Ministerie van Economische Zaken


Geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen 5 en 6 maart a.s.


Betreft: Geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen 5 en 6
maart a.s.


1

Mede namens de minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bied ik u hierbij
de geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 5 en 6
maart a.s. aan. In de bijlage vindt u een toelichting per onderwerp.
Tijdens het gedeelte over industrie en interne markt op 5 maart zal tijdens een
informele lunch worden gesproken over de economische crisis. Naar verwachting
zullen conclusies worden aangenomen over de auto-industrie tegen de
achtergrond van de economische crisis. Daarnaast zal een zogeheten "Key Issues
Paper" worden aangenomen met de belangrijkste boodschappen van de Raad aan
de Europese Voorjaarsraad op 19 en 20 maart a.s. Ook zullen conclusies worden
aangenomen over de follow-up van de review interne markt, evenals
voortgangsrapport over betere regelgeving.

Tijdens het onderzoeksgedeelte van de Raad zal van gedachten worden gewisseld
over het Ljubljana-proces en de Europese onderzoeksinfrastructuren.
Onder het agendapunt 'Diversen' zullen de Commissie en het voorzitterschap
presentaties geven over de stand van zaken van het artikel 169-initiatief
metrologie, de impact van de uitbreiding op de economieën in de EU, de
EUFORDIA conferentie over evaluatiemethoden voor R&D-beleid van 24-25
februari jl., het forum over diensten en handelsliberalisering van 2-3 februari jl.,
de ex-post evaluatie van het Zesde Kaderprogramma, een mededeling over ICTinfrastructuren,
het tweede Consumenten scorebord, de Trans-Atlantische
Economische Raad, de Mededeling over de externe dimensie van de
Lissabonstrategie, het interne markt scorebord, implementatie van de Small
Business Act, implementatie van de dienstenrichtlijn, de modernisering van
universiteiten en de mogelijke associatie van Rusland bij het Zevende
Kaderprogramma.


(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven


Minister van Economische Zaken


Bijlage: Agenda Raad voor Concurrentievermogen 5 en 6 maart 2009
Follow-up interne markt review Gedachtewisseling en

Raadsconclusies

Lissabonstrategie Key Issues Paper Debat en Key Issues Paper
Crisis in de automotive sector Gedachtewisseling en

Raadsconclusies

Betere regelgeving Voortgangsrapport

Bijdrage aan de Lissabonstrategie - het

Ljubljana proces

Gedachtewisseling

Europese onderzoeksinfrastucturen Gedachtewisseling

Follow-up interne markt review

Gedachtewisseling en raadsconclusies

De Raad zal van gedachte wisselen over de voortgang van de interne markt
review sinds november 2007, waarover de Commissie een rapport heeft
uitgebracht (' The Single market review: one year on'). De Raad zal vervolgens
naar verwachting conclusies aannemen die aan de Europese Voorjaarsraad van 19
en 20 maart a.s. zullen worden voorgelegd.

Sinds het uitkomen van de mededeling in november 2007 van de Europese
Commissie "Een interne markt voor het Europa van de 21e eeuw " is voortgang
geboekt op diverse gebieden. Een belangrijk onderdeel vormt het partnershipproject.
De Commissie bereidt in nauwe samenwerking met de lidstaten een
aanbeveling voor over de manier waarop de samenwerking tussen Commissie en
lidstaten en lidstaten onderling kan worden vormgegeven. De verwachting is dat
de Commissie dit in juni 2009 zal presenteren.

In de conclusies wordt benadrukt dat juist ook in tijden van economische crisis
het goed functioneren van de interne markt van cruciaal belang is voor de EU.
Bevestigd wordt dat de interne markt alleen optimaal kan functioneren indien
Commissie en lidstaten hun gezamenlijke en individuele verantwoordelijkheid
daarvoor nemen. Met het oog op het verder verbeteren van het functioneren van
de interne markt bestaat overeenstemming over de noodzaak om een meer op
feiten gebaseerde en resultaatgerichte aanpak te kiezen. Toekomstige EUinstrumenten
zullen een adequate mix moeten zijn van regelgeving en nietregelgevende
maatregelen. Lidstaten moeten vervolgens zorgdragen voor de
tijdige en juiste omzetting van EU-regels, die correct moeten worden toegepast en
gehandhaafd in praktijk. De Raad verzoekt de Commissie om voortaan jaarlijks te
rapporteren aan de Raad voor Concurrentievermogen over de voortgang van de
tenuitvoerlegging van de initiatieven in het kader van de interne markt review .
Nederland kan de raadsconclusies verwelkomen. Terecht wordt onderstreept dat
de interne markt één van de grootste successen is tot dusver van de Europese
integratie. Nederland deelt de visie dat het van groot belang is om juist in tijden
van economische crisis de fundamenten van de interne markt te beschermen. Een
open en goed functionerende interne markt kan een sleutelrol vervullen bij het
opvangen van de effecten van de crisis en ten behoeve van het economisch
herstel. Het respecteren van de interne marktregels door de lidstaten alsmede de
verdere ontwikkeling van de interne markt acht Nederland van het grootste
belang. Ook het benadrukken van een op feiten gebaseerde en resultaatgerichte
benadering wordt van harte ondersteund.

Wat betreft de voortgang van de interne markt review ziet Nederland uit naar de
aanbeveling inzake partnership. Nauwe samenwerking tussen lidstaten en de
Commissie en lidstaten onderling bij het omzetten, toepassen en handhaven van
EU-interne marktbeleid zal bijdragen aan een effectiever functioneren van de
interne markt.

Lissabonstrategie: Key Issues Paper

Aanname Key Issues Paper

De Raad zal naar verwachting een zogeheten Key Issues Paper aannemen met
daarin de belangrijkste boodschappen van de Raad voor Concurrentievermogen
aan de Europese Voorjaarsraad van 19 en 20 maart a.s.
In het Key Issues Paper benadrukt de Raad het belang om proactief op de
economische crisis te reageren, door het nemen van korte termijn maatregelen
die aansluiten bij de midden- en lange termijn doelstellingen van de
Lissabonstrategie. Daarnaast wordt gewezen op het belang van structurele
maatregelen, om ervoor te zorgen dat het economisch herstel duurzaam is en de
EU sterker uit de economische crisis komt. Als prioritaire acties worden genoemd
het versterken van de interne markt, het reduceren van administratieve lasten,
het verbeteren van de randvoorwaarden voor de industrie en innovatie, het
bevorderen van investeringen in kennis, onderwijs en onderzoek, en het
versterken van aandacht voor de externe dimensie van het
concurrentievermogen.

Nederland kan het Key Issues Paper verwelkomen. Deze bevat wat Nederland
betreft de juiste boodschappen van deze Raad richting de Europese
Voorjaarsraad. Nederland hecht met name sterk aan de aandacht in de paper voor
een eerlijk speelveld; nationale maatregelen om de industrie te ondersteunen
moeten passen binnen het kader van de interne markt-, en staatssteunregels van
de EU. Daarnaast heeft Nederland zich ingezet voor een ambitieuze tekst ten
aanzien van de interne markt, met nadruk op het belang om resterende barrières
te slechten en het creëren van nieuwe barrières te voorkomen. Nederland hecht
daarbij ook aan de speciale aandacht voor het verbeteren van het functioneren
van de interne energiemarkt (verbeteren interconnectie netwerken, stimuleren
concurrentie en diversificatie), en het belang van een tijdige implementatie van de
dienstenrichtlijn in de lidstaten. Ook ten aanzien van administratieve lasten heeft
Nederland zich ingezet voor een ambitieuze boodschap. Zo wordt vastgelegd dat
het ondermijnen van de doelstelling in het actieplan door nieuwe lasten voor het
bedrijfsleven moet worden voorkomen, dat een duidelijke monitoring van
administratieve lasten van belang blijft - zodat nieuwe lasten niet via de
achterdeur weer binnenkomen, en wordt de Commissie opgeroepen een meer
concreet tijdpad uit te stippelen van de uit te voeren maatregelen. De paper bevat
ten slotte op het gebied van kennis en onderzoek de voor Nederland juiste
elementen zoals versterking van de "kennisdriehoek", blijvende aandacht voor
verhoging van de investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatie, versterking
van excellente wetenschap door de European Research Council, een oproep tot
implementatie van de roadmap voor onderzoeksfaciliteiten en aandacht voor
verbetering van loopbaanmogelijkheden voor onderzoekers.
Economische crisis / auto-industrie

