Ingezonden persbericht


RECTIFICATIE: vervangt persbericht 'Bekostiging godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs zet kroon op jarenlange inspanning'

PERSBERICHT
18 december 2008

Ruimte voor godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs op openbare scholen gewaarborgd

De overheid gaat vanaf het schooljaar 2009/2010 leraren godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs (gvo en hvo) op openbare basisscholen net als andere docenten bekostigen. Twintig samenwerkende organisaties voor gvo en hvo hebben daar jarenlang voor geijverd. Het gaat om facultatieve lessen onder schooltijd aan kinderen van wie de ouders daarom vragen.

Net als andere leraren moeten leraren gvo en hvo voldoen aan de bekwaamheidseisen van de Wet op de Beroepen In het Onderwijs (Wet BIO). De samenwerkende organisaties werken hard aan de professionalisering van leraren, die nodig is om hen aan deze eisen te laten voldoen. Tegenover deze investering van leraren komt nu een deugdelijke bekostiging te staan. Wij zijn zeer verheugd dat hiermee het voortbestaan van kwalitatief hoogwaardig gvo en hvo op openbare basisscholen is gewaarborgd. Een meerderheid in de Tweede Kamer steunde donderdag een amendement op de Onderwijsbegroting 2009 van de leden J.J. van Dijk (CDA), Kraneveldt (PvdA) en Slob (ChristenUnie). Daarmee komt geld beschikbaar om leraren gvo en hvo op dezelfde voet als andere docenten te betalen. Leraren die gvo en hvo verzorgen, ontvangen nu meestal een vrijwilligersvergoeding van de verschillende levensbeschouwelijke organisaties waaraan zij verbonden zijn. Die krijgen hiervoor soms subsidie van gemeentebesturen. Deze subsidies nemen echter uit bezuinigingsoverwegingen al jaren af.

Het belang van gvo en hvo
In de wet is geregeld dat het openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging. Ouders hebben het recht voor hun kinderen lessen godsdienst of humanistisch vormingsonderwijs te vragen op openbare basisscholen. Deze facultatieve lessen onder schooltijd geven mede vorm aan het pluriforme karakter van het onderwijs en dragen bij aan het bevorderen van burgerschap in de Nederlandse samenleving.