Vrije Universiteit Amsterdam
In strijd met de roeping der vrouw.
* Startdatum: 09-03-2009
* Tijd: 13.45
* Locatie: Aula
* Titel: In strijd met de roeping der vrouw. De Staatkundig
Gereformeerde Partij en het vrouwenkiesrecht
* Plaats: Aula
* Spreker: H.A. Post
* Promotor: prof.dr. F.A. van Lieburg
* Onderdeel: Faculteit der Letteren
* Wetenschapsgebied: Letteren
* Evenementtype: Promotie
Het onderzoek van Henk Post beantwoordt de vraag welke factoren tot nu
toe bepalend zijn geweest voor de negatieve houding van de SGP
tegenover het vrouwenkiesrecht. Post concludeert dat het gaat om een
complex van factoren zoals o.a. van het vrouwenkiesrechtstandpunt een
identiteitskwestie maken, angst voor gezichtsverlies, het vasthouden
aan een negentiende-eeuwse opvatting over de man/vrouwverhouding, de
rivaliteit met de ARP, een autoritaire partijleider, de dominantie van
predikanten in het partijbestuur en het beroep op de onveranderlijke
bijbel en eeuwige beginselen.
De SGP is de enige politieke partij die zich niet door vrouwen wil
laten vertegenwoordigen. Rechtszaken en het stopzetten van de
overheidssubsidie in 2005 wakkerden de interne discussie aan. In 2006
nam de SGP het besluit dat de vrouw lid mocht worden van de partij,
maar sprak zij uit dat het regeerambt bleef voorbehouden aan de man:
de vrouw kwam het passieve kiesrecht niet toe. Voor velen is het
onvoorstelbaar dat een partij die zich altijd zo gezagsgetrouw opstelt
en zoveel respect toont voor de wetgeving om haar vrouwenstandpunt een
botsing met de Grondwet en de rechter niet uit de weg gaat. Wat
bezielt deze mensen? De SGP beroept zich voor haar standpunt op haar
godsdienstige overtuiging en houdt daarbij vast aan de protestantse
traditie.
Vooral van belang voor het SGP-standpunt was de meningsvorming binnen
de ARP, die naast de SGP de enige partij was die officieel moeite
heeft gehad met het vrouwenkiesrecht. Voor deze partij verliep de
modernisering van het vrouwenstandpunt echter sneller dan voor de SGP.
De CHU heeft het vrouwenkiesrecht na de invoering ervan officieel
nooit afgewezen. De na de Tweede Wereldoorlog opgerichte partijen GPV
en RPF hebben het passieve kiesrecht voor de vrouw zelfs verwelkomd.
Andere factoren die Post vond zijn de conservatieve inslag van het
bevindelijk gereformeerde volksdeel (veelal met een lage sociale
status en geringe opleiding en voornamelijk aanhangers van de
Afscheiding van 1834), een wereldmijdende opstelling (een
geloofsbeleving met een sterk onderkennen van het onderscheid van en
de tegenstelling tussen de gemeente van Christus en de wereld), een
radicale versie van de antirevolutionaire antithese (onderscheid
tussen bevindelijk gereformeerden en de rest van de samenleving), de
refozuilvorming vanaf de jaren 60 (gericht op behoud identiteit), een
radicale, activistische rechtervleugel en een partijbestuur dat daar
meer rekening mee hield dan met de linkervleugel uit angst voor een
breuk.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam