Gemeente Breda

Garantieregeling gemeente Breda onder de loep


De gemeente heeft de publieke taak verantwoordelijkheid te nemen voor bijvoorbeeld kwetsbare groepen in de samenleving, variërend van voortijdig schoolverlaters tot sociale minima en hulpbehoevende ouderen.

Om die publieke taak correct te kunnen uitvoeren, volgt het college van burgemeester en wethouders een aantal principes. Recent voorbeeld is de garantiestelling van EUR 5 miljoen voor de nieuwbouw van Zorg- en Behandelcentrum Elisabeth aan de Leuvenaarstraat. Deze garantiestelling was voor de gemeenteraad aanleiding het huidige garantiebeleid uit 1996 nader aan de orde te willen stellen. Daartoe heeft het college een discussienotitie vastgesteld ter bespreking in de vergadering van de commissie Bestuur op donderdag 12 maart aanstaande.

Henk Snier, wethouder van Financiën:"Ik vind het belangrijk dat we groepen in de samenleving die dat nodig hebben helpen waar we kunnen. De recente garantiestelling aan Elisabeth is zo'n voorbeeld. Volgens het huidige garantiebeleid uit 1996 verstrekt een gemeente in principe geen garantie wanneer een waarborgfonds aanwezig is. De noodzaak van een snelle doorstart van de nieuwbouw, het belang voor de lokale economie, de huidige economische situatie en het ontbreken van andere partijen voor de totale financiering van de nieuwbouw, waren redenen om op dit punt van het huidige beleid af te wijken en over te gaan tot garantiestelling."

Huidig beleid en uitgangspunten

Een aanvraag komt in aanmerking voor garantiestelling indien de investering past binnen het gemeentelijk beleid en wanneer de investeringslasten passen binnen de exploitatieopzet van de vragende partij. Wanneer sprake is van een Waarborgfonds verstrekt de gemeente in principe geen garantie. Uitgangspunt daarbij is dat de gemeente zo weinig mogelijk garant staat omdat er weinig invloed is op de bedrijfsvoering van derden. Bovendien moet de `publieke zaak' ermee gediend zijn. Het huidige stringente beleid heeft de afgelopen jaren alleen geleid tot een beperkt aantal garantiestellingen op het beleidsterrein sport. Het afgelopen jaar is geen aanvraag binnen gekomen.

Vormen van garantiestelling

Bij directe garantieverleningen garandeert de gemeente een lening die een derde heeft afgesloten voor een investering. Per eind 2008 staat EUR 14 aan garanties uit; ruim EUR 5 miljoen aan de zorgsector, bijna EUR 5 miljoen aan het Onderwijs en een aantal kleinere garantiestellingen aan sportinstellingen. Hierbij is ook sprake voor een risico voor de gemeente. Het huidige garantiebeleid gaat uit van directe garantieverlening.

Bij indirecte garantieverlening wordt het risico ondervangen door waarborgfondsen die op verschillende beleidsterreinen actief zijn. Waarborgfondsen hebben grote fondsvermogens die ingezet kunnen worden indien derden hun financiële verplichtingen niet na kunnen komen. Daarnaast is de meerwaarde van een waarborgfonds ten opzichte van een garantieverstrekkende gemeente dat professionele expertise aanwezig is om het solvabiliteitsrisico te beoordelen en de gewaarborgde instellingen worden jaarlijks herbeoordeeld. In 1998 zijn ook de door de gemeente verstrekte leningen aan woningcorporaties onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gebracht.

Naast directe en indirecte garantieverlening bestaan hybride vormen. Zo stelt het Waarborgfonds voor de Sport zich garant voor maximaal 50% van een investering op voorwaarde dat de gemeente zich voor de overige 50% garant stelt.

Een greep uit de discussienota

Om nadere kaders te kunnen stellen bij garantieregelingen en daar -ook in de huidige economische omstandigheden- naar te kunnen handelen, heeft het college een discussienotitie over garantiestellingen vastgesteld. Mogelijke discussiepunten zijn de gewenste definitie van een `publieke zaak', de vraag of de gemeente de mogelijkheid moet bieden voor directe garantieverlening op beleidsterreinen waar waarborgfondsen aanwezig zijn en welke randvoorwaarden daarbij horen, hoe om te gaan met het uitgangspunt dat maximale zekerheden vereist worden en ten slotte de vraag of het wenselijk is een noodprocedure voor garantieaanvragen in te stellen gezien de huidige economische omstandigheden?

De discussie wordt gevoerd tijdens de vergadering van de commissie bestuur op 12 maart aanstaande.

Breda, 4 maart 2009