Wageningen Universiteit en Researchcentrum

5 mrt 2009

Wageningen UR onderzoekt in een pilotproject of kunstmest te vervangen is door mineralenconcentraten uit dierlijke mest. Dit zou leiden tot een kleiner mestoverschot en minder kosten voor de boer.

Veehouders mogen maar een beperkte hoeveelheid dierlijke mest uitrijden, terwijl ze wel kunstmest mogen gebruiken. Ze zouden er daarom veel baat bij hebben als ze dierlijke mest zo kunnen bewerken dat het mag doorgaan voor kunstmest.

Dat is echter niet eenvoudig, zegt ir. Michel de Haan, projectleider van het project Koeien & Kansen. Dat is een samenwerkingsverband van zestien melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en adviesdiensten. Er is hightech mestverwerking nodig om een concentraat te maken met de juiste mineralen - veel stikstof, weinig kalium en geen fosfaat. Verder moeten proeven uitwijzen of de gewassen even goed groeien als met kunstmest, en of de uitspoeling naar het milieu even klein is.

Tegelijkertijd vragen twee melkveehouders al ontheffing van de mestregels om de kunstmestvervanger op hun bedrijf uit te testen. âZij gaan bekijken hoe je dit het beste kunt uitrijden en wat de voor- en nadelen zijn op bedrijfsniveauâ, aldus De Haan.

Een eerste inventarisatie heeft uitgewezen dat de boeren minder kunstmest hoeven aan te kopen. Daar staan echter kosten tegenover voor transport van en naar de mestverwerkingsinstallatie en extra opslagcapaciteit voor het concentraat. Daarnaast vinden de veehouders het kalium in het concentraat een aandachtspunt. Te veel kalium in voedergewassen kan leiden tot gezondheidsproblemen bij het vee. / Albert Sikkema

Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail: resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.