Ministerie van Buitenlandse Zaken

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen over gedwongen bekeringen tot de islam in EU-lidstaat Bulgarije

17-03-2009

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden De Roon en Wilders over gedwongen bekeringen tot de islam in EU-lidstaat Bulgarije. Deze vragen werden ingezonden op 6 maart 2009 met kenmerk 2009Z04064.

De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Frans Timmermans

Antwoorden van de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Zaken op vragen van de
leden De Roon en Wilders
(PVV) over gedwongen
bekeringen tot de islam in EU-lidstaat Bulgarije.

Vraag 1

Kent u de berichtgeving over gedwongen bekeringen tot de islam in Eu-lidstaat Bulgarije?

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Kunt u bevestigen of deze berichtgeving waar is?

Vraag 3
Onderneemt de Bulgaarse regering iets om de vestiging van de islam-dictatuur in dat land te voorkomen? Zo ja, wat?

Vraag 4
Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat dergelijke praktijken plaats vinden in een land dat lid is van de Europese Unie en van de Raad van Europa?

Vraag 5

Gaat u deze wantoestanden aan de orde te stellen binnen de Raad van Europa en gaat u zich inzetten om Bulgarije uit de Europese Unie te knikkeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Inderdaad heeft het Bulgaarse parlementslid Yanev tegenover journalisten melding gemaakt van gebeurtenissen zoals omschreven in het bericht van persbureau Novinite. Het gaat in dit, overigens verder nog onbevestigde, bericht echter niet om bekeringen tot de islam, maar om pogingen om reeds islamitische inwoners bij een meer fundamentalistische vorm van de islam te betrekken. Het betreft hier gebeurtenissen op scholen in twee dorpjes die bewoond worden door zgn. Pomaken, islamitische Bulgaren van etnisch-Bulgaarse afkomst die zich tijdens de Ottomaanse overheersing tot de islam hebben bekeerd. Dhr. Yanev heeft aangekondigd zijn informatie aan het Staatsagentschap voor Nationale Veiligheid te overhandigen, die de kwestie dan verder kan onderzoeken. Ik zie derhalve geen aanleiding deze zaak aan de orde te stellen binnen de Raad van Europa en de EU.