Nederlands onderwijs in het buitenland vervult belangrijke rol

EMBARGO TOT 4 MAART 2009, 16.00 UUR

Utrecht, 2 maart 2009. Ruim tienduizend Nederlandse en Vlaamse leerlingen volgen Nederlands onderwijs in het buitenland. Het niveau is over het algemeen van voldoende tot goede kwaliteit. Dit blijkt uit het eerste grootschalige onderzoek naar deze vorm van onderwijs, dat uitgevoerd is door de Inspectie van het Onderwijs. De inspecteur-generaal van het Onderwijs, Annette Roeters, overhandigt de rapportage op 4 maart aan de staatssecretaris van onderwijs, Sharon Dijksma. Ook presenteert ze een brochure voor ouders die gebruik maken van het Nederlands onderwijs in het buitenland of dat willen doen.

Drie vormen van Nederlands onderwijs in het buitenland
Er bestaan drie vormen van Nederlands onderwijs in het buitenland. Er zijn dertig 'dagscholen', die volledig Nederlands basisonderwijs of voortgezet onderwijs aanbieden. Deze worden met name bezocht door kinderen van ouders die tijdelijk zijn uitgezonden. Daarnaast zijn er zo'n tweehonderdzestig scholen voor Nederlandse Taal en Cultuur (NTC-scholen). Deze verzorgen ten minste drie uur per week lessen in Nederlandse taal en cultuur voor kinderen die internationaal (Engelstalig) onderwijs volgen of op lokale scholen zitten. Tenslotte zijn er drie aanbieders van afstandsonderwijs. Deze scholen verzorgen onderwijs via moderne media en ondersteunen ouders die hun kinderen zelf les geven, bijvoorbeeld omdat het gezin een wereldreis maakt. In totaal verzorgen deze instellingen onderwijs voor 10.500 leerlingen.
Het Nederlands onderwijs in het buitenland is voor leerlingen en hun ouders van belang, omdat deze daardoor bij terugkeer op niveau kunnen instromen in Nederlandse scholen. Voor Nederlanders die niet terugkeren zijn deze vormen van onderwijs eveneens van grote waarde, doordat zij hiermee het contact met het moederland kunnen behouden.

Kwaliteit over het algemeen voldoende tot goed
De inspectie heeft inmiddels driekwart van de scholen onderzocht. Vrijwel alle dagscholen en alle instellingen voor afstandsonderwijs hebben hun onderwijs op orde. De NTC-scholen maken een inhaalslag. 70 procent realiseert een voldoende onderwijskwaliteit en de overige scholen werken daaraan. Ouders zijn tevreden over het onderwijs aan hun kinderen.
Het blijkt dat scholen soms een te snelle start maken zonder dat visie en beleid voldoende ontwikkeld zijn. Dit kan leiden tot onderwijs van onvoldoende kwaliteit. Ook kunnen kleinere scholen, zeker als ze erg afgelegen zijn, moeite hebben om de kwaliteit over een langere periode op orde te houden. Ze hebben te maken met wisselingen van bestuursleden en leraren. NTC-scholen kennen een grote diversiteit aan leerlingen. Bij sommigen wordt thuis Nederlands gesproken, terwijl voor anderen het Nederlands bijna een vreemde taal is. Dit stelt hoge eisen aan het onderwijs.

Aanbevelingen aan de scholen
Op basis van de onderzoeken doet de inspectie een viertal aanbevelingen om de onderwijskwaliteit te verbeteren:
- creëer een breed netwerk met andere scholen;
- zorg voor professionalisering van team en bestuur;
- maak leerdoelen en onderwijsverbeterpunten inzichtelijk voor alle betrokkenen;
- zorg samen voor goed onderwijs door ouders bij de school te betrekken.
Links: http://www.onderwijsinspectie.nl/