Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over aankoop gronden EHS

04 maart 2009 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister ingaat op het beleid over onteigenen van grond voor de EHS. Uitgangspunt is dat grond op basis van vrijwilligheid wordt verworven. Landelijk mag maximaal 10% onteigend worden.

Meer informatie

Directie Natuur

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE

6 februari 2009 2009Z02048/
2080912540
DN. 2009/363 4 maart 2009
Kamervragen over aankoop gronden
EHS

Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Snijder-Hazelhoff (VVD) over aankoop gronden Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
1
Kent u het artikel "Brabant gaat sneller onteigenen voor de EHS"? Ja.

2 en 3
Bent u gekend in dit besluit? Hoe verhoudt dit besluit zich tot het kabinetsstandpunt uit uw brief van 28 december 2008, waarin wordt aangegeven dat er in principe niet wordt onteigend voor de aanleg van de EHS?
Deelt u de opvatting van de provincie Brabant, die probeert de gronden op vrijwillige basis te verwerven, maar vindt dat dit niet meer het goede middel is, omdat de opgelegde realisering van de EHS zo niet gehaald zal worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Bij de besluitvorming van de provincie Noord-Brabant ben ik niet betrokken geweest. Dat is ook niet mijn directe verantwoordelijkheid. In het kader van de ILG-bestuursovereenkomsten hebben provincies en Rijk afgesproken welke prestaties de provincies in de periode 2007-2013 zullen realiseren en op welke wijze zij dat zullen doen. Dat geldt eveneens voor de aankopen voor de EHS. Uitgangspunt blijft echter dat gronden op basis van vrijwilligheid worden verworven, ook in Noord-Brabant. De bestuursovereenkomsten bieden aan de provincies ruimte om landelijk maximaal 10% van het afgesproken areaal door middel van volledige schadeloosstelling of gerechtelijke onteigening te verwerven. 4
Bent u het eens met de gewijzigde beleidslijn van de provincie Brabant, die vanaf nu via middellijke weg de benodigde gronden wil gaan verwerven om de opgelegde doelstelling te halen, wat betekent dat de provincie meer zal betalen voor de te verwerven gronden, en wanneer het langs die weg niet lukt over te gaan tot onteigening? Hoe vrijwillig kan verkoop langs deze minnelijke weg zijn, wanneer de eigenaar weet uiteindelijk gedwongen te worden tot verkoop, dus tot onteigening? De provincies hebben een eigen beleid op welke wijze zij de in de bestuursovereenkomsten afgesproken prestaties zullen halen. De provincie Noord-Brabant heeft geconstateerd dat verwerving op vrijwillige basis in die provincie niet het gewenste tempo haalt om de afgesproken grondverwerving te realiseren. Via minnelijke weg denkt de provincie de EHS sneller klaar te hebben. Onteigening is toegestaan, mits landelijk het percentage van 10% niet wordt overschreden. Het is een verantwoordelijkheid van de gezamenlijke provincies hoe zij hiermee om zullen gaan. Leidt deze aanpak tot een versnelling van de grondverwerving voor de EHS, dan juich ik dat ten zeerste toe. 5
Feitelijk is het toch juist dat alleen de verkopen die via gerechtelijke weg tot stand komen onder de noemer "onteigening" vallen? Onder welke noemer wordt de genoemde nieuwe transactie procedure van Brabant geschaard?
Het betalen van volledige schadeloosstelling via minnelijke verwerving in het kader van onteigening valt ook onder het begrip onteigening, bedoeld in de bestuursovereenkomsten en de nota Grondbeleid (2001). Want om tot volledige schadeloosstelling te kunnen overgaan, moet aan alle voorwaarden voor onteigening zijn voldaan. Alleen besluiten partijen in dat geval de langdurige route via gerechtelijke onteigening niet te volgen.
6
Heeft u de provincie meer financiële middelen in het vooruitzicht gesteld? Zo nee, waaruit bekostigd deze dan de extra financiën die nodig blijken te zijn? Rijk en provincies zullen bij de 'midterm review' in 2010 bezien hoe onder andere de grondverwervingprestaties voor de EHS verlopen. De beschikbare financiële middelen, maar ook het instrumentarium waarmee de gronden worden verworven, zullen onderwerp van bespreking zijn. Ik heb op voorhand geen extra financiële middelen toegezegd. Indien de provincie ervoor kiest om de versnelling uit eigen middelen te bekostigen ('voorschieten') dan gebeurt dit uiteraard voor risico van de provincie Noord-Brabant. 7
Ziet u ook kansen in de aanpak van de provincie Brabant, om op deze wijze een hogere schadeloosstelling te kunnen betalen, zodat hier een positieve impuls vanuit gaat en vrijwillige verplaatsing van de grond komt? Denkt u dat de provincie Brabant hiermee boeren over de streep kan halen om toch te verkopen? Zo ja, bent u bereid ook bij vrijwillige verkoop een hogere schadeloosstelling te betalen en dit tot landelijk beleid te maken?
De aanpak van de provincie Noord-Brabant laat daadkracht zien om de EHS op tijd af te hebben. De provincie richt zich hierbij op die natuurgebieden waarvoor de verwerving van de laatste hectares noodzakelijk is, om daarna de inrichting ter hand te kunnen nemen. Daarmee laat de provincie zien dat het menens is met het natuurbeleid. Volledige schadeloosstelling kan inderdaad de vrijwillige verkoop van grond door boeren aanmoedigen en een positieve impuls betekenen om vrijwillige verplaatsing van agrarische bedrijven van de grond te laten komen. Het is nu nog te vroeg om te concluderen of het Rijk de hogere kosten moet betalen. Dit zal mede afhangen van de resultaten van de 'midterm review'. Het tot landelijk beleid maken van het betalen van een volledige schadeloosstelling zou betekenen dat het uitgangspunt van vrijwillige verwerving wordt losgelaten en de weg naar onteigening van de resterende gronden (of volledige schadeloosstelling) wordt ingeslagen. Deze discussie is op dit moment nog niet aan de orde. Bij een eventuele beleidswijziging in deze richting, moet ook rekening worden gehouden met de Europese regels voor staatssteun en mededinging.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg