Raad van de Europese Unie

Verklaring van het voorzitterschap namens de EU over de doodstraf op Saint Kitts en Nevis : http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/105130.pdf

Verklaring van het voorzitterschap namens de EU over de doodstraf op Saint Kitts en Nevis

De Europese Unie betreurt het ten zeerste dat Charles Elroy Laplace, die in februari 2006 tot de doodstraf was veroordeeld, op 19 december jongstleden is geëxecuteerd. Met die executie is een einde gekomen aan het feitelijke moratorium dat sedert 1998 in Saint Kitts en Nevis bestond.
De EU herinnert eraan dat zij zich sedert lang tegen de toepassing van de doodstraf verzet, ongeacht de plaats en de omstandigheden. De EU beschouwt de afschaffing van de doodstraf als essentieel voor de bescherming van de menselijke waardigheid en de eerbiediging van de mensenrechten, zoals eens te meer in herinnering is gebracht in de resolutie tegen de doodstraf die tijdens de laatste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is aangenomen.
De EU herhaalt dat er geen enkel onweerlegbaar bewijs is dat de doodstraf crimineel geweld ontmoedigt. Ook merkt zij op dat bij toepassing van de doodstraf elke rechterlijke dwaling onherstelbaar is, en dat geen enkel rechtsstelsel tegen dergelijke dwalingen gevrijwaard is.
De EU deelt de bezorgdheid van de autoriteiten van Saint Kitts en Nevis omtrent de merkbare toename van gewelddadig gedrag, met name huiselijk geweld, en de stijging van het aantal moorden. De EU is ervan overtuigd dat de autoriteiten van Saint Kitts moeten worden geholpen om aan deze uitdaging het hoofd te bieden, en herinnert eraan dat zij besloten heeft de bilaterale samenwerking met de regering grotendeels te richten op de vergroting van de openbare veiligheid.
In dit verband bepleit de EU met kracht het onverwijld herstel van het feitelijke moratorium in Saint Kitts en Nevis en dringt zij bij de autoriteiten met klem aan op omzetting van de straffen van de huidige ter dood veroordeelden. De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaatlidstaten Albanië en Montenegro, de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne, de Republiek Moldavië en Armenië, sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.