Friese waterschappen

verlenen van vergunningen voor gas- en zoutwinning in Noordwest Fryslân

Terughoudendheid gevraagd in het verlenen van vergunningen voor gas- en zoutwinning in Noordwest Fryslân

vrijdag, 6 maart 2009
De Friese overheden, zoals vertegenwoordigd in het bestuurlijk overleg gas- en zoutwinning, vragen de minister van Economische Zaken terughoudend te zijn in het aanpassen van vergunningen van Vermilion en Frisia Zout voor de winning van gas- en zout. Dit hebben zij het Ministerie van Economische Zaken meegedeeld in het bestuurlijk overleg.

Frisia Zout heeft bij het Ministerie van Economische Zaken een verzoek ingediend voor de winning van een extra 200.000 ton zout uit Barradeel (put BAS-1). Daarnaast heeft Frisia Zout een verzoek ingediend bij het Ministerie van Economische Zaken om de looptijd van het winningsplan Barradeel II te verlengen van 2013 tot een latere datum. Hierbij blijft dan de eerder gegunde te winnen hoeveelheid en de maximale bodemdaling ongewijzigd.

Vermilion Oil&Gas Netherlands heeft bij het Ministerie van Economische Zaken een verzoek ingediend tot instemming met gedeeltelijke wijziging van het winningsplan Harlingen Upper Cretaceous (het "Franekerveld"). De aangevraagde wijziging omvat de winning van een beperkte hoeveelheid gas uit put Harlingen-6, die ligt tussen Harlingen en Achlum.

Het Ministerie van Economische Zaken heeft het bestuurlijk overleg laten weten voornemens te zijn de aanvragen van Frisia Zout en Vermilion in te willigen. De Friese overheden, zoals vertegenwoordigd in het bestuurlijk overleg Gas- en Zoutwinning, hebben echter hun bedenkingen geuit tegen dit voornemen. Duidelijk is overgebracht dat de Friese overheden geen verdere zoutwinning onder land willen, anders dan de nu afgegeven vergunningen. Economische Zaken wordt dan ook terughoudendheid gevraagd in het afgeven van nieuwe vergunningen.

Het voornemen van Vermilion om nu een put te heropenen aan de rand van het "Franekergasveld" wordt als prematuur gezien. Deze put bevindt zich in een deel van het "Franekerveld" dat volgens Staatstoezicht op de mijnen en Vermilion niet in verbinding staat met het hoofdveld. In het bestuurlijk overleg werd echter duidelijk dat er zeker tot eind 2009 geen duidelijkheid komt over de oorzaak van de bodemdaling bij Franeker. Het nu heropenen van een put aan de rand van dit veld vindt het bestuurlijk overleg dan ook ongelukkig gekozen. Wel is bij de Friese overheden de verontrusting over de gevolgen van een eventuele heropening van deze put afgenomen na de uitleg hierover door Staatstoezicht op de mijnen en EZ, op wiens expertise het bestuurlijk overleg vertrouwt.

De Friese overheden zijn verontrust dat het draagvlak voor het gebiedsproject Harlingen-Franekeradeel onder druk kan komen door de aanvragen van Frisia Zout en Vermilion. Ook al omdat er ondanks vele gesprekken nog geen definitieve financiële schaderegeling is getroffen.