Europese Mensenrechtencommissaris kritisch over kinderrechten in Nederland
11 maart 2009, Amsterdam - Defence for Children en Unicef Nederland vinden veel van hun zorgen over de kinderrechtensituatie in Nederland terug in het rapport van de Europese Commissaris voor Mensenrechten, Thomas Hammarberg. Hij publiceert vandaag zijn analyse van de mensenrechtensituatie in Nederland. In september 2008 bezocht Hammerberg Nederland en sprak daar onder meer met vertegenwoordigers van kinderrechtenorganisaties zoals met Defence for Children en Unicef.

Unicef en Defence for Children vroegen bij die ontmoeting aandacht voor de kwetsbare positie van kinderen met 'illegale ouders', kinderen binnen het jeugdstrafrecht en de jeugdzorg en voor minderjarige slachtoffers van mensenhandel. Veel van deze inbreng komt terug in het rapport van Hammarberg.

In navolging van het VN-Comité voor de Rechten van het Kind, dringt Hammarberg aan op een snelle installatie van de Kinderombudsman die de kinderrechten veel meer gecoördineerd en zichtbaar zal kunnen bepleiten en op een grotere rol voor mensenrechteneducatie in het onderwijs.

(Hammarberg uit kritiek op de toepassing van de Mosquito, het apparaat dat irritant geluid produceert dat alleen voor jongeren hoorbaar is. Dit beperkt hun recht op vrije beweging en op hun recht op samenkomsten en is ook slecht voor hun gezondheid. De Mosquito zou onmiddellijk uitgebannen moeten worden, zo vindt Hammarberg.)

In zijn rapport uit Hammarberg een aantal kinderrechtenzorgen, die Defence for Children en Unicef delen:

Kinderen en migratie

* Hammarberg verbaast zich over het feit dat er, anders dan in het familierecht, geen instantie is die opkomt voor de belangen van kinderen in asielprocedures.
* Het valt de commissaris voor Mensenrechten op dat de verschillende rechtscolleges in Nederland verschillend omgaan met bijvoorbeeld artikel 2 van het Kinderrechtenverdrag dat discriminatie verbiedt. De Raad van State past in vreemdelingenzaken dit artikel niet toe, terwijl de Centrale Raad voor Beroep dit wel doet. Hammerberg stelt een verandering van de Grondwet voor om aan dit interpretatieverschil een einde te maken.

* Hammarberg moedigt Nederland aan om de 'International Convention of the Rights of All Migrant Workers and their Families' te ratificeren.
* Hammarberg uit algemene kritiek op de snelle 48-uurs procedure in de aanmeldcentra en zegt dat deze in het bijzonder voor alleenstaande minderjarige asielzoekers volkomen ongeschikt is.
* Hammarberg stelt dat er alternatieven moeten worden gezocht voor de vreemdelingendetentie van alleenstaande minderjarige vreemdelingen en slachtoffers van mensenhandel, net zoals dat eerder is gebeurd voor kinderen die voorheen met hun ouders in vreemdelingenbewaring gezet werden.

* Hammarberg verwelkomt de beleidsverandering voor kinderen met een ouder die van oorlogsmisdaden wordt verdacht (1F-kinderen) maar vraagt zich af de positieve veranderingen voor álle 1F-kinderen een oplossing brengt.

* Hammarberg roept op een oplossing te creëren voor kinderen zonder nationaliteit.

* De klacht van onder andere Defence for Children en Unicef over het recht op onderdak van kinderen zonder rechtmatig verblijf bij het Europees Comité voor Sociale Rechten - die recent ontvankelijk werd verklaard - wordt door Hammarberg met belangstelling gevolgd.
* De Mensenrechtencommissaris stelt vast dat veel kinderen bedreigd worden met scheiding van hun ouder door het strenge gezinsherenigingsbeleid in Nederland.
* Er is nog veel voorlichting nodig over het recht op gezondheidszorg voor 'illegale' kinderen, stelt Hammarberg vast.

Slachtoffers van Mensenhandel
* Hammarberg vindt dat Nederland opnieuw moet kijken naar het terugkeerbeleid van slachtoffers van mensenhandel naar het land van herkomst. In het bijzonder moet de veiligheid van minderjarige slachtoffers beter gewaarborgd worden.
* De commissaris stelt vast dat er te weinig bekend is over jeugdprostitutie en dat nader onderzoek noodzakelijk is. Er moet meer kennis komen over de effectiviteit van de maatregel om de 'loverboy-problematiek' aan te pakken en over de bescherming van alleenstaande minderjarige vreemdelingen.

Jeugdzorg

* Hammarberg vindt het zeer verontrustend dat kinderen met een kinderbeschermingsmaatregel in dezelfde inrichtingen kunnen verblijven als kinderen die een straf uitzitten. Op 1 oktober 2008 ging het om 831 kinderen, van wie er 348 nog geen behandeling kregen en de rest in de justitiële jeugdinrichting een behandeling kreeg in plaats van in een instituut voor gesloten jeugdzorg. Hammarberg waarschuwt voor de mogelijkheid dat slachtoffers en daders in dezelfde instelling verblijven. De commissaris vraagt zich af of er afdoende wettelijke basis is voor het opsluiten van niet strafrechtelijk veroordeelde kinderen in justitiële jeugdinrichtingen.

Jeugdstrafrecht

* Hammarberg vindt de leeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid van kinderen in Nederland te laag vergeleken met andere landen. In Nederland kan een kind vanaf 12 jaar strafrechtelijk worden vervolgd, terwijl het gemiddelde in Europa op 14 of 15 jaar ligt.
* Ondanks dat Nederland er herhaaldelijk op is aangesproken, worden kinderen na hun arrestatie nog vaak verhoord zonder dat er een advocaat bij is. Ook duurt het veel te lang voordat ouders of voogden bij een gearresteerd kind kunnen komen. Kinderen moeten onmiddellijk na hun arrestatie hun ouders kunnen bellen en ze moeten altijd een advocaat hebben die hen bijstaat tijdens een verhoor.
* Minderjarigen moeten sneller van een politiebureau naar een justitiële jeugdinrichting gebracht worden, vindt Hammarberg. Nu kunnen jongeren van 16 tot 18 jaar maximaal tien dagen op een politiebureau vastgehouden worden. Deze bureaus zijn echter niet toegerust voor de detentie van minderjarigen.
* Hammarberg vindt het aantal van 4.726 gedetineerde kinderen in 2007 erg hoog. Hij dringt aan op het beter onderzoeken van alternatieven. Detentie moet een uiterste maatregel zijn voor de kortst mogelijke passende duur, zo schrijft ook het Kinderrechtenverdrag voor.
* De mensenrechtencommissaris stelt vast dat kinderen die veroordeeld zijn tot een pij-maatregel, erg lang op behandeling moeten wachten. In de tweede helft van 2008 was de gemiddelde wachttijd 93 dagen.
* Hammarberg beschrijft dat hij klachten van kinderen in justitiële jeugdinrichtingen heeft gehoord over de slechte bezoekregelingen voor familieleden, het verkrijgen van toestemming voor verlof en over het niveau van het lesprogramma. Hammarberg wijst op het recht van kinderen om goed contact te houden met hun ouders, als dat in hun belang is en op gelijke kansen op goed onderwijs.
* Hammarberg bepleit dat ook bij zeer ernstige misdrijven het jeugdstrafrecht toegepast wordt op minderjarigen.


* * * *