Deelgemeente IJsselmonde Rotterdam
Eerste Wmo café IJsselmonde groot succes
Samen aan de slag met welzijnsvragen oudere inwoners IJsselmonde
Een café waar de eerste drie uur geen alcohol wordt geschonken, maar
waar je wel bij binnenkomst als gast welkom wordt geheten. Het lijkt
geen voor de hand liggende horecaformule, maar in de deelgemeente
IJsselmonde trekt het veel enthousiaste belangstellenden. Het eerste
Wmo-café dat de deelgemeente op donderdagmiddag 19 februari
organiseerde met een aantal partners op het gebied van wonen, welzijn
en zorg krijgt wegens succes een vervolg.
Zon tachtig uitvoerende professionals, mensen van
vrijwilligersorganisaties en deelraadsleden kregen tijdens het
Wmo-café de gelegenheid om in een informele sfeer kennis te maken met
elkaar en van gedachten te wisselen over de gezamenlijke aanpak van de
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in IJsselmonde.
De bijeenkomst was een aanloop naar de Wmo-pilot die naar verwachting
in het voorjaar in onze deelgemeente van start gaat. Het doel hiervan
is een klantgericht en sluitend netwerk te ontwikkelen rondom
Wmo-vragen op meerdere levensterreinen van oudere burgers in het
centrumgebied van IJsselmonde. Om de Wmo van wet naar praktijk te
brengen is de samenwerking tussen betrokken organisaties essentieel.
En die blijkt goed tot stand te kunnen komen door het Wmo-café. Je
kunt wel allerhande informatie over elkaars organisatie vinden op
internet, maar vaak is juist dat ene onderdeel waar je naar op zoek
bent lastig te vinden. Dat is tijdrovend. Zon ontmoetingsgelegenheid
als dit Wmo-café is veel functioneler en inspirerender. Aldus een van
de aanwezigen.
Dagelijks bestuurder Bram van Hemmen onderstreept het belang van de
nieuwe manier van werken: In ons welzijnsbeleid willen we uitgaan van
alles wat mensen wél kunnen. Niet van wat ze niet kunnen. De afgelopen
veertig jaar werd de zorg voor mensen geheel overgenomen door
welzijnsinstanties. Ook de dingen die mensen wel konden. Daardoor zijn
mensen afhankelijk geworden van de zorg. Terwijl het zo belangrijk is
om mensen te stimuleren. Ook al kun je minder dan iemand anders, het
draagt bij aan het welbevinden als je dan toch iets mag en kunt doen.
Als je minder kan, dan moet je geholpen worden meer te kunnen door de
overheid of je omgeving. We moeten dus anders gaan kijken naar alles
wat we doen als overheid en als dienstverleners. Omdat alles wat we
doen hoort bij te dragen aan het welzijn van mensen.
Om deze visie op de Wmo te kunnen verwezenlijken is het belangrijk dat
uitvoerende professionals (frontlijners) en vrijwilligers elkaar
kennen en weten wat de ander kan. De uitvoering staat daarmee centraal
in de Wmo-pilot. Met andere woorden professionals en vrijwilligers
staan aan het roer en krijgen hiervoor ook alle ruimte. Deze manier
van denken is de belangrijkste stap op weg naar samenwerking op het
gebied van wonen, werk en welzijn. Professionals en vrijwilligers zijn
bezig om samen een werkwijze te formuleren en het werk te doen.
Precies zoals de ambitie van de Wmo het voorstaat. Samen moeten zij de
vraag van de oudere burger oppakken en zorgen voor een sluitende
(Wmo-)ondersteuning. Met het Wmo-café is een stap gezet.om de
samenwerking tussen professionals en vrijwilligers verder te
versterken.