Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Rapportage Sport 2008 mooie spiegel

Rapportage Sport 2008 mooie spiegel

Toespraak, 9 december 2008

Toespraak voor de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Jet Bussemaker, ter gelegenheid van de SCP-`Rapportage Sport 2008' op 9 december 2008, te Den Haag.

Dames en heren,

o In de sport zijn altijd wel wat slapstickachtige elementen te ontdekken', zegt Freek de Jonge in zijn nieuwste conference (`De Limiet') die hij helemaal aan topsport wijdt. Hij zegt ook dat sport een serieuze aangelegenheid is. Ik zou zelf eerder zeggen: sport is een leuke en aantrekkelijke aangelegenheid.

Het belang ervan blijkt uit deze `Rapportage Sport 2008'. Hartelijk dank. Ik neem het graag in ontvangst, want het geeft een mooi overzicht van wat er op sportgebied in Nederland beschikbaar is. Bovendien is het voor mij een mooie toets om te zien hoe het met de sport is gesteld.

Want je kunt het zo gek niet bedenken het Sociaal Cultureel Planbureau heeft samen vele andere organisaties de cijfers wel boven tafel gekregen. Echt alles staat erin: Van de Cruyff Courts (85) en Krajicek Playgrounds (48) waar jongeren een balletje trappen en andere sporten kunnen ontdekken, tot aan het aantal `georganiseerde' gymnastiekleraren (8.989), het aantal leden van de Brandweersportbond (27.101) of van de Studentensportbond (97.500). Nog net niet hoeveel sportconferences er de afgelopen jaren op de planken zijn gezet.

o Maar de Rapportage houdt ons ook wel een spiegel voor. Niet alleen omdat de prachtige covergirls Marit van Eupen en Kirsten van der Kolk ons herinneren aan hun persoonlijke prestaties én die van de andere Nederlandse sporters in Peking. De rapportage weerspiegelt voor mij of ons beleid en de werkelijkheid goed op elkaar aansluiten.

De belangrijkste conclusie vind ik alvast een mooie opsteker, voor iedereen trouwens. Want die zegt dat meer mensen maandelijks zijn gaan sporten. . Dat is helemaal mooi omdat het nog meer mensen zijn dan we hadden verwacht. Blijkbaar zien we met z'n allen steeds meer de lol en het nut in van bewegen.

o Het is aan de andere kant geen reden om maar op onze lauweren te gaan rusten. Want de TNO-cijfers over 2006 en 2007 laten zien dat de totale wekelijkse lichaamsbeweging iets is afgenomen. Prima dus dat meer mensen sporten, maar het zou goed zijn als we er qua frequentie nog een klein schepje bovenop gooien!

o We zien ook dat de traditionele sportverenigingen het moeilijk hebben. Die conclusie onderstreept voor mij de noodzaak die verenigingen te blijven ondersteunen. Ze zijn niet alleen belangrijk voor de sport zelf, maar hebben ook maatschappelijk taken. Sport is een bindende factor in de samenleving. Dat kan van groot nut zijn voor de wijken waarin de verenigingen gevestigd zijn.

o Of denk aan verbindingen tussen sport en onderwijs. Waarbij naschoolse opvang en huiswerkbegeleiding gecombineerd worden met sport. Daarom vind ik de combinatiefuncties zo belangrijk.

Mensen die al professioneel werkzaam zijn in het onderwijs en in de sport kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de versterking van de verenigingen. Daar werk ik hard aan samen met mijn collega's van het ministerie van Onderwijs.

De eerste 30 gemeenten zijn nu begonnen met de aanstelling van die combinatiefuncties; dit met ondersteuning van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Vereniging Sport en Gemeenten en de sportsector. Komend jaar volgen in de tweede tranche zo'n 90 gemeenten.
De lokale partners hebben het voortouw bij het `Waar' en `hoe' combinatiefuncties kunnen worden geplaatst.

De landelijke cijfers van het aantal aangestelde combinatiefunctionarissen zijn binnenkort beschikbaar. Ik verwacht dat er door gemeenten nog een flinke inhaalslag moet worden gemaakt.

Dan de talenten. Topsport blijft onze steun hard nodig hebben. We vragen steeds meer van onze talenten. Nederland heeft de ambitie om de komende jaren bij de beste 10 topsportlanden van de wereld te horen.

Uw rapportage laat zien dat die ambities haalbaar zijn. Mede omdat we steeds meer mogelijkheden scheppen voor onze talenten om topsport te bedrijven. Als we veel vragen, moeten we ze ook beter in staat stellen om bijvoorbeeld toptraining met onderwijs te kunnen combineren. Want na de sport begint een volgende levensfase. Daar moeten ook zij zich op kunnen voorbereiden.

Vandaar ook mijn ambitie om de Centra voor Topsport en Onderwijs, de zogeheten CTO's, te steunen. In Heerenveen, Amsterdam, Eindhoven en Papendal zijn inmiddels CTO's van start gegaan. Of we aan vier locaties genoeg hebben, moet nog blijken. Ik hoor ook op meer plekken in Nederland ambities om dergelijke centra in te richten.

o Het is goed te vernemen dat topsporters, de topcoaches en de topsportcoördinatoren vinden dat het topsportklimaat is verbeterd. Topsporters maken goed gebruik van de toelages die ze krijgen om hun talent volledig te kunnen laten bloeien. Maar steeds minder van hen hebben naast topsport ook een betaalde baan. Daardoor is het besteedbaar inkomen van hen die afhankelijk zijn van het stipendium lager dan voorheen. De oplossing daarvoor is niet eenvoudig. Ik wil de mogelijkheden verkennen om meer topsporters in dienst te laten treden van overheden, waarbij zij ook faciliteiten ter beschikking hebben om werk en sport te kunnen combineren. Het ministerie van Defensie is daarvan een goed voorbeeld.

Overigens, wat voor topsporters zonder handicap geldt, geldt voor topsporters met een handicap evenzo: de wens om het hoogst mogelijke niveau te behalen. Dit bleek ook maar weer uit de fantastische prestaties van de sporters in Peking. Topsportprogramma's zijn beschikbaar voor sporters met en zonder handicap. Ik doel dan op: het Stipendium, Coaches aan de top en Talentcoaches.

Ook ondersteun ik de ambitie om, net als in de andere topsportonderdelen, Nederland een plek te geven in de top 10 van de wereld. Dat wordt best hard werken, want de internationale concurrentie in de gehandicaptensport is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Met NOC-NSF ga ik in overleg om het topsportbeleid voor gehandicapten te optimaliseren. Vervolgacties wil ik mede baseren op een grondige evaluatie van de Paralympische Spelen van afgelopen zomer.

o Dames en heren, ik rond af. Uw rapport komt op een goed moment, want het is mijn streven binnenkort een Tussenrapportage over het sportbeleid naar de Kamer te sturen. Daarin kan ik de hoofdlijn van uw bevindingen meenemen. De schat aan verdere informatie zal ik de komende tijd bestuderen op mogelijke aanknopingspunten voor mijn beleid.

o Nogmaals hartelijk dank voor uw inspanningen rondom deze `Rapportage Sport 2008'. Een helder overzicht voor alle organisaties die zich in ons land met sport en sportbeleid bezig houden.

o Hartelijk dank voor de aandacht.