Wageningen Universiteit en Researchcentrum verschaft kennis over schade na bosbranden Experimentele brand verschaft kennis over schade na bosbranden

24 feb 2009

Onderdeel: Wageningen Universiteit
Nummer: P011

Een experimentele brand afgelopen vrijdag in Portugal heeft onderzoekers van Wageningen Universiteit de eerste informatie opgeleverd over bodemerosie die na bosbranden optreedt. Een onderzoeksteam brandde er onder gecontroleerde omstandigheden tien hectare heide af. Het experiment is van belang voor afgebrande of bedreigde mediterrane gebieden, maar ook voor Australië, waar naar verwachting na de recente bosbranden de drinkwatervoorziening bedreigd wordt. Uit de eerste metingen in Portugal blijkt dat de vlammen een verschroeiende temperatuur tot 900 graden bereiken.

Promovenda Cathelijne Stoof van Wageningen Universiteit onderzoekt wat er gebeurt met de bodem voor en na een bosbrand. Die kennis moeten technieken opleveren die erosie en overstromingen kunnen voorkomen. Onderdeel van de studie is een experimentele brand waarbij een gebied van tien hectares (15 voetbalvelden) in Midden-Portugal aan de vlammen is prijsgegeven, de eerste experimentele brand op deze schaal. Het onderzoeksterrein Valtorto ligt nabij GoÃs in Midden-Portugal.

In het Middellandse Zeegebied woeden jaarlijks fikse bosbranden die de vegetatie volledig vernietigen. De eerste regenbuien na een bosbrand leiden vaak tot hevige overstromingen en erosie van de bodem die have en goed van de bevolking bedreigen. Het voorkomen van erosie leidt tot een sneller herstel van de afgebrande bos- en landbouwgebieden.

Het onderzoeksteam plaatste in het geaccidenteerde proefgebied tientallen sensoren en instrumenten om de effecten van brand in kaart te brengen. Tijdens de brand - die door drie brandweerteams werd begeleid - werden de temperatuur van de bodem en van de vlammen geregistreerd. De vlamtemperatuur bedroeg veelal zo'n 550 graden bij vlamhoogtes die tot twee meter reikten. Doordat de onderzoekers het gebied van twee zijden lieten afbranden, bereikte de temperatuur op het moment dat de vuurfronten elkaar naderen een waarde van 900 graden Celsius bij vlammen van meer dan tien meter. De warmteontwikkeling was daarbij zo groot dat de rook en lucht uit de omgeving werd aangezogen.

De eerste metingen in Valtorto vonden reeds in 2007 plaats. Vanaf dat moment registreren meetinstrumenten de regenval, de hoeveelheid neerslag die de vegetatie opvangt, vochtigheid van de bodem en de mate van erosie op hellingen. Een belangrijke grootheid is de weerstand die afvloeiend water op een helling ondervindt. Naarmate die kleiner is, en de stroomsnelheid groter, erodeert een berghelling sneller. De metingen worden nog minstens twee jaar voortgezet.

Australië
De recente ongecontroleerde zeer hete bosbranden in Australië onderstrepen de relevantie van het onderzoek van de Wageningse promovenda Cathelijne Stoof: "Na de hevige branden rond Sydney enkele jaren terug, waren er lange tijd grote problemen met de drinkwatervoorziening, omdat de reservoirs vol waren gespoeld met geërodeerd sediment. Melbourne gaat dit probleem ook krijgen, omdat daar alleen oppervlaktewater is gebruikt en er geen waterzuivering is."

Het onderzoek maakt deel uit van EU-project Desire waarin onderzoekers wereldwijd speuren naar middelen om verwoestijning tegen te gaan. In het experimentele brand-onderzoek werken Escola Superior Agrària de Coimbra in Portugal, Swansea University in Wales, VK en Wageningen Universiteit samen om landdegradatie te voorkomen en gebieden te herstellen.

Foto boven: Rook en lucht stroomt in de richting van de vuurhaard.Foto (c) Hans de Herder.
Foto midden: registratie van de vlamtemperatuur. Foto (c) Hans de Herder.