Gemeente Utrecht

Vragen van de heren V. Oldenborg en J.A. Kleuver en mevrouw A. Koenders (ingekomen 26 januari 2009 en antwoorden door het college verzonden op 3 maart 2009)

Onlangs ontvingen leden van de gemeenteraad een brief van bewoners van de Engelsmanplaat in Lunetten, waarin zij hun zorgen uitten over de spoorverdubbeling. De zorgen werden nader toegelicht tijdens een bezoek van de gemeenteraad aan de wijk Zuid, op 20 januari in het Musketon. Wie ter plaatse gaat kijken, begrijpt dat de spoorverdubbeling en de uitbreiding van station Lunetten, zoals het nu gepland is, voor onacceptabele overlast zorgen. De bewoners zijn er begrijpelijkerwijs steeds van uitgegaan dat de verdubbeling van hun huis áf zou worden gerealiseerd. Andersom - naar hun huis toe - leek ondenkbaar. De problemen en zorgen die spelen zijn als volgt onder te verdelen:


- Overlast en vrees voor schade tijdens de aanleg door hei- en andere werkzaamheden.
- Geluidsoverlast.

- Onmogelijkheid om de achtergevels van de huizen aan de Engelsmanplaat te onderhouden doordat de ruimte ertussen verdwijnt.
- Aantasting van de privacy doordat het perron van het uit te breiden station tot achter de huizen doorloopt.
- Overlast door trillingen

- Onduidelijkheden en mogelijke onwaarheden in de onderliggende stukken (o.a. van Prorail)
- Complexe besluitvorming

De fracties van Leefbaar Utrecht, SP en D66 hebben de volgende vragen aan het College, waarbij wij aantekenen dat noch wij, noch de bewoners tegen de verdubbeling op zich zijn, maar wel tegen de invulling waarvoor nu gekozen is.


1. Hoe is de wettelijke inbedding van de spoorverdubbeling en de uitbreiding van station Lunetten geregeld en welke invloed heeft het College?

De spoorverdubbeling, de realisatie van Randstadspoor en de verplaatsing van station Lunetten worden juridisch-planologisch geregeld door het doorlopen van de zgn. verkorte tracéwet-procedure, wat uiteindelijk resulteert in in het zogenaamde Tracébesluit (TB) "Sporen in Utrecht", deeltracé Utrecht Centraal - Houten. De Minister van Verkeer en Waterstaat is bevoegd gezag in deze procedure. ProRail is de penvoerder namens de minister. Juni 2008 is het Ontwerp-Tracébesluit ter inzage gelegd en was er voor een ieder gelegenheid om een zienswijze in te dienen. Het nieuwe station Lunetten wordt gerealiseerd door ProRail, het aansluitende voorplein wordt ingericht door de gemeente. Voor de realisering van het voorplein is een wijziging van het bestemmingsplan nodig.

ProRail heeft in 2008 over de plannen en bijbehorende procedures gecommuniceerd via een informatieavond en een inloopavond. Hier zijn de plannen toegelicht en was er gelegenheid om vragen te stellen. Hierbij is aangegeven hoe belanghebbenden zouden kunnen reageren op de Ontwerp Tracébesluit. De inspraaktermijn liep van 3 juni t/m 14 juli 2008. Het inspraakpunt heeft 59 zienswijzen van 410 bewoners/organisaties ontvangen. Eind maart 2009 wordt het (definitieve) Tracébesluit van de minister van Verkeer en Waterstaat verwacht. In het definitieve Tracébesluit wordt beschreven hoe de zienswijzen zijn verwerkt in de plannen en hoe de Minister is omgegaan met de ingediende zienswijzen. Bij het Tracébesluit komt een Nota van Antwoord met een reactie op de zienswijzen. Tegen het Tracébesluit is beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State door belanghebbenden die ook bij het OTB hun zienswijze naar voren hebben gebracht.

