Partij van de Arbeid

Den Haag, 4 maart 2009

Bijdrage lid Depla (PvdA) aan AO MBO

Voorzitter
Het beroepsonderwijs ontvangt elke dag zo'n 500.000 studenten. Veel toegewijde docenten bereiden Mbo-ers voor op de arbeidsmarkt of op een vervolg opleiding op het HBO. Een opleiding waarmee jongeren de kans krijgen talenten te ontwikkelen waarmee ze vooruit kunnen in het leven, een baan krijgen en hun draai vinden in onze samenleving. Je komt ze overal tegen: bij de bakker, in het verzorgingshuis, bij de technische dienst, als aannemer, achter het loket of in de garage. Het MBO leidt mensen op voor de ruggengraat van onze economie en samenleving.

Allereerst wil ik aandacht vragen voor het dreigend tekort aan stageplaatsen. Het Colo, de organisatie die stages regelt, luidt de noodklok: volgend schooljaar dreigt een tekort van 150.000 stageplaatsen. Slecht voor de toekomstkansen van deze jongeren en dus slecht voor de toekomst van ons land. We hebben in de toekomst juist meer goed opgeleide vaklui nodig heeft. De PvdA roept de staatssecretaris van Onderwijs dan ook op in actie te komen om samen met werkgevers en werknemers deze dreigende ramp af te wenden.

Daarom een aantal vragen:

a. Kent u deze cijfers? En deelt u de zorgen van het Colo? b. Klopt het dat vooral jongeren op de laagste niveau's van het mbo hierdoor de boot dreigen te missen? c. Het Colo legt een deel van de schuld bij de groei van het aantal stageplekken bij het vmbo. Deelt de staatssecretaris de opvatting van de PvdA-fractie dat de uitbreiding van stageplekken van vmbo juist versterking van onderwijs is (bv minder uitval in MBO omdat leerlingen al kennis hebben gemaakt met beroepspraktijk en dus beter studierichting kunnen kiezen). Dat uitbreiding van het aantal stageplaatsen dus niet stop gezet moet worden? En deelt u onze conclusie dat de stijging van de vraag naar stageplekken vanuit het vmbo (volgens Colo met 12.000) slechts 10% is van het dreigend tekort? d. Wordt het financieel stimuleren van werkgevers om stageplekken beschikbaar te stellen een onderdeel van het crisispakket waar dit kabinet aan werkt? .

e. De staatssecretaris gaat in gesprek met Mbo-raad en colo. Maar dat vinden wij niet genoeg. De bedrijven moeten voor stageplaatsen zorgen. Is het kabinet bereidt om voldoende stageplaatsen onderdeel te laten zijn van het af te sluiten sociaal akkoord? En gaat de staatssecretaris de overheid ook als werkgever aanspreken om genoeg stageplaatsen beschikbaar te stellen.

Voorzitter,
Tweede punt is voorkomen en aanpakken van slecht bestuur De onvrede van mensen is groot : onderwijsinstellingen, net als woningcorporaties, zijn niet meer van ons allemaal. De grote schaal, het scholen definiëren als bedrijven met bijbehorende beloning en het omvormen van verenigingen naar stichtingen hebben hier aan bijgedragen. Gelukkig is er een kentering zichtbaar. Scholen en corporaties die weer op zoek gaan naar hun ideologische wortels. Binding met de lokale omgeving, zoals de 'Community Colleges': een gemeenschap van studenten, docenten, lokale bedrijven en bestuurders. Vanuit Den Haag stimuleren we deze ontwikkelingen door, met een fusiestop en de mogelijkheid van de-fuseren, de menselijke maat dichterbij te brengen. Er gaan ook zaken mis. Onder invloed van schaalvergroting, marktwerking en andere concurrentieverhoudingen richt de aandacht van de top zich tegenwoordig te vaak op bestuurlijke processen zoals fusies en reorganisaties, terwijl het moet gaan over het verbeteren van de kwaliteit en het doelmatig inzetten van het beperkte geld. Als ROC's deze primaire taken verzaken krijgen jongeren slecht onderwijs en/of verliezen docenten hun baan. Kunt u verklaren waarom ROC Midden Nederland, ROC Amsterdam en ROC Aventus zoveel docenten moeten ontslaan?

