Universiteit van Tilburg

2 februari 2009

Katholieke kerk moet ouders beter ondersteunen bij godsdienstbeleving

Het geloof uit hun kinderjaren hebben veel mensen achter zich gelaten. Maar nog steeds is de rol van het gezin bij de beleving van religiositeit groot en neemt alleen maar toe, stelt theologe Toke Elshof, die op 6 februari promoveert. Zij beveelt de katholieke kerk aan ouders en jongeren beter te begeleiden, zowel thuis als bij hun vrijwillige inzet voor de kerk.

Elshof baseert haar studie op vele gesprekken met drie generaties rooms-katholieken families. Zij ondervroeg hen over geloofsbeleving en vorm daarvan. Hoewel die in de loop ter tijden zijn veranderd, constateert Elshof geen teloorgang van de religiositeit. In tegendeel, de verschillende generaties bouwden voort op de katholieke godsdienstige traditie die hun is meegegeven door hun ouders. Allen zijn op zoek naar een werkelijkheid die groter is dan henzelf. In die zoektocht tekenen zich echter twee tendensen af: naast een godsdienstig katholicisme ontwikkelt zich een ongodsdienstig katholicisme. Hoe geloof wordt beleefd hangt af van een aantal factoren. Allereerst van de generatie, maar ook van het gezin. Vooral de vrouw heeft daarin een belangrijke rol: godsdienstige betrokkenheid en opvoeding komt vooral van haar. En verder weegt het al dan niet kerkelijk betrokken zijn mee. Toch nemen verschillen in generatie, familie en kerkelijke religiositeit niet weg dat katholieke religiositeit wordt gekenmerkt door de gerichtheid op sociaal en ethisch verantwoord handelen. Het is nodig dat de katholieke kerk beter aansluiting vindt bij de gezinnen, want katholieke religiositeit die niet kerkelijk is ingebed krijgt ongodsdienstige en post-christelijke trekken. Bovendien laten gezinnen weten dat er behoefte is aan begeleiding en advies, zij het op een andere manier dan vroeger.

Gezinspastoraat
Elshof constateert dat het familiale leven zelf de belangrijkste vindplaats is van godsdienstigheid: het is een kerk in het klein. Godsdienstig zijn komt daarnaast tot uitdrukking in de vrijwillige inzet voor maatschappij en tot slot voor de kerk. Dit besef dat binnen de verschillende families leeft, vertoont belangrijke overeenkomsten met de theologische reflectie van de katholieke kerk over God, Kerk, mens en wereld. Maar ook over de specifieke wijze waarop leken worden opgeroepen aan de zending van de Kerk bij te dragen. Elshof beveelt de kerk aan om binnen het pastoraat aandacht te hebben voor de religieuze vragen die voortkomen uit het huiselijke leven en opvoeden en uit het leven in de wereld. Dat ouders en jongeren bereid worden gevonden om zich voor de voortgang van het kerkelijke leven in te zetten is ook van belang, maar pas in tweede instantie. Gelovigen zijn er huiverig voor dat ze niet zozeer als gelovigen worden gezien die naar verdieping en bezinning zoeken, maar als potenti&eumlle vrijwillig(st)er. Elshof bepleit een zodanige pastorale begeleiding van vrijwilligers, dat hun inzet niet alleen de voortgang van de kerkelijke taken dient, maar dat deze inzet ook het geloof van de vrijwillig(st)ers versterkt en dit inbedt in het geloof en het leven van de kerk. Volgens Elshof kan de kerk het geloof zoals dat in gezinnen wordt beleefd voeden en verdiepen. Door de godsdienstigheid van het huiselijke leven te ontsluiten kan de katholieke traditie zich blijven vernieuwen.

Toke Elshof (Heino, 1957) studeerde theologie aan de Katholieke Theologische Universiteit in Utrecht en werkte als catechesedocente en in het pastoraat in de parochie, onder jongeren en studenten en als ziekenhuispastor.