Persbericht
Datum 3 maart 2009
Kenmerk 035
Aanbevelingen ombudsman over Noord/Zuidlijn
ondersteunen inzet en maatregelen College
Amsterdam neemt de uitkomsten van het ombudsmanrapport naar de tweede
verzakking op de Vijzelgracht ter harte. De ombudsman vindt dat het
besluitvormingstraject voorafgaand aan de herstart van de
ontgravingswerkzaamheden zorgvuldig is geweest. Maar bij de ontgraving van de
voeg op 10 september zijn fouten gemaakt. Het college vindt, net als de
ombudsman, dat de Dienst Milieu en Bouwtoezicht betrokken had moeten worden
bij het beoordelen van de verdachte plek. Overigens stelt het college dat niet zeker
is of daarmee de verzakking ook zou zijn voorkomen.
Direct na de tweede verzakking heeft de toenmalig wethouder Noord/Zuidlijn, Tjeerd
Herrema, aan de ombudsman gevraagd een onderzoek in te stellen naar de gang van
zaken rond de verzakking van de Wevershuisjes. De ombudsman concludeert in zijn
rapport dat er een aantal belangrijke zaken niet goed gegaan is. Het college erkent dat,
betreurt dat en trekt daar lering uit. Op sommige onderdelen wil het college een toelichting
geven.
Na de eerste verzakking op 19 juni heeft het college opdracht gegeven tot verbeteringen in
de kwaliteit van de uitvoering en de benodigde cultuuromslag binnen het project
Noord/Zuidlijn. Helaas waren de lessen van de eerste verzakking nog niet volledig
doorgevoerd in de uitvoering toen op 10 september de tweede verzakking plaatsvond. Wel
bevestigt het tweede rapport van de ombudsman de richting en aard van de maatregelen
die het college inmiddels heeft genomen: meer realisme, betere communicatie en scherper
toezicht.
Bouwput
Uit het onderzoek van kennisinstituut Deltares naar de technische oorzaak van de tweede
verzakking is gebleken dat de aannemer, achteraf gezien, de voeg niet goed heeft
ingeschat. Daardoor zijn niet de juiste herstelmaatregelen genomen om de voeg te
repareren. Dat heeft geleid tot de verzakking.
De ombudsman concludeert in zijn rapport dat er bij de ontdekking van de verdachte plek
in de diepwand onvoldoende overleg is geweest over de aanpak hiervan. Ook is de Dienst
Milieu en Bouwtoezicht niet tijdig op de hoogte gesteld. Het College deelt de conclusie dat
er in de bouwput fouten zijn gemaakt. Ook met de Dienst Milieu en Bouwtoezicht had
overleg gepleegd moeten worden bij het bepalen van de herstelmaatregelen van de
verdachte voeg. Overigens biedt meer overleg géén garantie voor het voorkomen van
verzakkingen. Ook blijft het de verantwoordelijkheid van de aannemer om plekken in de
diepwand te beoordelen en te herstellen.
Bestuurlijk traject
De ombudsman oordeelt dat het besluitvormingstraject voorafgaand aan de herstart van
de werkzaamheden op 9 september zorgvuldig is geweest. De wanden zijn onderzocht
met de Texplormethode en er is een voorzichtige aanpak voorgeschreven bij het hervatten
van de ontgraving.
.
Verbetering toezicht
Naar aanleiding van het incident op 19 juni heeft het college maatregelen genomen om het
toezicht op de aanleg van de Noord/Zuidlijn te verbeteren. De dienst Milieu en
Bouwtoezicht heeft een speciaal projectteam Noord/Zuidlijn samengesteld voor het
bouwtechnische oordeel, handhaving en toezicht bij dit complexe bouwproces. De
capaciteit is versterkt door het aantal medewerkers te verdubbelen, de kwaliteit van het
toezicht te verbeteren en extra budget beschikbaar te stellen voor het inhuren van externe
expertise. Ook is de verdeling van rollen en taken scherper afgebakend. Het toezicht,
binnen en buiten de bouwput, is hiermee versterkt en verscherpt.
Opvang omwonenden
Voor bewoners van de panden aan de Vijzelgracht is de verzakking buitengewoon ernstig.
De ombudsman uit scherpe kritiek over de opvang van gedupeerden na de verzakking. De
eerste opvang van gedupeerden verliep niet goed. Hoewel er diezelfde nacht nog voor alle
gezinnen hotelkamers geregeld zijn, was er in de eerste uren na het incident geen directe
opvang. Het college heeft een nieuw incidentenplan vastgesteld waarmee de eerste
opvang van gedupeerden beter en sneller geregeld kan worden. Ook komt er binnen een
straal van 250 meter van alle diepe stations en bij het tunnelboren een vast verzamelpunt
waar omwonenden bij een incident terecht kunnen voor informatie en hulp. Daarbij tekent
het college aan dat er in een crisissituatie altijd sprake is van verwarring en gebrek aan
informatie.
Communicatie
Het college wil een realistische benadering en communicatie over het project. Daarbij
hoort dat er realistisch en transparant wordt gecommuniceerd over alle risico's. De brief
van 4 september aan de bewoners over de resultaten van de Texplormetingen en de
herstart van de werkzaamheden is, zeker met de huidige kennis, te algemeen en
onduidelijk. De professionele inschatting was toentertijd dat het om normale plekken ging
die nu eenmaal in een diepwand voorkomen. De gekozen formulering, waarin gesteld
werd dat er `geen zwakke plekken' waren geconstateerd maakt evenwel onvoldoende
duidelijk dat er ook risico's verbonden waren aan het vervolg van de werkzaamheden. Het
college neemt afstand van de suggestie dat bewoners bewust verkeerd zijn geïnformeerd .
Ten slotte
Het college betreurt dat er door het uitlekken van het concept-rapport, waarop nog geen
wederhoor had plaatsgevonden, onterechte beelden zijn ontstaan over bijvoorbeeld de
aanwezigheid van de calamiteitencontainer, het optreden van de politie en de mate van
bestuurlijke betrokkenheid. Het definitieve rapport geeft op deze punten een meer
genuanceerd beeld van de werkelijkheid.
Het tweede rapport van de ombudsman bevestigt dat het college de juiste maatregelen
neemt om op een verantwoorde manier met dit ingewikkelde project verder te gaan. Het
besluit over de toekomstige herstart van de werkzaamheden aan de diepe stations is in
tweeën geknipt. Er is al besloten om de voorbereidingen tot een herstart in gang te zetten.
Over de daadwerkelijke herstart zal het College later dit jaar apart besluiten. Zoals bekend,
heeft het College aan dat besluit scherpe voorwaarden gesteld.
Pb-035
Gemeente Amsterdam