Openbaar Ministerie


* >Opnieuw grootschalig DNA-onderzoek in oude moordzaak

Opnieuw grootschalig DNA-onderzoek in oude moordzaak

14 december 2008 - Arrondissementsparket Haarlem

De officier van justitie heeft opdracht gegeven tot een grootschalig DNA-onderzoek in de zaak van de moord op Milica van Doorn uit Zaandam. Milica van Doorn werd op 8 juni 1992 dood aangetroffen in de wijk Kogerveld te Zaandam. Het College van procureurs-generaal heeft met dit onderzoek ingestemd.

Het DNA-onderzoek richt zich op een deel van de mannelijke bevolking uit de Zaanse wijk Kogerveld. Geselecteerd zijn mannen, die ten tijde van het delict tussen de 16 en 30 jaar oud waren en die van Turkse of Noord-Afrikaanse afkomst zijn. De selectie van deze groep is gebaseerd op het daderprofiel en de resultaten van het etniciteitsonderzoek op de op het slachtoffer aangetroffen DNA-sporen.

Uit het etniciteitsonderzoek is gebleken dat het zeer aannemelijk is dat de donor van het aangetroffen DNA van Turkse of Noord-Afrikaanse afkomst is.Vanaf 2002 heeft er in deze zaak meermalen een grootschalig DNA-onderzoek plaatsgevonden. Tevens is getracht toestemming te verkrijgen voor het uitvoeren van een zogenaamd Y-chromosomaal DNA onderzoek, ook wel verwantschapsonderzoek genoemd. Door een verwantschapsonderzoek kunnen ook mannelijke verwanten van de geselecteerde groep in beeld komen. Daarmee wordt de reikwijdte van het DNA- onderzoek aanzienlijk vergroot. Vanwege het ontbreken van een wettelijke regeling is het thans niet mogelijk een verwantschapsonderzoek te verrichten. Een dergelijke regeling is wel in voorbereiding, omdat er in de praktijk dringend behoefte aan is. Omdat het eerdere DNA-onderzoek en ander opsporingsonderzoek onvoldoende aanwijzingen heeft opgeleverd om de zaak op te lossen, heeft de officier van justitie besloten dit aanvullend grootschalig DNA-onderzoek in te stellen.

Aan betrokkenen is gevraagd mee te werken aan afname van celmateriaal uit het wangslijmvlies. Dit celmateriaal wordt alleen gebruikt om een vergelijking te maken met het op het slachtoffer aangetroffen DNA-profiel. Dat DNA-profiel is zeer waarschijnlijk afkomstig van de dader.

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) voert het DNA-onderzoek uit. Het verkregen celmateriaal van de geselecteerde groep, zal door het NFI worden vergeleken met het daderspoor. Anonimiteit is daarbij gewaarborgd. De DNA-gegevens van betrokkenen zullen niet opgenomen worden in de DNA-databank van het NFI. Alle gegevens en het celmateriaal worden na afloop van het onderzoek vernietigd. Alleen wanneer het DNA-profiel van betrokkene overeenstemt met het op het slachtoffer aangetroffen DNA-profiel, blijft dit bewaard.

Voor het DNA-onderzoek zijn in totaal 75 mannen geselecteerd. Van twee mannen was het DNA-materiaal al beschikbaar, van vier mannen is geen verblijfplaats in Nederland bekend. Vorige maand zijn 69 mannen met verblijfplaats in Nederland per brief uitgenodigd. In deze uitnodigingsbrief is de gang van zaken rond het grootschalig DNA-onderzoek uiteengezet. Hierin is benadrukt dat degenen die zijn uitgenodigd voor het DNA-onderzoek geen verdachte zijn. De medewerking aan het onderzoek is vrijwillig. Het niet meewerken aan het onderzoek, maakt betrokkene niet automatisch tot verdachte.

In de afgelopen weken hebben alle 69 in Nederland aangeschreven mannen vrijwillig medewerking verleend aan het DNA-onderzoek. Er wordt thans hard gewerkt om van de 4 resterende mannen ook DNA te verkrijgen.

De verwachting is dat eind van dit jaar het resultaat bekend zal zijn. Betrokkenen zullen dan worden geïnformeerd over de uitslag. Zodra het onderzoek geheel is afgerond en alle uitslagen bekend zijn, zal het OM Haarlem een aanvullend persbericht uitbrengen.