Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden van de Eerste en Tweede Kamer over de Raad van Europa / beslissing Comité van Ministers d.d. 25 november 2008

03-03-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Jonker, Omtzigt, Blom, ten Broeke, Waalkens, Weekers, van Gerven, Aasted Madsen-van Stiphout over de Raad van Europa / beslissing Comité van Ministers d.d. 25 november 2008. Deze vragen werden ingezonden op 5 februari 2009 met kenmerk 2009z01945.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Jonker, Omtzigt, Blom, ten Broeke, Waalkens, Weekers, van Gerven, Aasted Madsen-van Stiphout over de Raad van Europa / beslissing Comité van Ministers d.d. 25 november 2008.

Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat het Comité van Ministers van de Raad van Europa op 25 november 2008 heeft gediscussieerd over een uit drie onderdelen bestaand Actieplan voor het stimuleren van de waarden en standaarden van de Raad van Europa in Georgië en de Russische Federatie?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Deelt u de opvatting dat er tot nu toe weinig tot geen vooruitgang is geboekt in deze discussie doordat tijdens deze 1042e vergadering van het Comité van Ministers de beslissing is genomen dat de drie delen van het Actieplan een 'onontkoombaar verbonden geheel' vormen?

Antwoord
Ik deel de mening dat er weinig vooruitgang is geboekt ten aanzien van het Actieplan sinds de start van de onderhandelingen in het Comité van Ministers (CM). Een reden daarvoor is dat Rusland zich verzette tegen een onderdeel van het plan, namelijk de geplande monitoring door de Raad van Europa van naleving van internationale verplichtingen in zowel Georgië als Rusland.

Het is niet zo dat tijdens de 1042e vergadering is besloten het Actieplan als een 'onontkoombaar verbonden geheel' te beschouwen. Hierover is door het CM nooit een beslissing genomen, noch is het Plan in stemming gebracht, omdat de meningen over het Actieplan in het CM uiteenliepen. Bij de stemming op 25 november jl. over het 'in stemming brengen' heeft Nederland zich overigens onthouden van stemming, juist omdat de standpunten over het Actieplan nog te ver uiteenliepen.

Vraag 3
Zo ja, welke stappen kan en gaat u nemen om vooruitgang te brengen in de discussie over het Actieplan ter stimulering van de waarden en standaarden van de Raad van Europa in Georgië en de Russische Federatie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
In het CM wordt inmiddels niet meer gesproken over het oorspronkelijke Actieplan waarover op 25 november jl. is gestemd. Het (nieuwe, Spaanse) voorzitterschap van het CM probeert op dit moment te komen tot een nieuwe aanpak om de rol van de Raad van Europa in het conflict tussen Rusland en Georgië te bepalen. De eerste stap in deze nieuwe aanpak, het maken van een nieuwe inventarisatie van alle activiteiten van de Raad van Europa in de regio tot nu toe, is recent voltooid.

Ik ondersteun het initiatief van het voorzitterschap in zijn pogingen een plan uit te werken waar zowel Rusland als Georgië mee akkoord zullen gaan. Ik meen dat een Actieplan dat twee lidstaten betreft, maar dat tegen de zin van één van de partijen wordt uitgevoerd, de verhoudingen tussen de partijen niet ten goede zou komen, en niet tot resultaten zal leiden. In dit verband kan ik u verzekeren dat ik zowel in de Raad van Europa als in andere multilaterale fora en in mijn bilaterale contacten (zoals tijdens mijn recente bezoek aan Georgië van 11-12 februari 2009) aandring op voortzetting van de dialoog tussen de partijen.

Vraag 4
Bent u bereid bij het Comité van Ministers van de Raad van Europa aan te dringen op ontkoppeling van de drie delen zodat tenminste op bepaalde onderdelen vooruitgang kan worden geboekt? Kunt u hierbij met name inzetten op onderdelen die leiden tot concrete activiteiten ter stimulering en bescherming van de mensenrechten en het garanderen van veiligheid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Op dit moment ligt er geen Actieplan ter onderhandeling op tafel. Zonder op de nieuwe benadering vooruit te willen lopen, zal ik in elk geval blijven streven naar een aanpak die de goedkeuring heeft van beide partijen, aangezien zij beiden het plan ook zullen moeten implementeren. Ik streef uiteraard naar een aanpak die aansluit bij de kernwaarden van de Raad van Europa, die complementair is aan de aanpak van andere organisaties die actief zijn in de regio zoals de VN, OVSE en de EU en die recht doet aan de rol van het Genèveproces in de dialoog tussen de partijen.

Overigens is de Raad van Europa, met actieve steun van Nederland, onder meer op humanitair gebied, reeds actief in de conflictregio. Mensenrechtencommissaris Thomas Hammarberg, heeft recentelijk de regio meerdere malen bezocht. Het Committee for the Prevention of Torture (CPT) heeft Abchazië bezocht en het Committee against Racism and Intolerance (ECRI) is voornemens een bezoek aan Georgië te brengen.

Vraag 5
Bent u bereid, separaat van de beantwoording van deze vragen, de Kamer uiterlijk in de week voorafgaand aan de tweede plenaire bijeenkomst van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, kort op de hoogte te brengen van de stand van zaken tot dan toe?

Antwoord
Ja.