Informele gedachtewisseling over economische crisis

Gedachtewisseling en raadsconclusies automotive

Naar verwachting zal tijdens de lunch van de Raad voor Concurrentievermogen
van gedachten worden gewisseld over de economische crisis. Tijdens het formele
deel van de Raad zullen daarnaast raadsconclusies over de automotive worden
aangenomen.

Ten aanzien van de economische crisis vindt Nederland het belangrijk dat korte
termijn stimuleringsmaatregelen tijdig, tijdelijk en doelgericht zijn. Daarnaast
hecht Nederland eraan dat maatregelen niet enkel een korte termijn impuls
geven, maar tevens bijdragen aan het versterken van de economische structuur
op de middellange en lange termijn. Nederland beschouwt de integriteit van de
interne markt en naleving van de staatssteunregels als belangrijke voorwaarden
voor economisch herstel. Zowel ons land als de EU is niet gebaat bij
protectionisme. Het is daarom van het grootste belang dat de Commissie strikt
toeziet op de naleving van de regels en zijn rol speelt als geweten van de interne
markt. Op het eerste gezicht lijken de door de EU-landen genomen maatregelen
niet verstorend te werken. Daarbij valt op te merken dat de details van nationale
maatregelen nog lang niet allemaal bekend zijn en daarin zit natuurlijk de crux.
Hierover bestaat echter nog geen duidelijkheid en de Commissie zal zich moeten
buigen over de details. Zo wordt met waakzaamheid gekeken naar de beoordeling
door de Commissie van de Franse plannen voor de auto-industrie.
Tijdens de Raad zullen raadsconclusies over de automotive worden aangenomen.
In de conceptconclusies wordt stilgestaan bij het belang van de automotive voor
de Europese economie. De automotive is zwaar getroffen door de economische
crisis. Dit betreft niet alleen de autofabrikanten, maar ook de hele
toeleveringsketen van de automobielindustrie. De conceptconclusies noemen een
aantal voorwaarden voor economisch herstel. Korte termijn maatregelen zullen
tijdelijk, tijdig en doelgericht moeten zijn. Een open en operationele interne markt
is een belangrijke voorwaarde voor herstel; protectionisme is niet het antwoord
op de economische crisis. In de conclusies wordt de Commissie uitgenodigd
nationale maatregelen van lidstaten te monitoren om verstoring van de interne
markt te voorkomen en wordt de Commissie verzocht mogelijkheden te
onderzoeken voor Europese coordinatie van de vernieuwing van Europese
autovloot, bijvoorbeeld voor nationale autosloopregelingen. De conceptconclusies
geven aan dat de primaire verantwoordelijkheid om de structurele problemen aan
te pakken bij de industrie ligt. De industrie moet zich daarbij richten op
innovatieve en meer duurzame producten. De concept-raadsconclusies
benadrukken het belang van R&D investeringen in het bijzonder op het terrein
van schone auto's. Een voorwaarde voor herstel is ook een betere toegang tot
financiering. De Commissie wordt opgeroepen om in aanloop naar de
Voorjaarsraad te bezien of procedures van het EIB nog verder kunnen worden
vereenvoudigd of versneld. Tenslotte wordt het belang van open globale markten
en de dialoog met EU handelspartners benadrukt.

De conceptconclusies kunnen op steun van Nederland rekenen. Nederland deelt
het belang dat wordt gehecht aan de principes van de interne markt, waaronder
het staatssteunkader. Ze zijn een voorwaarde voor economisch herstel van de EU.
Dit is van groot belang voor Nederland, mede voor de relatie tussen producenten
en toeleveranciers (de Nederlandse automotive kenmerkt zich met name door
hoogwaardige toeleveranciers). Nederland ziet een belangrijke rol weggelegd voor
de Commissie om toe te zien op de naleving hiervan als ook voor de lidstaten
verantwoordelijkheid te dragen om het gelijk speelveld in de EU te handhaven.
Daarnaast steunt Nederland de voorwaarde dat korte termijn maatregelen
tijdelijk, tijdig en doelgericht moeten zijn. Nederland acht van belang dat
maatregelen zich richten op een gezonde economische middellange en lange
termijn ontwikkeling en op het versterken van sectoren, onder andere door in te
zetten op duurzame innovatie in de sector en daarmee bij te dragen aan een
verdere versterking van de verduurzaming van de autosector. De sector heeft
primaire verantwoordelijkheid om de problemen het hoofd te bieden en zich te
richten op innovatie en meer duurzame productie.

Betere Regelgeving

De Raad zal naar verwachting het voortgangsrapport van het Tsjechische EUvoorzitterschap
aannemen over het integrale programma 'Betere Regelgeving' van
de Commissie. Dit rapport is een reactie op de onlangs gepubliceerde derde
strategische evaluatie van de Commissie. Het key issues paper, dat eveneens
geagendeerd is in deze Raad, verwijst ook naar deze strategische evaluatie.
Tijdens de Raad voor Concurrentievermogen van 28 en 29 mei a.s. zullen naar
verwachting Raadsconclusies worden aangenomen over de evaluatie.
Het Tsjechische voorzitterschap verwelkomt de derde strategische evaluatie over
betere regelgeving. Nederland kan zich hier bij aansluiten. Positief is dat in de
strategische evaluatie, evenals in het voortgangsrapport van het voorzitterschap,
vooruit wordt gekeken naar de mogelijkheden en vervolgacties voor de nieuwe
Commissie. Dit is van belang voor de continuïteit in de aanpak van de regeldruk
voor bedrijven. De Commissie benoemt in de evaluatie voor het eerst de invoering
van vaste verandermomenten. De invoering hiervan bij toekomstige regulering
voor bedrijven heeft een gunstig effect op het MKB, omdat deze bedrijven zich op
tijd kunnen voorbereiden en aanpassen aan de wettelijke veranderingen. Dit sluit
goed aan bij de nationale aanpak ten aanzien van het in werking treden van
nieuwe wetgeving. Een dergelijke invoer van vaste verandermomenten heeft het
grote voordeel dat vanuit de Europese regelgeving coördinatie en harmonisatie
worden bewerkstelligd als het gaat om de frequentie en data waarop regelgeving
voor bedrijven in werking treedt.

