Brussel, 3 maart 2009
EU start campagne tegen loonverschillen tussen vrouwen en mannen
De Europese Commissie is vandaag begonnen met een campagne in de hele EU om
de loonverschillen tussen mannen en vrouwen aan te pakken. Vrouwen verdienen
in de EU gemiddeld 17,4% minder dan mannen. Het simpele concept 'gelijke
beloning voor gelijkwaardig werk' staat centraal in de campagne, die in het
kader van Internationale Vrouwendag (8 maart) van start gaat om meer
bekendheid te geven aan dit fenomeen, de oorzaken ervan en mogelijke
oplossingen.
"De loonverschillen tussen mannen en vrouwen hebben verschillende
oorzaken en vragen dus ook om meerdere oplossingen. Daarom is actie op
alle niveaus nodig en moeten alle betrokken partijen zich ervoor
inzetten dit probleem aan te pakken, van werkgevers en vakbonden tot
de nationale overheden en alle burgers. Onze campagne zal mensen er
beter van bewust maken waarom vrouwen in Europa nog steeds zo veel
minder verdienen dan mannen en wat we daaraan kunnen doen", zei EU-
commissaris voor gelijke kansen, Vladimír Spidla. "In het huidige
economische klimaat is gelijkheid tussen vrouwen en mannen
belangrijker dan ooit. We kunnen deze crisis alleen het hoofd bieden
als we alle beschikbare talenten benutten", voegde hij hieraan toe.
Gelijke beloning voor gelijkwaardig werk is een van de grondbeginselen
van de Europese Unie. Het is in 1957 vastgelegd in het Verdrag van
Rome en al in 1975 is er een richtlijn goedgekeurd die elke
discriminatie in elk aspect van de beloning tussen vrouwen en mannen
voor hetzelfde of gelijkwaardig werk verbiedt. Dankzij de
doeltreffende Europese en nationale wetgeving op het gebied van
gelijke beloning is het aantal eenduidige, voor de hand liggende
gevallen van rechtstreekse discriminatie - een verschil in loon tussen
een man en een vrouw die precies hetzelfde werk doen, over dezelfde
ervaring en vaardigheden beschikken en hetzelfde presteren - sterk
gedaald. Maar waarom is er dan nog steeds een loonkloof van 17,4% in
de EU?
De loonkloof tussen mannen en vrouwen bestaat uit de verschillen
tussen de gemiddelde uurlonen van mannen en vrouwen in Europa vóór
belasting. Deze kloof is het gevolg van de aanhoudende discriminatie
en ongelijkheid op de arbeidsmarkt, waarmee in de praktijk vooral
vrouwen te maken krijgen. Het werk van vrouwen wordt bijvoorbeeld vaak
nog steeds als minder waardevol gezien dan het werk van mannen, en
vrouwen werken veelal in sectoren waar de lonen gemiddeld lager liggen
dan sectoren waarin voornamelijk mannen werkzaam zijn: zo verdienen
vrouwelijke caissières in een supermarkt meestal minder dan de
mannelijke winkelmedewerkers.
Door de loonkloof hebben vrouwen ook een lager inkomen over hun gehele
loopbaan en een lager pensioen, waardoor zij op latere leeftijd in
armoede terecht kunnen komen. 21% van de vrouwen van 65 jaar en ouder
balanceert op de rand van de armoede, tegenover 16% van de mannen.
Het doel van de campagne is de bewustwording van de loonkloof tussen
mannen en vrouwen en eventuele oplossingen daarvoor te vergroten. Om
de burgers, werkgevers en werknemers te bereiken, zal de campagne
goede praktijken op het gebied van de bestrijding van loonverschillen
uit heel Europa stimuleren en zal een campagnetoolkit voor werkgevers
en vakbonden op Europees en op nationaal niveau worden uitgedeeld.
Andere activiteiten zijn de campagnewebsite, reclame in de Europese
pers en een postercampagne.
De campagne is een vervolg op de mededeling van de Commissie over de
loonkloof van 2007, waarin de oorzaken van de kloof werden
geanalyseerd en werd nagegaan welke actie op EU-niveau mogelijk was.
In de mededeling werd onderstreept dat de bewustwording van de
loonkloof moest worden vergroot en hoe deze kan worden bestreden door
op alle niveaus maatregelen te nemen, waarbij alle belanghebbenden
worden betrokken en aandacht is voor alle factoren die een rol spelen.
Jaarverslag over gelijkheid
In het verslag over de gelijkheid tussen vrouwen en mannen van 2009 -
dat de Commissie eveneens vandaag presenteert - wordt bevestigd dat er
weliswaar enige vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid is
geboekt, maar dat er op een aantal gebieden nog steeds aanzienlijke
verschillen bestaan. Hoewel de participatiegraad van vrouwen de
afgelopen jaren voortdurend is gestegen (nu 58,3% voor vrouwen
tegenover 72,5% voor mannen), werken vrouwen nog steeds vaker in
deeltijd dan mannen (31,2% voor vrouwen en 7,7% voor mannen) en
domineren zij de sectoren waarin de lonen lager liggen (meer dan 40%
van de vrouwen werkt in de zorg of het onderwijs of voor de overheid -
twee keer zo veel als mannen). Toch maken vrouwen nu 59% van alle
nieuwe universitair afgestudeerden uit.
Vrouwen en mannen in de besluitvorming
In de tussentijd bevestigt een nieuw rapport van deskundigen dat in
opdracht van de Commissie is opgesteld, dat vrouwen ook sterk
ondervertegenwoordigd zijn in de economische besluitvorming en in de
Europese politiek. Bij alle centrale banken van de 27 EU-lidstaten
staat een man aan het hoofd. De ondervertegenwoordiging van vrouwen in
topfuncties van grote ondernemingen is het grootst: de raden van
commissarissen van deze bedrijven (de hoofdfondsen van de
aandelenbeurzen) bestaan voor bijna 90% uit mannen, en hierin is de
laatste jaren nauwelijks verandering gekomen.
Het percentage vrouwelijke leden van nationale parlementen
(eerste/tweede kamer) is het afgelopen decennium met ongeveer de helft
gestegen van 16% in 1997 tot 24% in 2008. In het Europees Parlement
ligt het percentage iets hoger (31% vrouwen). De nationale regeringen
tellen gemiddeld ongeveer drie keer zo veel mannelijke als vrouwelijke
ministers (25% vrouwen, 75% mannen).
MEMO/09/91
European Union