Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal
ostbus 20018
P
2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 2 maart 2009 HO&S/BS/104511 16 februari 2009 2009ZO2651/20809135

80

Onderwerp
Lijst van vragen over de naamgeving van het hoger onderwijs in Nederland

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van de Kamerleden Biskop en Van Dijk van uw Kamer inzake de naamgeving van het hoger onderwijs in Nederland.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2009ZO2651/2080913580

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk


6
44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl





blad 2/3

Antwoorden op de schriftelijke vragen van de Kamerleden Biskop en Van Dijk van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 16 februari 2009, kenmerk 2009ZO2651/2080913580)


1 Vraag: Bent u bekend met het artikel 'Via Vinci, de andere universiteit'? 1)

Antwoord: Ja.


2 Vraag: Is het waar dat Via Vinci een geaccrediteerde master aanbiedt? Zo ja, om welke master gaat het en door wie is die precies geaccrediteerd? Zo nee, welke stappen heeft u hiertegen ondernomen?

Antwoord: Via Vinci heeft op dit moment geen op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) geaccrediteerde opleidingen. De instelling heeft de hbo- masteropleiding Business Entrepreneurship bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) aangeboden voor een toets nieuwe opleiding. Na onderzoek van de opleiding heeft de NVAO Via Vinci laten weten dat zij het voornemen heeft een negatief besluit te nemen. Via Vinci heeft de aanvraag daarop ingetrokken. Via Vinci meldt op haar website dat de hbo-master- opleidingen Master of Business Administration (MBA) en Master of Educational Management (MEM) nog bij de NVAO zullen worden aangeboden, na rapportage van de Netherlands Quality Agency (NQA). De NVAO heeft deze aanvragen nog niet ontvangen. De uitspraken die de woordvoerder van Via Vinci doet in de aangehaalde publicatie zijn dus onjuist.


3 Vraag: Wat is uw mening over de uitspraken in het artikel dat iedereen de benaming `University' kan gebruiken?

Antwoord: De WHW biedt de mogelijkheid om aanwijzing als universiteit of hogeschool bij de minister van OCW aan te vragen. Via Vinci heeft daar geen gebruik van gemaakt en heeft dus niet de status van een op grond van de Nederlandse wet erkende universiteit of hogeschool. De begrippen hogeschool of universiteit (resp. university) zijn niet strafrechtelijk beschermd. Dat neemt niet weg dat de instelling die de naam universiteit of university gebruikt en de indruk wekt dat zij als zodanig is erkend op grond van Nederlandse wetgeving en dat haar opleidingen zijn geaccrediteerd, zich schuldig maakt aan misleiding.


4 Vraag: Vindt u dit bevorderlijk voor het beeld dat er kan ontstaan over (de kwaliteit van) het hoger onderwijs, zeker gezien de in het artikel door elkaar gebruikte termen als `university' en universiteit?

Antwoord: Het onjuist gebruik, al dan niet opzettelijk, van Nederlandse wettelijke titels of keurmerken (zoals bv. "erkend door OCW" of "geaccrediteerd door de NVAO") is zeker schadelijk voor het beeld van het Nederlands hoger onderwijs en moet worden bestreden. Op zich is het juist dat in veel landen geen onderscheid wordt gemaakt tussen universiteit en hogeschool, zoals in het aangehaalde artikel wordt gezegd. Dat is echter geen rechtvaardiging voor het misleidend Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl





blad 3/3

gebruiken van de naam "university" door Via Vinci. Via Vinci is immers noch als hogeschool, noch als universiteit erkend. Het misleidend gebruik van de naam universiteit weegt des te zwaarder omdat Via Vinci op haar website vermeldt dat ook de titel van doctor wordt verleend. Dit nu is uitdrukkelijk verboden in de WHW (art.15.6); de titel kan alleen worden gevoerd door degene aan wie bij een erkende universiteit de graad van doctor is verleend.


5 Vraag: Welke mogelijkheden ziet u om op dit terrein stappen te ondernemen waardoor de duidelijkheid en de naamgeving van het hoger onderwijs in Nederland gewaarborgd blijft?

Antwoord: Ik zal Via Vinci wijzen op het belang van zorgvuldig gebruik van de Nederlandse wettelijke titels en keurmerken voor het hoger onderwijs en vragen om de misleidende teksten aan te passen. Daarbij zal ik er op wijzen dat het ten onrechte afgeven van in de WHW bepaalde graden, getuigschriften of titels onder bepaalde omstandigheden strafrechtelijk vervolgbaar is. Als Via Vinci niet op korte termijn de onjuiste informatie verwijdert zal ik aangifte doen bij het Openbaar Ministerie.
Dit geval staat niet op zich. Naast de op grond van de WHW erkende universiteiten en hogescholen zijn veel andere aanbieders van hoger onderwijs, uit binnen- en buitenland, actief op de Nederlandse markt. Dat is toegestaan en onder de vele aanbieders zijn ook zeker bonafide onderwijsinstellingen. De minister van OCW heeft slechts beperkte wettelijke middelen om op deze vrije markt op te treden tegen minder bonafide aanbieders. Het is daarom van doorslaggevend belang dat (aanstaande) studenten en werkgevers kritisch kijken naar het zeer diverse onderwijsaanbod. Om dat te bevorderen is de website www.studiekeuze123.nl ingericht waar objectieve informatie kan worden gevonden over de kwaliteit van de hoger onderwijsopleidingen, o.m. over de vraag of een opleiding is geaccrediteerd. Uiteraard kan men over dat laatste ook informatie inwinnen bij de NVAO en de IB-groep, waar het centraal register van erkende opleidingen hoger onderwijs (CROHO) is te raadplegen. De IB-groep verschaft ook informatie over zgn. diploma mills, een inmiddels internationaal in gebruik geraakte verzamelnaam voor instanties en personen die zich bezighouden met de verkoop van diploma's en academische graden. Het belangrijkste kenmerk van een diploma mill is dat het geen onderwijs verzorgt maar diploma's verkoopt zonder dat enige studie wordt gevolgd (www.ib- groep.nl). Gedupeerden kunnen ook een klacht over misleidende reclame indienen bij de Reclame Code Commissie.


1) BN De Stem, 10 februari 2009

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl