Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 200018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk
23 januari 2009 HO&S/Prog/91002
Onderwerp Bijlage(n)
Tussenevaluatie Associate degree 2
Voor u ligt het rapport over de tussenevaluatie van de pilots met Associate degreeprogramma's in het
hoger beroepsonderwijs.
In de Strategische agenda voor het hoger onderwijs-, onderzoek- en wetenschapsbeleid (31288, nr. 1)
van 23-11-2007 heb ik voor 2008 een tussenevaluatie aangekondigd van de pilots met Ad-
programma's.
In het plan van aanpak 2008-2011 Doorpakken met leren & werken (30012, nr. 10) van 6- 12-2007
hebben Staatssecretaris Van Bijsterveldt en de Staatssecretaris van SZW te kennen gegeven dat bij
een succesvolle uitkomst van de tussenevaluatie in 2008, besloten kan worden de Ad al eerder in te
voeren.
In de Strategische agenda Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie 2008-2011 (27451, nr. 85) van
27-3-2008 heeft Staatssecretaris Van Bijsterveldt bovendien kenbaar gemaakt dat de tussenevaluatie
betrokken zal worden bij de besluitvorming over een beperkt aantal nieuwe Ad-experimenten met een
groter engagement van ROC's.
Ruim twee jaar na de start in het studiejaar 2006-2007 van de eerste pilots met Ad-programma's zijn
we thans halverwege de voorziene looptijd van de pilots met de Ad-programma's gekomen. De pilots
zijn sinds de start gemonitord door SEO Economisch Onderzoek. Gelet op bovenstaande toezeggingen
doe ik u hierbij het rapport toekomen van de tussenevaluatie "Monitor Associate degree", dat mij op
28-11-2008 is aangeboden.
Het is mijn voornemen om de HBO-raad, PAEPON, de direct betrokken hogescholen met Ad-pilots, de
MBO Raad, het ISO, de LSVB, de JOB, de NVAO, VNO-NCW en MKB-Nederland op grond van hun
blad 2/2
betrokkenheid en expertise uit te nodigen de uitkomsten van de tussenevaluatie "Monitor Associate
degree" van commentaar te voorzien. Daarbij zal de vraag centraal staan of de tussenevaluatie
aanleiding geeft om eerder te besluiten de Associate degreeprogramma's definitief in te voeren en de
pilotfase dus te beëindigen. Mede op basis van de reacties van de betrokken organisaties zal ik u in
maart/april 2009 een beleidsreactie op de tussenevaluatie doen toekomen.
Inmiddels is ook de besluitvorming over de derde Ad-pilotronde, gericht op onderwijsondersteuners van
het hogere niveau, ter hand genomen. Hierop vooruitlopend bent u bij brief van staatssecretaris Van
Bijsterveldt van 13-6-2007 met kenmerk AP/OKP/2007/21628 geïnformeerd over de mogelijke plaats
van de Ad in de sector onderwijs. Hogescholen die tweedegraads en ongegradeerde lerarenopleidingen
aanbieden konden tot uiterlijk 30-11-2008 bij de NVAO een aanvraag indienen voor Ad-programma's
die leiden tot een kwalificatie als onderwijsondersteuner van het hogere niveau voor voortgezet
onderwijs of beroepsonderwijs of als leermeester/instructeur in erkende leerbedrijven. Er zijn 35
aanvragen van in totaal 9 hogescholen ingediend. De NVAO beoordeelt de kwaliteit van de voorgestelde
programma's. OCW c.q. LNV beslist vervolgens na advies van de Commissie Associate degree over de
pilots. Op de pilots met een negatief NVAO-advies zal eind februari 2009 (negatief) worden beslist.
Uiterlijk eind maart wordt besloten over de overige aanvragen. Ter informatie vindt u hierbij de brief
waarin de hogescholen zijn uitgenodigd aanvragen te doen voor de derde ronde pilots. Bij die brief is
tevens het beoordelingskader voor de derde ronde pilots gevoegd.
Mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk