4. Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema over het bericht
dat hartklachten bij vrouwen later worden geconstateerd dan bij
mannen
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema over het bericht dat
hartklachten bij vrouwen later worden geconstateerd dan bij mannen
Kamerstuk, 5 maart 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2913514
5 maart 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Agema
(PVV) over het bericht dat hartklachten bij vrouwen later worden
geconstateerd dan bij mannen (2009Z02553/2080913380).
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Vraag 1
Wat is uw reactie op de tv-uitzending 1) waarin wordt gesteld dat
hartklachten bij vrouwen later worden geconstateerd dan bij mannen en
dat de situatie daardoor vaak onnodig ernstiger is?
Antwoord 1
Dit is een oud gegeven. Al in 2005 hebben het Leids Universitair
Medisch Centrum (LUMC), de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie en
de Nederlandse Hartstichting het initiatief genomen voor een project
over vrouwen en hart- en vaatziekten: "Hart alarm voor vrouwen". Inzet
was destijds ook al om vrouwen bewust maken van het feit dat hart- en
vaatziekten in belangrijke mate ook vrouwenziekten zijn. Jaarlijks
overleden ook toen al meer vrouwen dan mannen aan hart- en
vaatziekten. Dit wordt toegeschreven aan het feit dat zowel de vrouwen
als de beroepsbeoefenaars de klachten niet herkennen. Vrouwen kunnen
namelijk een andere klachtenpresentatie hebben dan mannen. Van de
typische pijn op de borst die op een (dreigend) infarct kan wijzen, is
bij vrouwen minder vaak sprake. Voor de conclusie dat de situatie vaak
en onnodig ernstiger is, is dus geen grond.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de Isala Kliniek wekelijks een gemist
hartinfarct bij een (jonge) vrouw constateert?
Antwoord 2
De feitelijke onderbouwing voor deze uitspraak ontbreekt aangezien de
definitie van 'gemist hartinfarct' in de uitzending niet gegeven
wordt.
Ook de onderbouwing voor het in de uitzending aangehaalde 'zeer
recente onderzoek uit Zweden' waarin gesteld wordt dat op 9 miljoen
Zweden er 50 vrouwen onnodig sterven aan de gevolgen van een
hartinfarct ontbreekt en is niet bij mij, noch bij de Nederlandse
Vereniging voor Cardiologie (NVVC), noch bij de European Society of
Cardiology bekend.
Vraag 3
Deelt u de mening dat er hierdoor onnodig circa 100 (vooral jonge)
vrouwen komen te overlijden jaarlijks?
Antwoord 3
Nee. Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Is het waar dat de richtlijnen vooral gebaseerd op onderzoek bij
mannen?
Antwoord 4
Nee. Richtlijnen zijn gebaseerd op toonaangevend internationaal
onderzoek met zo veel mogelijk patiƫntengegevens, waarbij gestreefd
wordt naar een evenwichtige verdeling van deze gegevens, dat wil
zeggen evenveel mannen als vrouwen. Er wordt nooit een specifieke
selectie op geslacht uitgevoerd anders dan bij het maken van
geslachtsspecifieke richtlijnen.
1) NOVA, 11 januari 2009: "Falende hart- en vaatzorg bij vrouwen"
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport