Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
23 februari 2009 VO/2009/97141 29 januari 2009 2009Z00667/2009D03333

Onderwerp
examenprogramma economie vwo/havo
Conform uw verzoek van 29 januari 2009 stuur ik u een reactie op de brief van 16 januari 2009 van de heren Schöndorff en Heertje inzake het nieuwe examenprogramma economie voor vwo/havo. De heren Schöndorff en Heertje zijn van mening dat er bij het nieuwe examenprogramma economie voor vwo/havo sprake is van het voorschrijven van een bepaalde didactische aanpak door de overheid. Dit is niet het geval. In het nieuwe programma moet de kandidaat in diverse contexten economische begrippen kunnen herkennen, toepassen en gebruiken. De weg hiernaartoe is echter divers en op geen enkele wijze voorgeschreven, de didactische keuzes worden niet bepaald door het programma. De docent kan het programma zowel inductief als deductief aanbieden, individueel dan wel klassikaal, zelfstandig dan wel begeleid, via open of gesloten opdrachten. Zoals de heren Schöndorff en Heertje opmerken, zijn in het programma inderdaad een aantal verplichte contexten (situaties) voorgeschreven, zoals arbeidsmarkt en hypotheek, waarin economische concepten zichtbaar zijn. Echter van een voorgeschreven didactiek daarbij is geen sprake.
Dit programma wordt momenteel in pilots op 20 scholen uitgetest. In deze pilots wordt gekeken of het programma niet overladen is en of er een goed centraal examen bij te maken is. Deze pilots zijn gebaseerd op de `werkversie' van het examenprogramma, waaraan het advies van de commissie Teulings II "The Wealth of Education" ten grondslag ligt. De hoofdlijnen van dit programma staan niet meer ter discussie: hierover is in een uitgebreid en transparant traject in de jaren 2001- 2005 door de beide commissies Teulings I en II gesproken met de economische wereld, waaronder wetenschappers, leraren en examenmakers. Op het door de heren Schöndorff en Heertje genoemde argument van de onjuiste definitie van `welvaart' ga ik niet in. Ik ben blij dat deze discussie tussen economen gevoerd wordt binnen de daartoe bestemde fora, zoals ESB (Economische Statistische Berichten). Ik kan u voorts verzekeren dat er op geen enkele wijze afspraken met de GEU gemaakt zijn. De hoofdlijnen van het programma waren in 2005 bekend, de vorderingen in de pilots zijn voor een ieder Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl




blad 2/2

te volgen op de site www.economie.slo.nl en het staat elke uitgever vrij op basis van deze gegevens een methode te ontwikkelen.
De pilots worden door ILO geëvalueerd; de centrale examens worden door CEVO geëvalueerd; bij de evaluatie van de examens zal ook de wetenschappelijke wereld worden geraadpleegd. Ik zal de door de heren Schöndorff en Heertje genoemde heren Boot en Eijffinger van harte aanbevelen bij CEVO.

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart