Universiteit van Amsterdam

Dood jonge vissen helpt populatie groeien

UvA-hoogleraar De Roos onderbouwt opmerkelijke studie met experimenteel bewijs


Door de dood van kleine, jonge vissen neemt de totale populatie van deze dieren toe. Nadat hoogleraar André de Roos van de Universiteit van Amsterdam (UvA) deze opmerkelijke conclusie al theoretisch onderbouwde heeft hij onlangs hiervoor ook experimenteel bewijs geleverd. De resultaten van het onderzoek zijn vorige maand gepubliceerd in het gezaghebbende Amerikaanse wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Science.

Als vissen worden gedood, door roofdieren of door bevissing, is het voor de hand liggende resultaat dat het totale aantal vissen van dit soort afneemt. Het verminderen van het aantal vissen leidt echter ook tot een verminderde competitie voor voedsel onder de overgebleven individuen. Als een percentage jonge, kleine vissen wordt weggevangen, hebben de overgebleven exemplaren meer voedsel ter beschikking waardoor ze kunnen uitgroeien tot grotere, sterkere volwassen vissen. Die zijn op hun beurt in staat om te zorgen voor meer nakomelingen. Sterker nog, de toegenomen voortplanting kan er zelfs voor zorgen dat er meer jonge vissen bijkomen dan er oorspronkelijk werden weggevangen.

Dit is een versimpeld voorbeeld van de complexe relaties binnen de voedselketen die in 2007 werden gevonden door hoogleraar Theoretische ecologie André de Roos, verbonden aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de UvA. Hij kwam met zijn onderzoeksteam tot deze conclusie na een theoretische studie aan de hand van computermodellen. Het selectief wegvangen van kleine, jonge vissen, via een verandering in de competitie voor voedsel, bleek uiteindelijk te leiden tot een netto toename van het aantal kleine, jonge vissen. En dat op eenzelfde manier ook het selectief wegvangen van grote, volwassen vissen zorgt voor meer kleine, jonge vissen. Om deze, op het eerste gezicht tegenstrijdige, voorspellingen te toetsen zijn De Roos en zijn team in een onlangs afgeronde vervolgstudie in Zweden op zoek gegaan naar experimenteel bewijs. De bevindingen blijken de conclusies van de eerdere theoretische studie op alle fronten te bevestigen. De resultaten van het experimentele onderzoek zijn in februari gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Science.

Beide studies tonen aan dat verstoring van mariene voedselketens tot onverwachte resultaten kan leiden. Ze laten echter ook zien dat het mogelijk is door gedetailleerd onderzoek de complexe relaties in de voedselketens te doorgronden en de gevolgen van verstoring te voorspellen. Beide conclusies hebben verstrekkende gevolgen voor het duurzaam beheer van de oceanen. Een specifiek voorbeeld hiervan is dat het instellen van een beschermd gebied in de oceanen niet automatisch leidt tot meer jonge vissen, zo blijkt uit een ander onderzoek van De Roos. Deze resultaten worden binnenkort gepubliceerd in het Canadian Journal for Fischeries and Aquatic sciences. Vooralsnog werd altijd aangenomen dat dit een van de manieren is waarop mariene reservaten bijdragen aan het herstel van de visstand.

Publicatiegegevens
A. Schröder, L. Persson, A.M. de Roos, 2009. Culling experiments demonstrate size-class specific biomass increses with mortality. Proceedings of the National Academy of Sciences, 24 februari 2009.

Verwijzingen
Bekijk het volledige artikel Website IBED