Korpsbeheerdersberaad positief over de richting van het politiebestel

19/12/2008 18:00

VTS Politie Nederland

Het Korpsbeheerdersberaad deelt de opvatting van het Kabinet dat de Nederlandse politie haar bedrijfsvoering beter op orde kan brengen. Dat het Kabinet daarbij inzet op het versterken van het huidige succesvolle decentrale politiebestel, waarbij sprake is van een goede lokale en regionale inbedding, is een goede keuze. De korpsbeheerders zien het voorstel als kans om de veiligheid in Nederland verder te vergroten en de eenheid tussen de korpsen te versterken.

In het voorstel van het kabinet, dat in detail nog door het korpsbeheerdersberaad, wordt bestudeerd, staat het versterken van efficiency, effectiviteit en kwaliteit van de Nederlandse politie centraal. De afgelopen twee jaar heeft de Nederlandse politie daartoe veel werk verzet en resultaten gerealiseerd in het organiseren van samenwerkingsverbanden tussen regiokorpsen (bovenregionaal) en op landelijke schaal. Meest aansprekende voorbeeld is het succesvol invoeren van één landelijk geautomatiseerd registratie- en informatiesysteem voor de hele politie.

Momenteel kent de bedrijfsvoering van de politie 70 kleine en grote samenwerkingsvormen waarbinnen 10% van de politiecapaciteit wordt ingezet. Het mechanisme dat in elk korps het wiel steeds opnieuw wordt uitgevonden behoort daarmee tot de verleden tijd. De inverdieneffecten zijn nog niet direct te incasseren waardoor de financiele positie van politiekorpsen momenteel onder druk staat. Het korpsbeheerdersberaad is met de minster van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties in gesprek over de kosten die bij de opbouw van deze gezamelijke diensten zijn gemoeid.

De korpsbeheerders verwachten met het voorstel, dat voor een belangrijk deel in lijn is met de voorstellen die door de beraden zelf zijn ontwikkeld, dat de samenwerkingsinspanningen van de afgelopen twee jaar verder kunnen worden uitgebouwd. Concreet gaat het hier om het opzetten van een landelijke shared service organisatie voor de politie waarbij tevens de bestuurlijke verantwoordelijkheid en sturing steviger wordt geborgd. Het is daarbij voor de korpsbeheerders van belang dat per bedrijfsvoeringstaak goed bekeken wordt op welke niveau en in welk tempo dit het best georganiseerd kan worden, regionaal, bovenregionaal of landelijk. Centralisatie is immers geen doel op zich.

Dat de ministers van Justitie en van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties afzien van nationalisatie van het politiebestel is voor de burgemeesters een belangrijk punt. Voor de slagvaardigheid van de politie in de wijk als voor de recherche is het essentieel dat daar waar de prioriteiten zijn voor het werk van de politie, ook beschikt kan worden over de financiele en personele middelen. In het kabinetsvoorstel blijft dit gewaarborgd. De lokale verankering, de succesfactor voor het prestatievermogen voor de politie is daarmee veiliggesteld. Terecht wordt in het voorstel van de ministers ook gewezen op het belang van een stevige betrokkenheid van de politieprofessie, (de raad van hoofdcommissarissen) bij de landelijke organisatie. Het korpsbeheerdersberaad wijst er verder op dat voorkomen moet worden dat de voorstellen leiden tot een toename van bureaucratie en bestuurlijke drukte.