhuizen onderkennen dit belang ook. In de
richtlijn van 2006 staan daarom voorwaarden die een goede samenwerking
waarborgen. Zie verder het rapport van de IGZ.
Vraag 9
Welke acties heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) het
afgelopen jaar ondernomen, na de televisie-uitzending van 16 november
2007 2), om de kwaliteit van de IC's in Nederland te verbeteren?
Antwoord 9
Zoals reeds gemeld heeft de IGZ onderzoek gedaan naar de kwaliteit van
de IC-afdelingen met niveau 1. Uw Kamer is hierover met mijn brieven
van 21 november 2007 en 18 juni 2008 geïnformeerd. De IGZ heeft naar
aanleiding van haar eerste bevindingen betrokken ziekenhuizen gemaand
de kwaliteit van de intensive care afdelingen overeenkomstig de in de
richtlijn gestelde criteria op peil te brengen en te houden. De IGZ
constateert dat al belangrijke vorderingen zijn gemaakt. Voor het
specifieke handhavingsbeleid van de IGZ verwijs ik u naar het rapport
van de IGZ.
Vraag 10
Wanneer kan de Kamer de nieuwe evaluatie over de IC's van de IGZ
verwachten?
Antwoord 10
Zie het rapport van de IGZ. De IGZ start in 2009 met een onderzoek
naar de kwaliteit van de IC-afdelingen met niveaus 2 en 3.
1) NOVA, 28 november 2008
2) NOVA, 16 november 2007
3) Intensieve Zorgen, IGZ, 2005
4) IC-afdelingen van niveau 1: "op weg naar verantwoorde zorg", IGZ,
2008
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport