FNV Sport

Verhoging AOW-leeftijd onnodig en ongewenst

De AOW-uitkering is bijzonder karig in vergelijking met de rest van Europa en blijft in de toekomst betaalbaar. De huidige mogelijkheden voor flexibilisering van de pensioenleeftijd en de geleidelijke toename van de arbeidsparticipatie van werknemers ouder dan 60 jaar volstaan voor een duurzaam en goed pensioen in Nederland.

Het kabinet zegt dat alle opties op tafel liggen om de economische crisis te bestrijden en het financieringstekort van de overheid te beperken. Eén van die opties zou zijn om de AOW-leeftijd geleidelijk te verhogen van 65 naar 67 jaar. De FNV vindt dat een onzinnig voorstel. Het kabinet kan zich tijdens de crisis beter bezighouden met banen in de industrie en de bouw en met de koopkracht van ouderen, zei FNV-voorzitter Jongerius begin februari.

Redenen voor handhaving AOW-leeftijd van 65 jaar

Omdat het plan om de AOW-leeftijd te verhogen nog altijd niet taboe is verklaard door de regeringspartijen, heeft de FNV alle goede redenen om niet te tornen aan de AOW-leeftijd van 65 jaar in kaart gebracht. Deze zijn onder andere:

* De AOW blijft betaalbaar. In de vergrijzingssommen worden de kosten overschat. De inkomsten nemen toe door de besluitvorming over de fiscalisering van de AOW. Vanaf 2011 wordt de financiering van de AOW geleidelijk aan gefiscaliseerd. Dit houdt in dat de AOW-uitkeringen uit de algemene middelen, oftewel uit de belasting, worden betaald. De AOW-premies worden dan vervangen door belastingheffing.

* Het basispensioen in Nederland, de AOW, is in vergelijking met het buitenland bijzonder karig. In de rest van Europa is de wettelijke uitkering bijna overal gebaseerd op het verdiende inkomen. Voor werkenden betekent dit een uitkering die doorgaans (veel) hoger ligt dan 50% van het minimumloon (de AOW voor alleenstaanden).
* De AOW-uitkering loopt achter bij de loonontwikkeling. Er vindt dus al een sluipende uitholling plaats. Dat is in het buitenland niet of veel minder het geval.

* De verhoging van de AOW-leeftijd met 2 jaar is eigenlijk hetzelfde als het verlagen van de AOW-uitkering (voor alleenstaanden) met ruim EUR 25.000,-. Deze verlaging raakt de laagste inkomens het sterkste.

* De verhoging van de AOW-leeftijd gaat (in de plannen die circuleren) vooral ten koste van de jongere generaties. Zij worden echter ook het sterkste getroffen door de sluipende uitholling van de AOW. Jongeren zijn op die manier dubbel de klos.


* De arbeidsparticipatie van oudere werknemers loopt, los van verslechtering van de AOW, al fors op. Dit proces zal de komende jaren doorzetten. De huidige mogelijkheden om vrijwillig langer door te werken in combinatie met verbetering van de arbeidsrechtelijke bescherming van werknemers ouder dan 65 jaar zijn toereikend voor een goed pensioen.

* Verhoging van de AOW-leeftijd levert in het geheel geen bijdrage aan de dekkingsgraadproblematiek die momenteel door de economische crisis bij pensioenfondsen speelt. Eerder wordt deze er door verergerd.

* Verhoging van de AOW-leeftijd is slecht voor het vertrouwen in de economie. Het zwengelt op het verkeerde moment de besparingen aan.
* Het privé opbouwen van individuele pensioenaanvullingen is veel duurder dan een gezamenlijke opbouw via de AOW.
* Verhoging van de AOW-leeftijd is kiezersbedrog. Alle politieke partijen minus D66 spraken zich in hun verkiezingsprogramma uit tegen verhoging van de AOW-leeftijd.

Kortom, de AOW is een hoeksteen in ons stelsel die uitgebalanceerd is vormgegeven. De AOW is eigenlijk steeds heel erg toekomstbestendig ingericht geweest en hoeft daarom nu niet (extra) neerwaarts aangepast te worden. Het huidige pensioenstelsel, de geleidelijke fiscalisering van de AOW en de geleidelijke doorgroei van de arbeidsparticipatie van werknemers ouder dan 60 jaar volstaan voor een duurzaam en goed pensioen in Nederland.