Huisartsenmarkt onvoldoende toegankelijk

16/03/2009 12:04

Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

NZa: toetredingsdrempels moeten verdwijnen

Nieuwe spelers hebben nauwelijks kans om toe te treden tot de markt voor huisartsen. Ook voorziet NZa in de toekomst een tekort aan huisartsen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) pleit daarom voor een aanpassing in de regelgeving waardoor de belemmeringen voor toetreding worden weggenomen. Opvallend is dat de gemiddelde omzet per huisarts tussen 2005 en 2007 is gestegen met 50.000 Euro. Dat zijn de belangrijkste conclusies van de Monitor Huisartsenzorg waarin de NZa de minister van VWS adviseert over de ontwikkelingen op de huisartsenmarkt.

De markt voor huisartsenzorg kent op dit moment geen grote overschotten of tekorten. Dit kan veranderen door de uittreding van mannelijke fulltime-huisartsen en toetreding van jonge vrouwelijke huisartsen die parttime werken. In combinatie met de vergrijzing kan dit de komende jaren leiden tot een tekort aan huisartsenzorg. De analyse in deze monitor maakt daarnaast duidelijk dat de vrije toetreding van nieuwe spelers in de huisartsenzorg beperkt is. Nu wordt van iedere huisarts levering van alle zorgprestaties verwacht en kunnen zorgverzekeraars niet selectief huisartsenzorg inkopen. Dit vindt de NZa onwenselijk, daarom adviseert zij door aanpassingen in de regelgeving de belemmeringen voor toetreding van nieuwe spelers weg te nemen.

Daarnaast pleit de NZa voor vergroting van het aantal opleidingsplaatsen en het inzetten van de zogeheten 'verborgen capaciteit'. Zo zijn er in Nederland vele gepensioneerde of parttime huisartsen, die geen eigen praktijk hebben en/of (meer) willen werken. Dit kan mogelijk worden gemaakt door het meer functioneel omschrijven van zorgprestaties, zodat ook andere zorgaanbieders huisartsenzorg kunnen leveren zoals huisartsen die bieden. De NZa benadrukt dat deze artsen verantwoordelijk zijn voor de continuïteit van zorg aan de patiënt en toegang moeten hebben tot het gehele medische dossier.

Het beleid van het ministerie van VWS is er de laatste jaren op gericht de poortwachtersfunctie van de huisarts te versterken en meer zorgactiviteiten onder meer uit de tweede lijn door de huisarts te laten uitvoeren. De gemiddelde omzet per huisarts is hierdoor met 50.000 Euro gestegen tussen 2005 en 2007. Uit het kostenonderzoek huisartsenzorg dat de NZa begin 2009 uitvoert moet blijken of hier ook meer kosten tegenover staan of dat het alleen een inkomensstijging betreft. De omzetstijging en de daaraan gekoppelde groei in de levering van consulten zijn te zien als een gevolg van de eenmalige systeemaanpassing van 2005 op 2006. In 2007 heeft deze trend zich niet voortgezet.

De monitor laat ook zien dat er veel initiatieven zijn om de kwaliteit van huisartsen inzichtelijk te maken, maar deze hebben er nog niet toe geleid dat kwaliteitsinformatie op het niveau van de huisarts beschikbaar is. Zo is minder dan 10% van de huisartsen NHG-geaccrediteerd. Dit vindt de NZa laag. Gecertificeerden leveren de zorgstandaard die de beroepsgroep (Nederlands Huisartsen Genootschap) zelf heeft opgesteld.

In 2006 is naar aanleiding van het Vogelaarakkoord de bekostigingsstructuur voor huisartsenzorg gewijzigd. Het Ministerie van VWS heeft de NZa gevraagd om de marktwerkingaspecten van het nieuwe systeem gedurende de twee jaar na invoering te monitoren. De NZa heeft daarom in juli 2007 een Oriënterende Monitor Huisartsenzorg uitgebracht met eerste indicaties. De Monitor Huisartsenzorg 2008 is de eerste reguliere monitor van de ontwikkelingen op de markt voor huisartsenzorg.





http://www.nza.nl/nza/Nieuws/huisartsenmarkt/

http://www.nza.nl