Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

11 maart 2009

Raad van State verklaart hoger beroep TLN en EVO om Hollandse brug ongegrond

Vandaag heeft de Raad van State het hoger beroep ongegrond verklaard dat TLN en EVO hadden aangetekend tegen het besluit van Rijkswaterstaat om de Hollandse brug gedurende zeer lange tijd voor alle vrachtverkeer af te sluiten. EVO en TLN zijn teleurgesteld over deze uitspraak, omdat bedrijven die door het verkeersbesluit werden gedupeerd nu geen aanspraak kunnen maken op volledige schadevergoeding. De Hollandse brug werd medio 2007 abrupt afgesloten voor alle vrachtverkeer. De sluiting duurde 14 maanden en leverde het vervoerend en verladend bedrijfsleven een schade op van 45 miljoen euro.

Gedupeerde bedrijven kunnen nu alleen een beroep doen op de Nadeelcompensatieregeling van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Echter, door de hoge eisen die aan deze regeling worden gesteld, krijgen bedrijven hun schade zelden vergoed. Gedupeerde organisaties kunnen TLN en EVO daarom om advies vragen bij het indienen van een schadeclaim.

Het hoger beroep had voor EVO en TLN ook een principieel karakter. De belangenorganisaties vinden dat Rijkswaterstaat hen eerder bij het verkeersbesluit had moeten betrekken. Als dit was gebeurd, had Rijkswaterstaat in samenspraak met het bedrijfsleven wellicht een alternatieve oplossing genomen die minder ingrijpend was geweest voor het vrachtverkeer.

In de aanloop naar het hoger beroep hebben TLN, EVO en Rijkswaterstaat concrete afspraken gemaakt over de overlegprocedure bij verkeersbesluiten en -maatregelen. De organisaties hebben er daarom vertrouwen in dat de samenwerking wel voorspoedig zal verlopen bij de aanpak van de tientallen bruggen die de komende vijf jaar op de planning staan.