Het voornaamste doel van het voortgangsrapport is om de tot op heden geboekte
resultaten van het programma 'Betere Regelgeving' uiteen te zetten. Het
voortgangsrapport onderstreept het belang van het programma, niet alleen als
onderdeel van de Lissabonagenda, maar ook in het licht van de economische
crisis. Nederland kan de conclusies uit het voortgangsrapport volledig
ondersteunen. In het voortgangsrapport komen de Impact Assessments, het
Actieprogramma voor administratieve lastenvermindering voor bedrijven en het
bredere vereenvoudigingsprogramma aan bod, evenals de toegang tot het recht.
Het voortgangsrapport geeft aan dat er meer en betere aandacht voor Impact
Assessments is door verbeterde richtsnoeren hiervoor (in gebruik vanaf januari
2009). De Nederlandse suggesties zijn hierin overgenomen: meer aandacht voor
structurele kwantificering van de administratieve lasten, een degelijke
onderbouwing van subsidiariteit en de effecten op het MKB. De aandacht voor een
samenvatting van de Impact Assessment (met een maximum van tien pagina's) is
een goede start, zoals ook aangegeven in het voortgangsrapport.
Het Actieprogramma administratieve lastenreductie voor bedrijven heeft tot nu
toe geleid tot voorstellen voor reductiemaatregelen die, volgens inschattingen van
de Commissie, 30 miljard euro aan besparingen opleveren. Aandachtspunt blijft
voor Nederland dat er een jaarlijkse rapportage komt van de ontwikkelingen
rondom administratieve lasten (monitoring van de lasten) als onderdeel van het
Actieprogramma. Dit is een stap in de richting van een netto-reductiedoelstelling,
waarvoor momenteel niet voldoende draagvlak is. De Commissie heeft onlangs
een eerste pakket reductiemaatregelen op het gebied van BTW gepubliceerd. Het
nog te publiceren pakket m.b.t. de overige 12 domeinen (er zijn 13 prioritaire
terreinen geïdentificeerd voor de reductie van administratieve lasten) moet
worden aangenomen binnen het mandaat van de huidige Commissie, zodat de
nieuwe Commissie er mee aan de slag kan. Hiervoor komt Nederland met een
pakket aanvullende reductievoorstellen (ter verdieping én verbreding van het
huidige actieprogramma). Voor Nederland blijft het van groot belang dat er
specifieke administratieve lasten-doelstellingen per prioritair domein ("sectoral
targets") worden opgesteld door de Commissie.

Het vereenvoudigingprogramma komt relatief beperkt aan bod in het
voortgangsrapport. Dit komt omdat er in de evaluatie van de Commissie relatief
weinig vernieuwende elementen naar voren komen, terwijl vereenvoudiging zich,
volgens Nederland, juist leent voor gerichte aanpak van andere belastende EUregeldruk
zoals nalevingkosten.


Bijdrage aan de Lissabonstrategie - het Ljubljana proces
Openbare gedachtewisseling

De Raad zal discussiëren over de vraag of tegen de achtergrond van de
economische recessie niet alleen het niveau van onderzoeksinvesteringen van
belang is, maar evenzeer de effectiviteit en efficiency van deze investeringen.
Daarnaast verzoekt het voorzitterschap lidstaten om aan te geven welke
elementen van de eind vorig jaar vastgestelde toekomstvisie op de Europese
onderzoeksruimte prioriteit zouden moeten hebben, om als basis te dienen voor
het formuleren van doelstellingen.

De Europese onderzoeksruimte richt zich sinds de lancering van dit streven in
2000 primair op het tegengaan van versnippering in het Europese onderzoek, het
bevorderen van afstemming in het onderzoeksbeleid van lidstaten en op de
totstandbrenging van een vrije onderzoekmarkt. In 2008 werd in meerdere
Raadsformaties gesproken over het ontwikkelen van een toekomstvisie om de
voortgang van het ontwikkelen van de Europese onderzoeksruimte beter te volgen
en deze geregeld in de Raad te bespreken, op basis van gezamenlijk
overeengekomen doelstellingen en evaluatiecriteria ("Ljubljana proces"). In de
Raad van 2 december jl. werd een toekomstvisie voor 2020 door de lidstaten
ondersteund ("ERA vision 2020").

Nederland verwelkomt het initiatief tot een discussie over
onderzoeksinvesteringen in relatie tot de economische ontwikkelingen. Ten
aanzien van de vraag naar het belang van de beoordeling van effectiviteit en
efficiency van investeringen zal Nederland aangeven sterk te blijven hechten aan
een goede evaluatie van onderzoeksbeleid. Door de ernst van de economische
crisis dreigt aandacht hiervoor op de achtergrond te raken, met als risico dat er
vooral korte termijn initiatieven worden genomen die op den duur weinig effectief
en efficiënt zijn.

