Subsidie effectief middel voor onderhouden van contacten
De effectiviteit van de bijdrage van migrantenorganisaties aan
het integratieproces werd door de Commissie Blok niet
aangetoond, maar ze bleven wel subsidie ontvangen. `Ambtelijke
ongehoorzaamheid? Regelneverij? Onachtzaamheid? Nee, dergelijke
organisaties zijn simpelweg te belangrijk als aanspreekpunt
voor ambtenaren en bestuurders', zegt Caelesta Poppelaars.
Foto: Integratie
Onregelmatigheden
De logica achter deze aanspreekpunten is simpel. `Want hoe peil
je anders de stemming onder bepaalde groepen van de bevolking
of kom je er snel mee in contact na onregelmatigheden zoals de
moord op Theo van Gogh of bij het verschijnen van de film Fitna
van Geert Wilders?Subsidiering blijkt dan een bijzonder
effectief middel te zijn om langdurige contacten te
onderhouden', zegt Poppelaars. Ze heeft een systematische
analyse gemaakt van de samenwerking tussen ambtenaren en
belangenorganisaties. Woensdag 4 maart promoveert ze op haar
onderzoek.
Middenveld
Poppelaars: `Over het algemeen wordt in conclusies over de
effectiviteit van beleid zijdelings gerefereerd aan het
maatschappelijke middenveld, bijvoorbeeld in de Commissie
Dijsselbloem. Een van de conclusies daar was dat door de
invloedrijke positie van dit middenveld, de ouders, docenten en
leerlingen, onvoldoende gehoord waren. Het hoe en waarom van
zulke uitkomsten blijft alleen vaak onduidelijk. Daarom heb ik
een aanpak gekozen die het proces van
belangenvertegenwoordiging centraal stelt in plaats van de
beleidsresultaten.' Ze hield surveys en interviews onder
ambtenaren en vertegenwoordigers van belangenorganisaties.
Iedereen kent wel de grote en gevestigde namen, zoals VNO-NCW,
MKB Nederland, maar al gauw bleek Poppelaars dat er geen
overzicht bestaat van alle belangenorganisaties in Nederland.
Protest tegen de onderwijsvernieuwing
Aanspreekpunten
Uit Poppelaars onderzoek kwam naar voren dat ambtenaren om
verschillende redenen met belangenorganisaties samenwerken. Ze
willen met bepaalde belangenorganisaties samenwerken om
expertise en informatie te vergaren of om draagvlak te
verwerven. Daarnaast is het hebben van aanspreekpunten erg van
belang. `Dit geldt niet alleen voor bijvoorbeeld het
integratiebeleid, maar ook op andere beleidsterreinen blijkt
het mechanisme van belang te zijn voor effectieve sturing en
beleidsuitvoering', vertelt Poppelaars. `Ambtenaren hebben dus
goede redenen om met belangenorganisaties samen te werken. De
vraag is alleen hoeveel invloed ze vervolgens daadwerkelijk
kunnen uitoefenen op het gedrag van deze organisaties.'
Draagvlak
Poppelaars vergeleek in haar onderzoek de Nederlandse praktijk
met die in het Verenigd Koninkrijk. `Daar blijkt verschil in te
zitten: informatie en expertise verwerven is daar belangrijker
dan hier. En hier is de component draagvlak weer belangrijker.
Voor een deel is het strategisch gedrag: `ik heb die en die
organisaties daar en daar voor nodig, dus daarom nodig ik ze
uit'. Maar de vraag is of je altijd zo strategisch kan handelen
in een geïnstitutionaliseerde context. De macht der gewoonte
komt dan om de hoek kijken. Een belangenorganisatie in de zorg
die alle verpleeghuizen vertegenwoordigt - eigenlijk een soort
MKB-koepel - werd niet bij Economische Zaken aan tafel
genodigd, omdat ze er daar van overtuigd waren dat het een
organisatie in de zorg was en dus niet tot de gangbare kring
van EZ behoorde. Die institutionalisering kan dus de toegang
beperken en is in democratisch opzicht niet altijd even goed.'
Foto Caelesta Poppelaars: `Ambtenaren hebben goede redenen om
met belangenorganisaties samen te werken.'
Aanbevelingen
Poppelaars geeft toe dat haar onderzoek schreeuwt om
aanbevelingen: `Ik heb me daar in mijn proefschrift toch van
weerhouden, omdat een systematische analyse als deze nog
ontbrak. In de internationale literatuur wordt over het
algemeen gekeken vanuit de belangenorganisaties. En in
Nederland wordt met name gekeken naar hoe samenwerking tussen
de sociale partners de effectiviteit van sociaal-economische
wetgeving beïnvloedt.' Maar die praktische aanbevelingen zullen
er nog wel komen, denkt ze.
Polderend Nederland
Een koepel van patiëntenorganisaties werd niet toegelaten tot
het debat over flexibel ontslag op de participatietop van een
aantal jaren geleden. Flexibel ontslag zou voordelig zijn om
mensen met een handicap aan het werk te krijgen. Binnen deze
top spelen voornamelijk de grote partijen - werknemers- en
werkgeversorganisaties - een rol. De patiëntenkoepel beriep
zich op VN-charters om toch als volwaardige gesprekspartner aan
tafel te komen. Maar dat is ze uiteindelijk niet gelukt,
waarschijnlijk omdat dat niet in het belang was van met name
vakbonden. Poppelaars: `Zo zie je maar dat het polderende
Nederland wel degelijk uitsluitingmechanismen kent. De overheid
geeft de voorkeur aan koepelorganisaties, maar hier blijkt ook
hoe dat beperkend werkt als een kleine organisatie toegang
probeert te krijgen.'
Publieke besluitvorming
Dit onderzoek is een eerste stap om systematisch antwoord te
vinden op de vraag hoe asymmetrisch de relaties tussen beide
spelers zijn, vat Poppelaars samen. `We kunnen er op termijn
hopelijk mee verklaren onder welke omstandigheden de ambtenaar
ofwel de belangenorganisatie in kwestie de touwtjes in handen
heeft. En dat is nodig. Want zonder een goed antwoord op deze
vraag blijft het onduidelijk hoeveel invloed ze uitoefenen op
publieke besluitvorming.' Deze onduidelijkheid kan pijnlijke
gevolgen hebben, zoals de recente financiële crisis laat zien:
Toezichthouders bleken verstrikt in een oerwoud van complexe
financiële constructies dat de sector in onderling overleg had
aangeplant.
(3 maart 2009/SH)
3/3/2009
Universiteit Leiden