ChristenUnie


Bijdrage Esmé Wiegman aan het AO Modernisering AWBZ

Bijdrage Esmé Wiegman aan het AO Modernisering AWBZ

donderdag 05 maart 2009 15:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Het lijkt de ChristenUniefractie prima om de status van het "Groot Project" te beëindigen, maar dat suggereert nog niet dat het transitietraject is afgerond. Er is veel gebeurd, maar er moet nog veel gebeuren. De cliënt zit nog niet werkelijk aan het stuur. Ik zie daar nog te veel het zorgkantoor zitten.

De inzet van het kabinet is echter goed, bijvoorbeeld met betrekking tot de eenpersoonskamers. Ik constateer wel dat de praktijk weerbarstig is. De bouw is vaak stilgevallen door onzekerheden, de financiering, de zorgzwaartepakketten, de indicaties en het gedrag van de zorgkantoren. Dat de bouw is stilgevallen, los je niet op met aanpassingen van de rente. Er is behoefte aan duidelijkheid en meerjarige zekerheid. Ik constateer ook dat de zorgzwaartepakketten nog wel eens wat jojo-effecten vertonen en dat het CIZ wat macro-economisch zit te dempen. Wat eigenlijk bedoeld is als een instrument van gelijke toegang, lijkt haast verworden tot een soort financieel sturingsinstrument. Daarom is mijn vraag: is er werkelijk sprake van vraagsturing? Zorgkantoren vertonen divers beleid. Er zijn verschillen in indicaties zichtbaar. De AWBZ-brede zorgregistratie is nog niet goed van de grond. Dit zijn heel belangrijke terreinen om de komende tijd actie op te ondernemen.

De invoering van het persoonsgebonden budget voor zorgzwaartepakketten is uitgesteld tot 2010. Het is belangrijk dat vaart wordt gezet achter de oplossing van de knelpunten, want voorkomen moet worden dat een groot deel van de zorg lange tijd niet via het pgb kan worden ingekocht. Ik vraag in het bijzonder aandacht voor de regeling extreme zorgzwaarte, waarop pgb-houders momenteel geen beroep kunnen doen. De regeling is juist bedoeld voor een groep cliënten die veel gebruikmaakt van een pgb. Graag hoor ik van de staatssecretaris hoe de voorbereiding voor de invoering van een pgb voor de zzp's de komende tijd wordt opgepakt, zodat het invoeringstraject geen vertraging oploopt. Wat is de stand van zaken van de werkgroep die zou worden opgericht om deze knelpunten op te lossen? Het is belangrijk dat snel duidelijkheid ontstaat over hoe dit geregeld gaat worden.

Een belangrijk punt dat ik ook constateer, is dat de afbouw van de AWBZ niet gelijk opgaat met de opbouw van de Zorgverzekeringswet. In mei komen wij daarover nog te spreken, maar ik stel het ook vandaag aan de orde, omdat het in de praktijk tot heel vervelende en onwenselijke situaties kan leiden. Met name de verpleging thuis ondervindt hier last van. Ik hoorde deze week ook het voorbeeld van een palliatief patiënt die thuis chemotherapie ontvangt van een specialistisch verpleegkundige. Die verpleegkundige dient de rekening in bij de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar stelt dat het ziekenhuis de rekening moet betalen, omdat deze specifieke zorg onder de DBC-financiering (diagnosebehandelingscombinatie) van het betreffende ziekenhuis valt. Ziekenhuizen accepteren de rekening niet. Het CIZ heeft geen actieve informatieplicht. De bestuurders van ziekenhuizen zijn veelal niet op de hoogte van deze problematiek en ondernemen daarom geen actie. Gevolg hiervan is dat de patiënt weer in het ziekenhuis opgenomen moet worden, omdat de zorg thuis niet geleverd kan worden.

De dagbehandeling is een zorgvorm die met de nieuwe regels steeds minder geïndiceerd wordt. Bewoners van zorgcentra mogen er geen gebruik meer van maken, omdat er anders sprake zou zijn van dubbele verstrekking. Dat betekent wel dat de kans groter wordt dat bewoners sneller doorgeplaatst gaan worden naar verpleeghuisafdelingen, omdat daar overdag meer multidisciplinaire aandacht is. Groeps- of dagverzorging is soms een alternatief, maar vaak ook niet, gezien de bestaande problematiek.

Een alternatief voor mensen op de wachtlijst met de indicatie Verblijf is het Volledig Pakket Thuis. Het tarief is echter minimaal, waardoor dit alternatief eigenlijk alleen toepasbaar is in de zogenaamde aanleunwoningen. Het is alleen gunstig ten opzichte van extramurale zorg als de cliënt voor minder dan EUR15.000 op jaarbasis aan zorg geleverd krijgt. Dat zijn dus eigenlijk cliënten met een lage zorgvraag. Het risico van deze regeling is dat je weer een soort intramuralisering veroorzaakt in de aanleuncomplexen, want zorgaanbieders willen efficiënt zorg leveren, dus gaan ze meer mensen stimuleren om er gebruik van te maken.

Justitie werkt aan een nieuw protocol uitvoering forensische zorg. Onderdeel van dit protocol is de afbakening van AWBZ-zorg en forensische zorg. De uitvoering van dit protocol leidt er in de praktijk toe dat cliënten vaker een beroep zullen moeten doen op AWBZ-zorg en niet in aanmerking komen voor forensische zorg. Bij het vaststellen van de contracteerruimte en het maken van de productieafspraken in de AWBZ voor 2009 was dit uitgangspunt van Justitie nog niet bekend. Doordat er geen aanpassingen zijn gedaan in de contracteerruimte, hebben zorgaanbieders onvoldoende ruimte om deze cliënten AWBZ-zorg te bieden. Ik dring er bij de staatssecretaris op aan dat er snel overleg plaatsvindt tussen Justitie en VWS om dit op te lossen.