Vice-rector Rietje van Dam: `Ons onderwijs is te vrijblijvend'
Binnenkort verschijnt het eerste deel van het rapport van de
taskforce Studiesucces. De daarin voorgestelde maatregelen
beogen studenten sneller te laten studeren en minder uitval te
hebben na de propedeuse. De boodschap is: student en
universiteit moeten beter bij de les blijven en van de studie
een succes maken.
Studeren is: actief participeren. Vice-rector Rietje van Dam:
`Ons onderwijs is te vrijblijvend'
Twee fasen
Het rapport Studiesucces is het eerste deel van het volledige
advies. Het bevat voorstellen voor maatregelen die al komend
academisch jaar kunnen worden ingevoerd. In mei verschijnt het
volledige rapport met daarin ook maatregelen voor de wat
langere termijn.
Naar de juiste plek
Welke maatregelen worden zoals in dit eerste deelrapport
voorgesteld? In de propedeuse komt het accent nóg meer te
liggen op matching, het zo snel mogelijk op de juiste plek
krijgen van de studenten. In het tweede en derde jaar gaat het
erom het studietempo te verhogen en tot minder uitval van
studenten te komen. De norm wordt dat studenten hun
bachelordiploma in de nominale duur van drie jaar halen, met
een uitloop naar vier jaar, bijvoorbeeld ingeval van ziekte of
andere persoonlijke omstandigheden, als een student
bestuurswerk gaat doen of extra tijd besteedt aan
extracurriculaire activiteiten gericht op persoonlijke
ontwikkeling.
Foto Rietje van Dam, bijschrift: Rietje van Dam: `Docent en
student stellen zich professioneel op.'
Meer duidelijkheid
Wat betreft de propedeuse het volgende. Aanstaande studenten
worden geïnformeerd over de eisen die een studie in Leiden aan
hen stelt en de start- en voortgangsgesprekken worden benut om
ervoor te zorgen dat studenten zo snel mogelijk de voor hen
juiste opleiding volgen. Al heel snel na het begin van de
studie wordt een representatieve toets afgenomen. Er komt per
opleiding een heldere omschrijving van wat de opleiding nu
eigenlijk inhoudt.
Struikelblokken wegnemen
Aan alle studenten wordt duidelijk gemaakt dat studeren
betekent: actief participeren, de opdrachten maken en het vak
afsluiten met een werkstuk of tentamen. Aan het begin van het
tweede jaar spreken alle studenten met hun opleiding een
studieplan af. De uitvoering daarvan wordt gevolgd en indien
nodig besproken. De intentie hiervan is te voorkomen dat
studenten zover achter raken dat ze tot stilstand komen en
stoppen met hun studie. De opleidingen bekijken of het
curriculum struikelblokken bevat en zorgen ervoor dat die
worden weggenomen. Al met al komt er het erop neer dat
studenten én universiteit beter bij de les moeten blijven.
Het wordt allemaal strenger. Schoolser, zeggen sommige
studenten.
Van Dam: `Zo zou je het kunnen zien maar dat is niet de
bedoeling. We vragen van zowel de student als de docent dat
deze zich professioneel opstelt. Beiden nemen hun
verantwoordelijkheid, er is sprake van wederzijds commitment.
De docent staat voor een inspirerende, uitdagende en goed
georganiseerde opleiding, de student neemt actief deel aan een
studieonderdeel, van het begin tot en met het afsluitende
tentamen of werkstuk.'
Foto archeologie, bijschrift: Het onderwijs moet inspirerend en
uitdagend zijn.
'Als na matching in het eerste jaar als een student de voor hem
of haar geschikte opleiding volgt, zien wij niet zoveel reden
meer waarom studie-achterstand zou moeten ontstaan. Het is
overigens niet zo dat wij via een bsa in het tweede en derde
studiejaar zaken gaan afdwingen. Sommigen leidden dat af uit
het concept-rapport. De lezer heeft altijd gelijk dus wij
hebben dat niet goed opgeschreven. Wat we willen doortrekken
naar het tweede en derde jaar is het begeleidingsdeel van het
Leids Studiesysteem, niet het bindend studieadvies. We zorgen
er kort gezegd voor dat de voorwaarden aanwezig zijn voor een
gemiddeld hoger studietempo en minder uitval. Eigenlijk hopen
we op een cultuurverandering. Studeren zou minder vrijblijvend
moeten worden. Een rendementskamer gaat bijhouden of de
maatregelen werken.'
Wat betreft het bsa moet ik wel zeggen dat daar nu een verkeerd
signaal van uitgaat. De perceptie is dat een student in het
eerste jaar veertig studiepunten moet halen en in het tweede
jaar de propedeuse, dat zijn nog twintig punten. Er is een
groep die dat opvat als zou het voldoende zijn in dat tweede
jaar alleen die twintig punten te halen terwijl de norm zestig
punten per jaar is. We bekijken wat we daaraan kunnen doen.'
