Barometer: maak topbeloning afhankelijk van niet-financiële resultaten

07/03/2009 08:00

PricewaterhouseCoopers B.V.

Duurzaam ondernemen buiten schot van crisis, roep om grotere rol aandeelhouders

Amsterdam, 7 maart 2009 - Vooralsnog grijpen Nederlandse bedrijven de economische crisis niet massaal aan om te snijden in hun investeringen op het gebied van duurzaamheid. Driekwart van de onderzochte bedrijven heeft geen plannen om lopende initiatieven en investeringen op het gebied van duurzaamheid te wijzigen als gevolg van de huidige economische crisis. Bijna een vijfde (18%) van de bedrijven heeft besloten zich juist meer toe te leggen op duurzaam ondernemen. Dit blijkt uit de jongste Duurzaamheidbarometer van accountants- en adviesorganisatie PricewaterhouseCoopers (PwC) onder 238 Nederlandse spelmakers, zoals directeuren, managers en beleidsverantwoordelijken, op het terrein van duurzaam ondernemen. Slechts een kleine groep (6%) heeft lopende investeringen gereduceerd of stopgezet. Verder vinden de spelmakers dat de kredietcrisis heeft aangetoond dat niet-financiële resultaten een grotere rol moeten spelen bij de beloning van topmanagers. Maar de druk van aandeelhouders in deze is nog onvoldoende.

"Vooralsnog gaan groene en maatschappelijke plannen van bedrijven nog niet massaal de prullenbak in", zegt Klaas van den Berg, Sustainability leader bij PwC, die op basis van de barometer bedrijven in drie categorieën indeelt: de 'koplopers', zij die geloven in kansen die de crisis hun zakelijk biedt; de 'volharders', zij die geloven in het duurzame gedachtegoed en hun huidige investeringen ongemoeid laten; en de 'sceptici', zij die de crisis aangrijpen om besparingen te realiseren door duurzaamheidinvesteringen terug te draaien.

Klaas van den Berg: "Het is interessant om te volgen of de koplopergroep groeit of slinkt naarmate de recessie aanhoudt. De brede opvatting dat hun klanten in toenemende mate een duurzame opstelling verwachten en dat duurzaam ondernemerschap zich daarom op termijn zal uitbetalen, sterkt mij in de gedachten dat de recessie geen negatieve impact heeft op deze groep."

Maar de volharders zijn volgens hem gevoeliger voor de recessie. "De barometer laat zien dat de intrinsieke drijfveren minder in hun DNA zitten. Ze reduceren hun duurzaamheidinvesteringen voorlopig niet maar zijn gematigder in hun overtuiging dat duurzaam ondernemen juist nu zakelijk kansen biedt. De recessie vraagt om een lange adem. Deze groep heeft duidelijk prikkels van buitenaf nodig. Hier ligt een belangrijke taak voor een betrouwbare overheid die bijvoorbeeld investeringen naar voren kan halen en duurzame innovatie meer kan belonen." 9 van de 10 respondenten geven aan, dat in deze tijd de publieke sector meer moet investeren in duurzaamheid. Tevens menen ze dat de overheid een grotere leidersrol moet gaan vervullen bij een omvattende strategie om de energie-, klimaat- en kredietcrisis het hoofd te bieden (New Green Deal).

Koplopers, volharders en sceptici

De 'koplopers', zij die hun initiatieven en investeringen op het gebied van duurzaamheid intensiveren, geven in meerderheid (64%) aan dat klanten dit in toenemende mate van hen verwachten en dat deze lijn zich op termijn zal uitbetalen. Daarnaast is 57% van hen van mening dat duurzaam ondernemen concurrentievoordeel oplevert, en ziet 30% duurzame innovatie als een manier om aan de recessie te ontkomen. Van de koplopers denkt 84% (vs. 64% van de volharders) dat er een heilzame werking uitgaat van de crisis: de echt duurzame bedrijven gaan zich positief onderscheiden.

Van de 'volharders', zij die hun huidige beleid ongemoeid laten, stelt een meerderheid (52%) dat duurzaamheid inmiddels een integraal onderdeel vormt van het bedrijf. Een ander veel aangehaald argument is dat duurzaam ondernemen een lange termijn strategie vormt die je niet 1-2-3 moet aanpassen bij veranderende economische omstandigheden. Maar de 'volharders zijn gematigder dan 'koplopers als het gaat om hun overtuiging dat duurzame innovatie juist nu zakelijke kansen biedt (79% vs. 89% koplopers) en dat duurzame bedrijven minder gevoelig zijn voor de kredietcrisis (47% vs. 64% koplopers). Ook zijn ze minder overtuigd dat duurzaamheid een business case is om geld te verdienen.

