Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over een gevreesd tekort aan raadsleden

11 maart 2009

Beantwoording van kamervragen van het lid Van Raak (SP).

Vraag 1

Deelt u de vrees van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dat voor de komende gemeenteraadsverkiezingen een tekort zal ontstaan aan raadsleden? Zo ja, waarop is deze vrees gebaseerd? 1)

Antwoord 1

Hiervoor wil ik allereerst verwijzen naar het onderzoek van Rekrutering door politieke partijen bij gemeenteraadsverkiezingen uit 2006. De onderzoekers constateren daarin dat op een aantal terreinen de partijen functieverlies hebben geleden. Dit zou evenwel niet gelden voor de rekrutering van het politieke personeel. Hier hebben zij vooralsnog weinig concurrentie te duchten. Toch krijgen de partijen het ook op dit vlak steeds moeilijker stellen de onderzoekers. De bedreiging komt niet zozeer van buitenaf maar van binnenuit, als gevolg van het over het geheel genomen dalende ledental. Telden de in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen in 1960 gezamenlijk nog 730.000 leden; in 1980 waren dat er circa 430.000. Begin 2006 is het totale ledental gedaald tot ongeveer 300.000 - een teruggang van 30% in de afgelopen 25 jaar. Volgens gegevens van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen hadden in 2007 de politieke partijen 317.714 leden. In 2008 waren dat er 309.416 en volgens de recente cijfers over 2009 bedroeg het totale ledental 307.700. Daarmee lijkt de daling van het ledental min of meer te stabiliseren.

Begin 2008 kreeg de VNG signalen dat er een stijging zou zijn van wethouders en raadsleden die tussentijds waren vertrokken of aangaven aan het einde van de raadsperiode niet meer te willen terugkeren. Hierop stelde de VNG de commissie Aarts in die onderzoek heeft gedaan naar de achtergronden van het vermeende voortijdig vertrek van wethouders en raadsleden. De commissie bracht in juni 2008 het rapport `Van werklast naar werklust' uit. Dat rapport gaf aan dat met name de werkbelasting als te hoog werd ervaren met onder andere als gevolg een verloop van raadsleden. Het raadswerk moet in toenemende mate concurreren met andere vormen van tijdsbesteding; werk, zorg en vrije tijd.

Vraag 2

Deelt u de conclusie van Sandra Korthuis, directielid van de VNG, dat er `geen automatische binding' meer is tussen volksvertegenwoordigers en de politieke partijen? Zo ja, kunt u dit toelichten?

Antwoord 2

De VNG heeft mij laten weten dat de opmerking van mevrouw Korthuis moet worden geplaatst in een bredere context. Politieke partijen hebben richting de VNG aangegeven in toenemende mate problemen te ondervinden om een lijst met voldoende kandidaten samen te stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Ik zou niet willen stellen dat er geen binding is tussen volksvertegenwoordigers en politieke partijen. Hoewel als gezegd de dalende trend van voorgaande jaren enigszins lijkt te stabiliseren, blijkt het voor veel partijen moeilijk leden aan zich te binden. In het bij antwoord 1 genoemde onderzoek wordt ook aangegeven dat de kandidaatstelling voor de gemeenteraadsverkiezingen bij sommige partijen en in een aantal gemeenten problemen met zich meebrengt. Tevens blijkt dat partijen ook niet-leden rekruteren als raadskandidaat.

Vraag 3

Sinds wanneer is het een taak van de VNG om raadsleden te werven? Waarom zou de VNG dit beter kunnen dan de politieke partijen?

Vraag 4

Hoe gaat de campagne voor het werven van nieuwe raadsleden eruit zien?

Antwoorden 3 en 4

Het berust op een misverstand dat de VNG raadsleden zou gaan werven. De activiteit waar op wordt gedoeld, betreft de voorlichtingsbundel die het Actieprogramma Lokaal Bestuur gaat vervaardigen. Hiermee wil het Actieprogramma uitwerking geven aan een aanbeveling uit het eerdergenoemde rapport "Van Werklast naar Werklust". Het doel van de bundel is dat potentiële raadsleden een duidelijk en zo realistisch mogelijk beeld krijgen van het raadswerk en goed voorbereid als nieuw raadslid aan de slag gaan. De voorlichtingsbundel heeft tot doel belangstelling te wekken voor het raadslidmaatschap, ook bij politiek ongebonden personen die vervolgens in contact kunnen treden met een politieke partij van hun keuze. Alle gemeenten, huidige gemeenteraadsleden, griffiers, lokale afdelingen van politieke partijen en maatschappelijke organisaties zullen deze bundel krijgen in de vorm van een eenmalig magazine.

Vraag 5

Aan welke eisen moeten potentiële raadsleden voldoen? Op grond van welke criteria worden zij geworven?

Vraag 6

Hoe zullen de door het VNG geworven kandidaat-raadsleden worden aangeboden aan politieke partijen? Welke verdeelsleutel wordt hierbij gehanteerd?

Antwoorden 5 en 6

Aangezien er, zoals in voorgaande antwoorden uiteengezet, geen sprake is van het werven van raadsleden, zijn er ook geen criteria op grond waarvan wordt geworven. Ook het aanbieden van kandidaat raadsleden aan politieke partijen is niet aan de orde. De activiteiten richten zich uitsluitend op het voorlichten en informeren.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het opleiden en ondersteunen van potentiële raadsleden een verantwoordelijkheid is van de politieke partijen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Uiteraard ben ik van oordeel dat het opleiden en ondersteunen van raadsleden een verantwoordelijkheid is van politieke partijen. Ingevolge de Wet subsidiëring politieke partijen kan de subsidie ook worden aangewend voor deze activiteiten. In dat kader zou ik ook willen verwijzen naar de het amendement Bilder bij de begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Het amendement stelt dat de toerusting van

(kandidaat-) gemeenteraadsleden in de eerste plaats een taak is van politieke partijen en hun scholingsinstituten. Het amendement beoogt daartoe middelen in te zetten via politieke partijen en hun scholingsinstituten. Heden heb ik bij brief uw Kamer geïnformeerd over de wijze waarop ik uitvoering wil geven aan het amendement.

Vraag 8

Deelt u de mening dat als politieke partijen onvoldoende geschikte kandidaten kunnen vinden voor deelname aan gemeenteraadsverkiezingen, deze partijen niet mee moeten doen aan de verkiezingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Het is aan politieke partijen zelf om te besluiten over deelname aan gemeenteraadsverkiezingen en de kandidaten die zij daarvoor op de kandidatenlijst plaatsen.


1) NRC Handelsblad, 26 januari 2009: "VNG waarschuwt voor tekort aan raadsleden"

Gerrit Voerman en Marcel Boogers, Rekrutering door politieke partijen bij gemeenteraadsverkiezingen. Problemen en perspectieven, Groningen/Tilburg, 2006.

Kamerstukken II, 31 700 VII, 2008/2009, nr. 19 - amendement van het lid Bilder c.s. Naar boven

---

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties