Gemeente Utrecht


2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
26 Vragen van mevrouw N.R. Schipper en de heer J.L. Ravesteijn
(ingekomen 19 februari 2009
en antwoorden door het college verzonden op 17 maart 2009)

Toelichting:
In een brief van de Centrale organisatie werk en inkomen van 16 oktober 2008 (bijgevoegd) is aangekondigd dat zij van plan is om een Utrechtse CWI vestiging in 2010 te sluiten. Het landelijk aantal vestigingen zal worden teruggebracht van 127 tot 100.
Bij de fusie van UWV en CWI en de vorming van het WERKbedrijf is een bezuiniging opgelegd van E127 miljoen.
Op de lijst van de te sluiten vestigingen worden ook het Rotterdamse jongerenloket en 'de Haagse Jongeren' genoemd.

In de begroting 2009 heeft het college aangegeven dat:
. de ontwikkeling van een jongerenloket vanaf 2009 structureel operationeel is. Hiertoe de expertise van o.a. Sozawe, CWI en UWV wordt ingezet tot een integraal werkproces.
. werkpleinen gaan de basis vormen voor de ketensamenwerking tussen SoZoWe en het nieuwe WERKbedrijf (CWI en UWV).

De sluiting van een CWI vestiging in onze gemeente baart GroenLinks grote zorgen. In het licht van de te verwachten stijgende werkdruk binnen CWI's, door toenemende werkzoekenden/werklozen, zijn die zorgen alleen maar vergroot.

Vragen:

1. Is het college op de hoogte van de voorgenomen sluiting van 1 van de 3 CWI vestigingen in Utrecht?


Ja, het college is op de hoogte van de voorgenomen sluiting van 1 van de drie CWI vestigingen.

2. Kan het college aangeven welke gevolgen deze sluiting heeft, voor de bereikbaarheid en dienstverlening van het CWI voor de Utrechtse inwoners?


In goed onderling overleg tussen SoZaWe, het UWV WERKbedrijf maar ook de gemeenten Maarssen, Woerden (e.o.) vindt een verkenning plaats van de mogelijkheden om te komen tot 2 nieuwe locaties voor de werkpleinen in Utrecht. Een van de belangrijkste uitgangspunten bij deze keuze is dat de werkpleinen op een locatie gevestigd worden die goed bereikbaar is voor onze klanten. Voor wat betreft onze gezamenlijke dienstverlening biedt de keuze voor 2 nieuwe locaties een kans om deze samenwerking verder te intensiveren door bijvoorbeeld de mogelijkheid om alle betrokken disciplines onder 1 dak te huisvesten op elk werkplein.

3 Heeft de bezuinigingstaak van het WERKbedrijf, gezien de sluiting van het Jongerenloket in Rotterdam en Den Haag, gevolgen voor het Utrechtse Jongerenloket?
3 Zo ja welke?


De bezuinigingstaak van het UWV WERKbedrijf heeft geen gevolgen voor het Utrechtse jongerenloket.

4 Heeft de bezuinigingstaak consequenties voor de bijdrage (financieel, menskracht etc.) van het CWI aan het Jongerenloket?
4 Zo ja welke?


De bezuinigingstaakstelling van het UWV WERKbedrijf heeft geen gevolgen voor de bijdrage van het WERKbedrijf aan het jongerenloket. De dienstverlening aan jongeren blijft intact.


5. Welke gevolgen zijn er, voor de ketensamenwerking en de werkpleinen, het integrale karakter van het werkgelegenheidsbeleid in Utrecht?


De brief van de Centrale organisatie werk en inkomen is gericht op het besluit om 1 van de drie Utrechtse CWI vestigingen in 2010 te sluiten. Als het gaat om de gezamenlijke dienstverlening van SoZaWe en het UWV WERKbedrijf, dan zetten wij juist in op een intensievere samenwerking. Momenteel werkt de afdeling SoZaWe al samen met het UWV WERKbedrijf via Werk030 en het jongerenloket. Deze samenwerking blijft onverminderd van kracht. Daarnaast geeft SoZaWe, samen met het UWV WERKbedrijf, in een project verder vorm aan de integrale dienstverlening voor alle werkzoekenden. Deze dienstverlening wordt vanaf 2010 dan vanuit 2 locaties aangeboden.

6. Welke maatregelen heeft of gaat het college treffen?


Op dit moment vinden er zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau gesprekken plaats over de gevolgen van de sluiting en de mogelijkheden om de eventuele nadelige gevolgen op te vangen. Al onze acties zijn erop gericht om, op het moment dat het WERKbedrijf in 2010 tot sluiting van 1 vestiging overgaat, een adequate oplossing te hebben gevonden.

7. Welke acties heeft het college ondernomen in de richting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid?


Het besluit van het WERKbedrijf om 1 van haar vestigingen te sluiten vloeit voort uit de financiële taakstelling die het WERKbedrijf door het kabinet opgelegd heeft gekregen. Bij het tot stand komen van de criteria die ten grondslag liggen aan deze keuze, zijn de Utrechtse belangen behartigd door de VNG en DIVOSA.


---- --