Het is noodzakelijk om de integriteit van ROC's te versterken. Verbetering van integriteit begint organisaties zelf: bij het bestuur, het management, en het interne toezicht. Met voldoende ruimte voor gezonde tegenspraak van docenten, studenten en het bedrijfsleven. Maar het is de belangrijkste taak van de Raden van Toezicht.

Er lijkt nog een behoorlijk weg te gaan: veel toezichthouders zien nog niet goed toe op de kernwaarden en de kwaliteit van de instellingen en besteden te veel energie aan relatiebeheer en het aan elkaar rijgen van commissariaten. Intern toezicht zal aan hogere kwaliteitseisen moeten voldoen. Wat doet u er aan omdat te bevorderen? Bestuurders en toezichthouders dienen bij ernstig falen aansprakelijk gesteld te kunnen worden. Ook moeten er ook duidelijke grenzen worden gesteld aan de zittingsduur van leden van de Raad van Toezicht en het maximaal aantal commissariaten per persoon. Binnen de Zorg, bij Philadelphia en Meavita, hebben we gezien wat voor ongelukken ontstaan als leden van de raad van toezicht teveel functies hebben om hun rol als toezichthouder waar te kunnen maken. Is de staatssecretaris dit met ons eens en is ze bereid dit in te brengen bij het wetsvoorstel maatschappelijke onderneming? Of is dit afdoende geregeld via de gedragscode van de sector?

De PvdA-fractie verzocht vorig jaar bij de wetsbehandeling om in de wet op te nemen dat de minister bij wanbestuur als laatste redmiddel de raad van toezicht naar huis kan sturen wanneer deze niet acteert ondanks negatieve inspectierapporten of negatieve signalen uit de omgeving of werkvloer. De suggestie van de staatssecretaris om een oplossing te zoeken in het enquêterecht bij de Ondernemerskamer steunen we niet: de Ondernemerskamer is voor ondernemingen en heeft geen capaciteit. Het verdient voorkeur om aansluiting te zoeken bij de Wet op Maatschappelijke Onderneming of het wetsvoorstel Goed Bestuur dat nu in Kamer ligt. In dit wetsvoorstel wordt geregeld dat ingegrepen kan worden als onderwijs in PO of VO onder de maat is. Het heeft haast. Wanneer kunnen we uiterlijk de keuze van de staatssecretaris verwachten? Sluitstuk van integriteit is een meldpunt voor klokkenluiders. Noodzakelijk als vangnet en om integriteit binnen scholen te ontwikkelen en te bewaken. Bent u bereid zo'n meldpunt bij de inspectie in te richten?

Voorzitter,
Ten tweede staat het AKA op de agenda. De arbeidsmarkt gekwalificeerde assistent. De AKA moet een herkenbare positie krijgen om mbo'ers die dreigen uit te vallen een mogelijkheid te bieden een opleiding te volgen die hen kans biedt op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd mag dit geen onbestemd afvoerputje voor zorgleerlingen in het mbo worden. Hoe staat het met de uitvoering van de motie Depla (26 695, nr. 48), waarmee de regering werd verzocht om voorstellen om mbo-instellingen te helpen om risicojongeren succesvoller te kunnen opleiden? De commissie Dijsselbloem adviseert een arbeidsmarktgerichte leerweg voor jongeren voor wie de startkwalificatie te hoog gegrepen is. Wanneer kunnen we daar voorstellen voor verwachten? Overigens moet de discussie over de bekostiging van het mbo, met name van mbo-niveau 1 en 2, op een later moment worden gevoerd. Ik krijg signalen dat ROC's overwegen de AKA opleidingen af te stoten omdat het een te ingewikkelde opgave voor de school is. We vinden het onacceptabel dat publieke onderwijsinstellingen deze groep zouden laten vallen.

Een vraag die zich wel opwerpt: zien werkgevers , ouders en leerlingen door de bomen het bos nog? Waar vind ik een vakman, waar gaat mijn kind naar school. We hebben dadelijk vmbo/mbo, aka, mbo 1,2,3 en 4; lwoo, vakcollege's , pluscollege's, pro, vso. Wat gaat u hier aan doen.

Voorzitter,
Het derde agendapunt zijn de examens.
Het is goed dat de staatssecretaris de examinering in het mbo minder vrijblijvend maakt door centrale examens voor Nederlands en rekenen/wiskunde en afspraken met het bedrijfsleven. Immers: er mag geen twijfel bestaan over het niveau (kennis en vaardigheden) van een diploma. Als de overheid over het wat gaat moet ze dat ook borgen.

