Gemeente Utrecht


Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders

Collegeberichten


1 Utrecht past re-integratiebeleid aan
Utrecht wil dat zoveel mogelijk klanten van Sociale Zaken aan het werk of actief zijn. Via diverse re-integratiemiddelen heeft Utrecht de afgelopen jaren veel Utrechters aan het werk geholpen. Omdat het re-integratiebudget de komende jaren fors vermindert, moet de gemeente het re-integratiebeleid aanpassen. Uitgangspunt blijft een kwantitatief voldoende en kwalitatief goed en gevarieerd re-integratieaanbod. Het college van burgemeester en wethouders stelt de gemeenteraad voor op 26 maart met de maatregelen in te stemmen.

De gemeente Utrecht besloot eind vorig jaar al om bijstandsgerechtigden niet meer te laten instromen op vangnetbanen. Daarnaast is een aantal andere maatregelen nodig om de kosten van het re-integratiebeleid terug te dringen. Zo wordt de opstap-loonkostensubsidie aan werkgevers verlaagd van ¤ 12.5500,- naar ¤ 10.000,-. Werkgevers krijgen maaximaal één jaar opstapsubsidie als zij een bijstandsgerechtigde in dienst nemen. In 2009 kunnen maximaal vierhonderd bijstandsgerechtigden met een opstapsubsidie aan het werk. Het persoonsgebonden re-integratiebudget (PRB) wordt verlaagd van ¤ 10.000,- nnaar ¤ 5.000,-. Het PRB is bestemd voor bijsstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden die zelf hun re-integratietraject willen vormgeven en daarvoor scholing of andere voorzieningen inkopen. Klanten met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt worden voortaan alleen nog door re-integratiebedrijven begeleid wanneer zij op termijn minimaal 16 uur vrijwilligerswerk kunnen doen. Klanten voor wie dat nog een brug te ver is worden door de gemeente zelf begeleid.

Om de uitstroom naar regulier werk te bevorderen krijgen Utrechters een premie van ¤ 11.000,- als zij vanuit een baan met vangnetsubsidie of een Doe Mee baan een reguliere baan vinden én deze gedurende zes maanden behouden.

Utrecht behoudt een breed spectrum aan re-integratiemogelijkheden. Veel succesvolle instrumenten, zoals het Utrechtse Work-firstproject 'Werk Loont', blijven in stand. Daarnaast wil de gemeente met participatieplaatsen starten: werkplekken met behoud van uitkering voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De gemeente verwacht dat in 2010 zo'n vijfhonderd Utrechters op een participatieplaats aan de slag zijn.

Meer informatie: Annemieke Vermeulen, 030 - 286 11 55


2 Werk met behoud van uitkering voor bijstandsgerechtigden Utrecht Utrecht wil bijstandsgerechtigden aan het werk helpen met behoud van uitkering. Dit kan via zogeheten 'participatieplaatsen'. Deze werkplekken zijn bedoeld voor uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Met deze werkervaring vergroten zij hun kansen op een gewone baan.

Met de participatieplaatsen geeft Utrecht invulling aan de nieuwe Wet Stimulering Arbeids Participatie (STAP), die in december door de Eerste Kamer is vastgesteld. De regering wil hiermee werken met behoud van uitkering mogelijk maken. Op een participatieplaats werken bijstandsgerechtigden gedurende twee jaar 24 tot 32 uur per week. In uitzonderingsgevallen kan deze termijn oplopen tot maximaal vier jaar. Bij een 32-urige werkweek ontvangt de werknemer driehonderd euro premie per half jaar bovenop zijn uitkering.

Scholing
Een participatieplaats moet speciaal gecreëerd zijn voor de nieuwe werknemer. Hiermee voorkomt de gemeente dat gewone banen worden omgezet naar gesubsidieerde participatieplaatsen. De werkgever is bovendien verplicht de werknemer op de werkplek te begeleiden. Daarnaast wordt de werknemer begeleid door een re-integratiebedrijf. Werknemers komen ook in aanmerking voor scholing.

De gemeente Utrecht verwacht dat in 2010 zo'n vijfhonderd bijstandsgerechtigden actief zijn op een participatieplaats. Het college stelt de raad voor op 26 maart de 'kadernotitie participatieplaatsen' te bespreken.

Meer informatie: Annemieke Vermeulen, 030 -" 286 11 55