De kleine groep 'sceptici' die lopende duurzaamheidinitiatieven - en investeringen reduceert of stopzet, doet dit door minder adviseurs in te huren en minder maatschappelijke projecten te sponsoren. Hun scepsis ten aanzien van de kansen van duurzaamheid is groot. Het stopzetten van het gehele corporate responsibility beleid is evenwel voor de meesten geen optie.

Risicobeperking onvoldoende drijfveer

Ondanks de economische crisis neemt de druk van buiten om aandacht aan corporate responsibility te besteden ten opzichte van eerdere metingen niet af. Ook de toenemende aandacht binnen de eigen organisatie voor corporate responsibility blijft ten opzichte van eerdere metingen stabiel: 79% (vs. 77% derde kwartaal 2008) van de respondenten stelt dat de aandacht voor het thema de afgelopen twee jaar is toegenomen binnen hun eigen organisatie.

De belangrijkste drijfveren voor duurzaam ondernemen blijven imago- en reputatieversterking, vervullen van voorbeeldfunctie binnen de sector en voldoen aan wet- en regelgeving. Directe zorg om het milieu speelt nog steeds voor veel bedrijven een ondergeschikte rol. "De drijfveren zijn net als bij vorige metingen defensief van aard en met name gericht op reputatieschade", aldus Klaas van den Berg. Wel ziet hij een significante stijging van het percentage respondenten dat kostenbesparing (64% vs. 48% Q3 2008) en de voorbeeldfunctie binnen de sector (74% vs. 45% Q3 2008) als drijfveer noemt.

Klaas van den Berg vindt het jammer dat 'risicobeperking in de keten' en 'beperken van financiële risico's' relatief minder vaak genoemd worden als intrinsieke drijfveer. "Men werkt hier hoofdzakelijk aan omdat men het gevoel heeft dat ze niet achter kunnen blijven. Ik had verwacht dat men meer oog zou hebben voor het belang van risicobeperking. De financiële crisis zou meer bedrijven met de neus op de feiten moeten drukken. Duurzame bedrijven zijn beter uitgerust om deze crisis te doorstaan. Ze hebben intensiever contact met alle stakeholders, hun corporate governance beter voor elkaar, een duurzamer beloningsbeleid, een meer evenwichtige bedrijfsvoering en zijn daardoor minder risicogevoelig."

Topbeloning afhankelijk van niet-financiële resultaten

Volgens driekwart van de respondenten heeft de kredietcrisis aangetoond dat niet-financiële resultaten een grotere rol moeten spelen bij topbeloningen. Klaas van den Berg: "Deze beloning bestaat uit variabele, aan duurzame prestaties gerelateerde betalingen. Korte termijn doelen worden hierbij deels losgelaten, omdat duurzaamheid een lange termijn proces is. Enkele koplopers hebben hier reeds een start mee gemaakt, en tot 30% van de variabele bonus gekoppeld aan duurzame prestaties. Een groeiend aantal duurzame beleggers en investeerders vragen nadrukkelijker om een juiste balans in het remuneratiebeleid van een onderneming. Maar de druk van aandeelhouders is nog onvoldoende, terwijl de instrumentaria om druk uit te oefenen er wel zijn."

Roep om grotere rol aandeelhouders

Net als bij eerdere metingen worden aandeelhouders zelden genoemd als initiator van duurzaam ondernemen. Respondenten vinden dat zij een grotere rol zouden moeten spelen door meer druk op de top uit te oefenen. Echter 69% voorspelt dat aandeelhouders door de recessie juist minder aandacht zullen vragen voor duurzaamheid dan voor de recessie. Slechts een minderheid (41%) denkt dat beleggers duurzame bedrijven nu echt gaan belonen. Klaas van den Berg vindt het een opmerkelijke paradox. "Blijkbaar hebben bedrijven ondanks de brede maatschappelijke roep om minder risicovol te ondernemen nog weinig vertrouwen dat beleggers massaal gaan kiezen voor lange termijn rendementen waarbij risico's meer gespreid en overzichtelijk zijn."





http://www.pwc.nl/barometers