De PvdA is voorstander van centrale examens voor een beperkt aantal vakken. Dat wil niet zeggen dat er maar op één moment per jaar op één centrale plaats examinering plaatsvindt. Dat is ongewenst. Kan de staatssecretaris ons op dit punt gerust stellen? En wat zal de praktijk zijn bij invoering van centrale examens bij bbl-opleidingen bij de mBO1,2 en 3 niveau's: krijgen ze die ene dag in de week op school dan alleen taal en rekenen?

Examens van praktijkvakken mogen niet neerkomen op een soort doublure van de examens Nederlands. We krijgen signalen dat bij sommige praktijkexamens de taal die nu gebruikt wordt te formeel is, en van een te hoog niveau. Ons voorstel is om meer de taal van de werkvloer te gebruiken: meer alledaags en informeel. Graag uw reactie.

Nog altijd blijkt bij zo'n 25 % van de opleidingen de kwaliteit van de examinering tekort te schieten. Hoewel er sprake is van een positieve ontwikkeling kan dit een zorgelijk gegeven zijn. Waarom krijgt de ene opleiding een gele kaart (officiële waarschuwing) en de andere opleiding een rode kaart (daadwerkelijke intrekking van de examenlicentie)? Kan de staatssecretaris toelichten in hoeverre het gaat om administratieve onvolkomenheden en in hoeverre de waarde van de diploma's in het geding is? Zijn de namen openbaar van de instellingen die met hun opleidingen een gele kaart hebben gekregen?

Tot slot ben ik nog niet gerust over de examinering van de nieuwe kwalificatiedossiers. Een te groot deel van de bekostiging van het MBO dreigt op te gaan aan het afnemen van examens. We willen dat diploma's iets voorstellen. Serieuze examinering, zonder dat dit ten koste gaat van onderwijstijd.

Volgens de theorie moeten in de examens alle kennis, vaardigheden en beroepshoudingen worden getoetst. In de kwalificatiedossiers van een aantal beroepen, bv welzijn en zorg zijn het aantal kerntaken in de kwalificatiedossiers dusdanig groot dat examinering veel onderwijstijd in beslag zal nemen. Kortom: opnieuw een pleidooi voor het inperken van de omvang van kwalificatiedossiers. Want anders worden de examinering onwerkbaar en maakt het het onderwijs niet beter maar slechter. Graag uw reactie.

4. voorzitter is het toezichtkader van de inspectie wel Dijsselbloem-proof? Ik heb het gelezen en moet concluderen dat ik er niet gerust op ben. Het begint goed: "indien er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke bepalingen of de kwaliteit van het onderwijs of examens is het basistoezicht van kracht. Het toezicht is daar terughoudend". Kortom de overheid gaat over "het wat" en het onderwijs over het "hoe". Maar een eindje verder, op pg 21 van het toezichtkader van de inspectie staat als toetsingspunt: "tekortschietend onderwijsproces, bij toereikende opbrengsten". En die zorg wordt versterkt op pg 45. Daar lijkt de inspectie toch aan te sturen op ´het hoe": een didactisch concept: "De werkvormen moeten samenhangend zijn , stimuleren, afgestemd op competenties en het didactisch concept, en bieden ruimte voor het ontwikkelen van zelfstandigheid". De PvdA wil dat de inspectie zich niet met het didactisch concept inlaat. Graag uw reactie. En de toezegging dat het nieuwe inspectiekader waar aan gewerkt wordt ook aan de Kamer wordt toegestuurd!

5. Voorzitter het vierde agendapunt is de internationaliseringsagenda. Het gaat veelal om afspraken tussen instellingen en bedrijfsleven, waarbij getracht moet worden niet meer dan noodzakelijk via de EU te regelen. Het is prima dat OCW onnodige obstakels voor mobiliteit wegneemt, maar bijvoorbeeld onderwijs in vreemde talen mag niet tot gevolg hebben dat de basisvaardigheden in de verdrukking komen. Het is wel van belang dat ook de toezegging gestand wordt gedaan dat er (een vorm van) meeneembare studiefinanciering komt voor mbo'ers en er werk wordt gemaakt van Europese afstemming van de kwalificatiestructuur, zoals ook werd geconstateerd bij het onderzoek naar competentiegericht onderwijs.

Persvoorlichting Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid Plein 2
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T 070 318 2694
E s.boting@tweedekamer.nl