Ingezonden persbericht


Pb 09 - 32
Nijmegen, 3 maart 2009

Opvoeding en genen samen oorzaak van vroegtijdig alcoholgebruik

Voor het eerst is er een verband aangetoond tussen alcoholgebruik en genetische aanleg en opvoeding. Kinderen die genetisch kwetsbaar zijn voor alcohol èn toegeeflijke ouders hebben lopen een groter risico vroegtijdig te beginnen met alcohol.

Dit blijkt uit onderzoek van gedragsonderzoeker Carmen van der Zwaluw van het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij werkte hiervoor samen met wetenschappers van de afdelingen Genetica en Psychiatrie. Het is voor het eerst dat voor alcoholgebruik een verband is gevonden tussen genetische informatie en opvoeding. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Molecular Psychiatry.

Alcoholgebruik onder jongeren komt veel voor en neemt toe. De meeste jongeren drinken hun eerste alcoholische drankje tussen hun 11e en 15e levensjaar. In groep 8 van de basisschool blijkt een derde van de jongeren al eens alcohol te hebben gedronken. Alcoholgebruik op jonge leeftijd is problematisch omdat het de kans op later alcoholisme vergroot. Verder kan het problemen op school, agressief gedrag en hersenbeschadigingen veroorzaken. Al eerder is vastgesteld dat de rol van ouders van invloed is op het wel of niet gaan drinken van jongeren. Heldere afspraken en duidelijke regels over het drinken van alcohol kunnen vooral jongeren met een genetische aanleg voor alcohol afhouden van het op jonge leeftijd veel gaan drinken.

Gegevensverzameling
Carmen van der Zwaluw verzamelde vijf jaar lang gegevens van 428 gezinnen en hun twee adolescente kinderen. Jaarlijks beantwoordden de gezinsleden vragen over gedrag en opvoeding, roken, alcoholgebruik en eetgedrag. Van der Zwaluw volgde voor haar onderzoek de jongste gezinsleden van de families. In totaal waren dat 309 jongeren, 161 jongens en 148 meisjes van gemiddeld 13 jaar oud.

Genetisch onderzoek
Daarnaast verzamelde ze van deze jongeren speeksel als DNA-materiaal en liet dat onderzoeken op een specifieke genetische gevoeligheidsfactor voor alcohol: het dopamine D2 receptorgen (DRD2). Dit gen is betrokken bij het hersensysteem dat zorgt voor gevoelens van genot en beloning na het drinken van alcohol. Van der Zwaluw onderzocht één specifieke genetische verandering in dit gen (Taq1 A). Jongeren met deze genetische mutatie vormen de genetisch kwetsbare risicogroep.

Genetisch opmaak niet alleen voorspellend
205 van de 309 jongeren hadden aan het begin van het onderzoek nog nooit alcohol gedronken. Deze groep was voor Van der Zwaluw belangrijk om te volgen. Ze wilde weten of het hebben van de genetische mutatie voorspellend zou zijn voor het drinkgedrag één of twee jaar later. En ze keek daarbij ook naar de meer of minder tolerante houding van de ouders ten opzichte van drank. Kinderen met deze genetische kwetsbaarheid, die ouders hadden die weinig regels stelden, dronken een jaar later meer alcohol dan kinderen met strengere ouders of kinderen zonder de genetische verandering. Bij controle bleek dat het verband enkel en alleen geldt voor het samenspel tussen het gen en de afspraken en spelregels rond alcoholgebruik.

Regels extra belangrijk voor jongeren met genetisch risico Regels rondom alcoholgebruik zijn effectief. Het stellen van regels zorgt ervoor dat jongeren minder gaan drinken en minder snel beginnen met drinken. Voor de risicogroep echter, is een goed gesprek en het maken van afspraken over alcoholgebruik extra belangrijk. Carmen van der Zwaluw: "Het lijkt erop dat regels en afspraken de genetische kwetsbaarheid kunnen sturen".

Vernieuwend onderzoek: eerste bewijs
Het is voor het eerst dat er een verband is gevonden tussen genetische aanleg en opvoeding op alcoholgebruik bij jongeren. Volgens prof. Rutger Engels en prof. Jan Buitelaar, begeleiders van Van der Zwaluw, is het vernieuwend onderzoek. Engels: "Er is voor beginnend alcoholgebruik nog nauwelijks onderzoek gedaan naar de samenhang tussen genetische aanleg en omgeving." Waarom is het belangrijk om te weten of een kind tot een risicogroep behoort? Van der Zwaluw: "Het is voor ons als gedragsonderzoekers natuurlijk belangrijk dit te weten om gedrag volledig te kunnen verklaren." Wat betekent het voor preventie? Van der Zwaluw: "Nog meer dan nu het geval is, moeten we de nadruk leggen op het belang van goede afspraken in het gezin rondom alcohol."

Multidisciplinair en door NWO gefinancierd
Dit onderzoek wordt gefinancierd door een NWO-subsidie aan dr. Ron Scholte en prof. Rutger Engels (Radboud Universiteit Nijmegen). Mede-onderzoekers zijn Jan Buitelaar (UMC Nijmegen, Psychiatrie), Robbertjan Verkes (UMC Nijmegen, Psychiatrie), en Barbara Franke (UMC Nijmegen, Antropogenetica)..

Interaction between dopamine D2 receptor genotype and parental rule-setting in adolescent alcohol use: evidence for a gene-parenting interaction.

C. van der Zwaluw, R. Engels, ,A.A Vermulst, B. Franke, J. Buitelaar en R. Verkes en R. Scholte Molecular Psychiatry, februari 2009