Sommige studentenverenigingen zijn bang dat ze leden gaan
verliezen als de voorgestelde maatregelen praktijk worden.
`Er zijn veel studenten die op schema studeren en ook lid zijn
van een studentenvereniging. Dat gaat heel goed samen. Een
aantal studentenverenigingen neemt hier hun
verantwoordelijkheid. Zij vragen aan mij wat zij eraan bij
kunnen dragen dat hun leden ook voldoende tijd aan hun studie
besteden. En het blijft mogelijk om een bestuursbeurs te
krijgen zodat je een deel van je studententijd aan bestuurswerk
kunt besteden. Dat verandert allemaal niet.'
`We hopen dat we naar een cohort- of jaarklassensysteem toe
kunnen. Dat wil zeggen dat studenten die tegelijkertijd
aankomen, in min of meer hetzelfde tempo studeren, zij het met
differentiatie naar een studieduur van drie of vier jaar. Zo'n
systeem bevordert het groepsgevoel en dat is stimulerend voor
het studiegedrag.`
Foto cortege. Bijschrift: Het blijft mogelijk om een deel van
je studententijd aan bestuurswerk te besteden.
De Leidse Studentenraad (LSr) schrijft in een - overigens
overwegend positieve - reactie op het concept-rapport dat ze de
maatregelen teveel `bestraffend' vinden; de waarde van belonen
blijft onderbelicht. Een feestje maken van de uitreiking van
het propedeusediploma vindt de raad wat magertjes.
`We waren zeer onder de indruk van de reactie van de LSr, die
was van hoog niveau. De raad stelt voor om vaker studenten
nadrukkelijk uit te nodigen om mee te doen aan een Honours
Class of Bachelor XL of zelfs financieel te belonen, om ook
gesprekken te voeren met de studenten die het goed doen zodat
expliciet waardering kan worden uitgesproken en het belang van
de persoonlijke ontwikkeling van de student meer te
benadrukken. Ik denk dat de studenten daar een punt hebben. We
gaan dan ook met de LSr praten.'
De raad is ook niet zo enthousiast over compensatorisch
toetsen, althans niet tussen vakken. De Universiteit Leiden
moet niet willen dat studenten weg gaan met een diploma waarop
onvoldoendes prijken, dat schaadt onze reputatie.
`De taskforce stelt niet zomaar een compensatie tussen alle
vakken voor maar wil wel iets verder gaan dan deze studenten.
Zij vinden het alleen acceptabel dat je bínnen een vak een
onvoldoende voor bijvoorbeeld een deeltoets kunt compenseren
met een voldoende. De taskforce denkt ook aan bijvoorbeeld drie
opvolgende vakken die in moeilijkheid oplopen. Stel dat een
student voor het eerste een onvoldoende haalt en voor het
tweede een voldoende dan zou onderling compenseren mogelijk
moeten zijn. Er zal duidelijk moeten worden gecommuniceerd waar
compensatie mogelijk is en waar niet.'
Is rendement de komende jaren het leidend beginsel in het
onderwijs?
`Het rapport van de taskforce heet Studiesucces, niét
Studierendement. Dat is niet voor niets. Volgens de taskforce
is sprake van studiesucces als na afronding van de opleiding
zowel de student als de docent vindt dat de studietijd goed is
benut. De student heeft zijn talent maximaal ontplooid en de
docent heeft zijn kennis en vaardigheden maximaal kunnen
overdragen; het menselijk kapitaal heeft gerendeerd. Wij denken
dat een hoger studierendement vanzelf leidt tot een groter
studiesucces.'
Taskforce Studiesucces
De taskforce Studiesucces bestaat uit:
+ Prof.dr. Rietje van Dam, vice-rector magnificus (vz)
+ Prof.dr. Henk Dekker, onderwijsportefeuillehouder FSW
+ Alex Friso, voorzitter LSr
+ Prof.dr. Groenen, onderwijsportefeuillehouder FWN
+ Dr. Hoogland, directeur Undergraduate School Archeologie
+ Drs. Jan Nedermeijer, hoofd afdeling Hoger Onderwijs, ICLON
+ Prof.dr. Arie Verhagen, onderwijsportefeuillehouder FGW
+ Prof.dr. Vording onderwijsportefeuillehouder FdR
+ Dr. Arjaan Wit, onderwijsdirecteur Pscyhologie
+ Dr. Marcel Vooijs, secretaris, Bestuursbureau, Academische
Zaken
3/3/2009
Universiteit Leiden