Nederland houdt vast aan haar positie over de inhoud van de toekomstvisie. Een
goede interactie binnen de kennisdriehoek en het streven naar excellent
onderzoek (en excellente onderzoekers en onderzoeksfaciliteiten) zijn nog altijd
prioriteit voor Nederland. Meer specifiek is Nederland voorstander van een interne
markt voor innovatieve goederen en diensten, voor open innovatie, voor een
goede publiek-private samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen en
een ongehinderde circulatie van kennis, ondermeer door een
Gemeenschapsoctrooi. Ook de aandacht voor het opleiden van voldoende
toponderzoekers, voor moderne onderzoeksfaciliteiten en voor ondersteuning van
creativiteit van individuele onderzoekers en van ongebonden onderzoek zijn voor
Nederland prioritaire elementen van de toekomstvisie op de Europese
onderzoeksruimte.

Door de economische ontwikkelingen kunnen de private R&D investeringen onder
druk komen te staan, en kan indirect ook negatieve druk ontstaan op de uitgaven
voor de publieke R&D inspanningen. Nederland is van mening dat, juist in het
licht van de huidige economische crisis, de EU zich moet blijven inzetten op een
structurele versterking van de economie, waaronder het wegnemen van
structurele tekortkomingen in het innovatievermogen. Toekomstgerichte
investeringen in kennis en innovatie blijven belangrijk. De positie op de
arbeidsmarkt van onderzoekers (en kenniswerkers in brede zin) dient daarbij, ook
gezien toekomstige demografische ontwikkelingen, nadrukkelijk de aandacht te
krijgen. Tenslotte zal Nederland bij het Voorzitterschap aandringen op een goede
betrokkenheid van de onderzoeksgemeenschap bij de implementatie van de
toekomstvisie.

Europese onderzoeksinfrastructuren - Europa aan het zich snel
ontwikkelende front van wetenschap en technologie

Gedachtewisseling

De Raad zal discussiëren aan de hand van een aantal vragen van het
Voorzitterschap over ondermeer het economische effect van investeringen in
grootschalige onderzoeksinfrastructuren. Daarnaast zal een actualisering van de
"ESFRI roadmap" worden gepresenteerd.

In 2002 vormden de toenmalige EU-lidstaten en enkele (bij het EU
Kaderprogramma) geassocieerde landen het Europese strategieforum voor
onderzoeksinfrastructuren (ESFRI). Dat identificeerde op basis van een verzoek
van de Raad tijdens het Nederlandse Voorzitterschap 35 grootschalige, pan-
Europese onderzoeksinfrastructuren waaraan in de komende 10-20 jaar op
wetenschappelijke gronden behoefte bestaat. Recent werd deze roadmap
geactualiseerd, waaruit nog nieuwe potentiële onderzoeksinfrastructuren zijn
geresulteerd.


Nederland zal benadrukken dat de realisering van onderzoeksinfrastructuren kan
bijdragen aan het economisch herstel. Omdat de realisering van complexe
wetenschappelijke onderzoeksinfrastructuren veel tijd vergt, zullen deze
investeringen met name bijdragen aan het innovatievermogen van de Europese
economie op langere termijn. Het is van cruciaal belang dat de besluitvorming
over de realisering van de ESFRI projecten wordt versneld. Hierdoor zullen
lidstaten worden gestimuleerd om investeringen te vervroegen. Nederland heeft
eind vorig jaar al bepaald aan welke projecten het financieel wil bijdragen
(Tweede Kamer,2008-2009, 21 502-30, nr. 22 112, nr. 197). Het is daarom ook
een Nederlands belang dat andere landen de nationale besluitvorming afronden,
zodat de Nederlandse partijen hun bijdrage aan de realisering van deze faciliteiten
kunnen leveren.