De gemeente is geen bevoegd gezag in het kader van de tracéwet-procedure. De gemeente heeft in het kader van de inspraak op het Ontwerp Tracébesluit op 9 juli 2008 een zienswijze ingediend bij de Minister. In de zienswijze is ondermeer aandacht gevraagd voor de inpassing van het spoorproject, de komst van HOV Om de Zuid, de milieuproblematiek, veiligheid, eigendomsgrenzen en de voorkoming van hinder voor bewoners tijdens de bouw. Daarnaast is er langjarig structureel ambtelijk en bestuurlijk overleg tussen gemeente en ProRail. In die overleggen worden de belangen van de gemeente en haar bewoners aan de orde gesteld.
2. Deelt het College de mening van de vragenstellende fracties dat de situatie ter plekke zodanig is dat de uitbreiding van het spoor volgens de huidige plannen niet acceptabel is? Zo nee, waarom niet?

Nee, wij delen deze mening niet. De gekozen wijze van inpassing van de spoorverdubbeling (in de hele stad aan de zuidwestzijde) is in 2003 vastgelegd in een zogenaamd definitief Ruimtelijk Ontwerp. De gemeente is betrokken geweest bij de totstandkoming van dit ontwerp. De afspraken tussen de gemeente Utrecht en ProRail over de wijze waarop de spooruitbreiding plaatsvindt, zijn vastgelegd in een projectovereenkomst van december 2003, welke door het college is bekrachtigd op 21 september 2004.

Wel zijn wij van mening dat optimalisaties in het ontwerp ten behoeve van bewoners doorgevoerd moeten worden. Hiervoor is op ambtelijk niveau overleg met ProRail en de bewoners gevoerd. Deze optimalisaties zijn sinds 2004 grotendeels verwerkt in het ontwerp van het spoorproject. Hierover is in september 2008 een aanvullende projectovereenkomst getekend. Daarnaast heeft de gemeente een zienswijze op het Ontwerp-Tracébesluit ingediend.


3. In de inleiding bij deze vragen treft u een lijstje met zorgen en problemen aan. Kunt u per punt uitleggen wat de rechten van de bewoners zijn en op welke wijze de gemeente de bewoners kan ondersteunen of problemen kan voorkomen?

De genoemde punten gaan in op eventuele overlast in de bouwperiode en op de gevolgen van het project voor de bewoners. De werkzaamheden die in het kader van de spooruitbreiding door ProRail worden uitgevoerd geven overlast. Het project heeft over meerdere jaren invloed op bijvoorbeeld de verkeersafhandeling in de directe nabijheid van het spoor. Recent heeft ProRail een klankbordgroep Lunetten opgericht waarin naast een vertegenwoordiging van bewoners van de Engelsmanplaat ook andere bewonersgroepen van Lunetten zijn vertegenwoordigd. In deze groep is een aantal werkafspraken gemaakt om de bewoners zo veel als mogelijk te betrekken bij het bouwproces.

ProRail geeft aan dat zij de wettelijke normen hanteert bij het ontwerp en de bouw van het project (o.a. geluid). Aanvullend hebben zij zichzelf verplicht te voldoen aan de landelijk gangbare SBR-normen van de Stichting Bouwresearch. Bewoners kunnen een verzoek om schadevergoeding indienen, wanneer zij schade denken te lijden ten gevolgen van het vastgestelde Tracébesluit of bij schade als gevolg van uitvoerende werkzaamheden (bijv. heiwerkzaamheden). Verzoeken om schadevergoedingen moet men richten aan ProRail.

Ambtelijke ondersteuning en een beroep op het Leefbaarheidsbudget is toegezegd aan de bewoners, nadat zij hun zorgen hadden aangekaart bij het college. Daarnaast is toegezegd dat, zodra de Minister het Tracébesluit vaststelt, er een toelichting komt van wat daarin (uiteindelijk) is verwoord en de gevolgen die dat voor de buurt en zijn bewoners heeft.

---- --