Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Afdeling De Branding in Huis in de Duinen te Zandvoort

Afdeling De Branding in Huis in de Duinen te Zandvoort

Kamerstuk, 12 maart 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ/KZ-U-2903711

12 maart 2009

Geachte voorzitter,

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij gevraagd een reactie te geven op de brief met uitvoerige bijlagen van mevrouw M.A. Kras te Zandvoort over de afdeling De Branding in Huis in de Duinen te Zandvoort.

Enkele ex-medewerkers hebben hun negatieve ervaringen gedurende enkele jaren (voorzover data vermeld zijn, komt daar ook 2006 en 2007 in voor) verzameld en opgeschreven. Het beeld dat uit de stukken naar voren komt is zorgelijk. Het beeld dringt zich op van ongelukkige of zelfs slechte communicatie vanuit het management en tekortkomingen in de zorg. Tegelijkertijd is mij ook bekend dat Huis in de Duinen de afgelopen periode de nodige stappen heeft gezet, ook om de kwaliteit en de werksfeer te verbeteren. In 2008 heeft men een onafhankelijk onderzoek door Pentascope laten doen naar de arbeidsverhoudingen en naar aanleiding van dat onderzoek heeft men een plan van aanpak opgesteld en de gesuggereerde aanbevelingen overgenomen. Ik verwijs hierbij naar mijn antwoorden op de vragen die het lid Agema de afgelopen maanden heeft gesteld (TK 2008-2009, Aanhangsel nr. 699 en nr. 1075). De Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ) wordt periodiek geïnformeerd over de ontwikkelingen. De tot op heden getroffen maatregelen en de voortgang daarvan geven de IGZ geen reden tot optreden of nader onderzoek. Wel heeft de IGZ onlangs een gesprek met de ondernemingsraad van Huis in de Duinen gevoerd over de voortgang en de signalen die uw commissie mij ook heeft doen toekomen. Uit dit gesprek kwam naar voren dat de OR zich niet herkent in het beeld dat de briefschrijvers schetsen.

Met betrekking tot de zorginhoudelijke aspecten, specifiek de door de briefschrijver aangehaalde sterfgevallen, hebben de afgelopen maanden de consulterend verpleeghuisarts, een onafhankelijk verpleeghuisarts en inspecteurs van de IGZ onderzoek gedaan. Zoals ik al in de antwoorden op eerdere vragen heb aangegeven, zijn bij deze onderzoeken geen onrechtmatigheden aangetroffen.
Bij de presentatie van de resultaten van de meting kwaliteitsindicatoren verantwoorde zorg in de verpleging, verzorging en thuiszorg (TK 2007-2008, 31 200 XVI, nr. 186) constateerde ik dat er punten zijn waarop de zorg verbeterd lijkt, maar ook dat er nog verbeterpunten zijn. Dat geldt voor de hele sector en dus ook voor Huis in de Duinen.

Alles overziend constateer ik dat het management van Huis in de Duinen problemen heeft erkend en aangepakt en dat, blijkens de rapportages van de IGZ, daar op dit moment adequate zorg geboden wordt. Ik laat dit kritisch volgen door de IGZ.

Hoogachtend,

de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker