Gemeente Utrecht

Schriftelijke vragen van de heren drs. C.A. Geldof en mr.E. van der Marel

(ingekomen 30 september 2008 en antwoorden door het college verzonden op 6 januari 2009)

In de NRC van vrijdag 26 september jl. stond een verontrustend artikel over het aantal veroordeelde criminelen dat vrij rondloopt in de regio Amsterdam, omdat zij onvindbaar zijn voor de autoriteiten. Het betreft hier bijna 1700 veroordeelden die tezamen 650 manjaren cel moeten uitzitten. De helft van deze misdadigers moet zelfs meer dan 90 dagen zitten. Nu het in de regio Amsterdam om zoveel criminelen gaat, doet dit vrezen voor de situatie in de regio en stad Utrecht.

Dit brengt de VVD-fractie tot de volgende vragen:


1. Is het College bekend met het artikel uit de NRC van vrijdag 26 september jongstleden?

Ja.

2. Lopen er in Utrecht ook veroordeelde criminelen ten onrechte vrij rond? Zo ja, hoeveel zijn dit er dan?

Het parket Utrecht van het Openbaar Ministerie heeft ons in antwoord op deze vraag het volgende bericht.

Het antwoord op de vraag of er in Utrecht veroordeelde criminelen ten onrechte vrij rond lopen vraagt de nodige nuancering. Verdachten van ernstige criminaliteit vallen onder de categorie preventieven. Zij zitten in zijn algemeenheid al in voorarrest en als ze veroordeeld worden tot een vrijheidsstraf dan wordt die straf aansluitend aan het voorarrest uitgezeten.

Een andere categorie is de niet-preventieven. Cijfers van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) laten zien dat parket Utrecht op dit moment een voorraad in vrijheidsstraffen heeft voor de gehele regio van 659 zaken. Een goede vergelijking met de cijfers van Amsterdam is lastig te maken.

Bij dit aantal van 659 gaat het voor het grootste deel om mensen aan wie de dagvaarding niet in persoon is betekend (dwz dat een bevoegde ambtenaar de dagvaarding niet aan de persoon zelf heeft kunnen uitreiken, maar waarbij wel een rechtsgeldige betekening heeft plaatsgevonden), die niet op de zitting zijn verschenen en aan wie het vonnis achteraf ook niet persoonlijk is betekend. Hiermee kan het vonnis niet onherroepelijk worden en kan de zaak niet worden aangeleverd bij het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen van het CJIB. De personen staan wel gesignaleerd in het opsporingsregister.

Een ander deel bestaat uit veroordeelden waarbij het vonnis wel onherroepelijk is. Deze personen ontvangen een vooraankondiging om zichzelf te melden voor de vrijheidsstraf. Als ze dat niet binnen de opgelegde termijn doen dan wordt een arrestatiebevel uitgevaardigd door het CJIB en spoort de politie de veroordeelden op. Van de arrestatiebevelen voor vrijheidsstraffen wordt 93.9 % binnen 3 maanden opgespoord, binnen 6 maanden is dat 96,4 %. Voor beide groepen die onder de niet-preventieven vallen geldt dat het veelal gaat om mensen die in het buitenland wonen, mensen die hier illegaal verblijven en mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Deze mensen worden dan gesignaleerd maar als ze niet reizen, niet deelnemen aan het verkeer, niet in Nederland verblijven of zich gedeisd houden, is het moeilijk ze te vinden.


3. Als hier sprake van is, hoe is deze situatie dan ontstaan?

Zie het antwoord op vraag 2


4. Wat wordt er aan gedaan om deze misdadigers zo snel mogelijk achter slot en grendel te krijgen zodat zij hun gerechtvaardige straf ondergaan en Utrecht veiliger wordt?

Zie het antwoord op vraag 2.

Aanvullend meldt het OM het volgende:

Een van de taken van het OM is om toezicht te houden op de uitvoering van de strafvonnissen: de executie. Het OM maakt daar afspraken over met CJIB en politie.

Sinds 2007 is landelijk een speciaal team opgericht: team executie strafvonnissen (TES) ten aanzien van de opsporing van tot vrijheidsstraf onherroepelijk veroordeelden met een netto-strafrestant van 120 dagen of meer, die staan gesignaleerd in het opsporingsregister en van wie geen vaste woon-of verblijfplaats in Nederland bekend is. In zaken met een netto-starfrestant tussen de 120- en 300 dagen is TES verantwoordelijk voor de internationale signalering. Gerichte opsporing vindt in deze categorie in beginsel niet plaats door TES, maar door het executerende parket en de regiopolitie. Bij zaken met een netto-strafrestant van 300 dagen of meer wordt TES ook belast met gerichte opsporing.

Op landelijk niveau zal Procureur-Generaal Moraal overleg hebben met plaatsvervangend korpschef T. Lith van de regio Gelderland-Midden, portefeuillehouder executie van de Raad van Hoofdcommissarissen, om te bespreken welke extra inspanningen de regiokorpsen kunnen verrichten, in aanvulling op de convenanten tussen het CJIB en de politiekorpsen die voor 2009 al zijn gesloten. Parket Utrecht zal dit punt bespreken in haar reguliere overleg met de politie.

In Amsterdam wordt een website opgezet waarop deze misdadigers met foto en naam te zien zijn.


5. Is het College bereid om deze opsporingsmethode ook aan te bevelen bij de Utrechtse politie of denkt het College aan andere instrumenten? Zo ja, aan welke instrumenten denkt het College?

De burgemeester zal in de driehoek het Amsterdamse voorbeeld met het OM bespreken.
-----------------------
Het CJIB is de uitvoeringsinstantie die in opdracht van het OM feitelijk de tenuitvoerlegging verzorgt van het overgrote deel van de rechterlijke beslissingen.