Universiteit Leiden

`Laat je zoon studeren'

Op dinsdag 17 maart bood de gemeente Leiden oud-rector en
-voorzitter prof.dr. Breimer een gedenksteen aan, ontworpen door de Leidse kunstenaar Jan Kleingeld.

De steen ligt in de rechterpoort van Rapenburg 70, op de grens van universitair en gemeentelijk grondgebied, en steekt aan weerszijden uit. Dit om de goede verstandhouding tussen universiteit en gemeente te benadrukken. Deze verbeterde aanzienlijk toen Breimer voorzitter van het College van Bestuur was (tot 8 februari 2007).

Naast een toelichtende tekst zijn enkele strofen uitgehouwen van het lied Laat je zoon studeren, van het destijds befaamde Leids Studenten Cabaret. Het cabaret bestond uit Paul van Vliet, Kai van Oven en Floor Kist (schrijver van het lied). Jaar van oprichting was 1957, toen Breimer in Leiden studeerde. Het lied werd bij het afscheid van Breimer in de Pieterskerk door het Leids Studenten Cabaret symbolisch ten grave gedragen door het voor de laatste keer te zingen. Het voltallige cabaret was nu wederom aanwezig. De Leidse burgemeester Henry Lenferink overhandigde het cadeau symbolisch aan Breimer.

Wie over het Rapenburg komt wandelen zal de gedenksteen misschien een steen des aanstoots vinden. Zesmaal is te lezen: laat je zoon studeren. Paul van Vliet ging hier in zijn toespraakje op in. `Vrouwen komen wel degelijk in het lied voor', zei hij, en citeerde:
`Al kan mama haar jongen moeilijk missen / Ze zijn zo aan elkaar gehecht die twee
Toch moet zij voor zijn bestwil dit beslissen / Want wie niet verder leert, nou ja die telt niet mee.' Ook refereerde hij aan de belangrijke rol van van tante Ans: `Studentenstad -een baaierd van verleiding / Betwijfelt tante Ans het zeed'lijk peil'

En voor wie dit alles niet genoeg is: het lied heeft een sterk ironische ondertoon en eindigt met de eerste berichten over de afgelegde examens door de studerende zoon: gezakt...`

(19 maart 2009/CH)

17/3/2009